TU/ecomotive onthult ARIA, een auto om zelf te repareren
ARIA is de tiende auto die studententeam TU/ecomotive op de wereld zet en deze is duurzamer dan ooit. Ze gaat langer mee dan de huidige elektrische wagens omdat alle onderdelen apart en zelfstandig te vervangen zijn. Met dit concept sluit het team aan op nieuwe Europese regels en wil het de auto-industrie inspireren.
Omringd door media, de auto uit de films Back to the Future en de zonnecamper van Solar Team Eindhoven, staat ARIA in het middelpunt van het Evoluon. Museum Next Nature is dinsdag gastheer van de onthulling van de tiende auto van studententeam TU/ecomotive. Ze is knalblauw en heeft deuren die naar boven openen. Dat ziet er spectaculair uit, en dat is ook de bedoeling van de designers.
Deze elektrische auto blinkt uit in duurzaamheid. Terwijl de huidige auto’s sneller worden afgedankt dan volgens het studententeam nodig is, biedt ARIA ongekende reparatiemogelijkheden. “Het probleem van de accu’s van nu is dat ze maar een jaar of tien meegaan. Wie ze wil vervangen, moet daarvoor naar een garage”, legt Marc Hoevenaar van TU/ecomotive uit. “Batterijen zitten vaak vast in het chassis, onderdelen zijn niet gestandaardiseerd en voor onafhankelijke garages lastig te krijgen. Ook is er een tekort aan monteurs die gespecialiseerd zijn in elektrische aandrijving en batterijsystemen, waardoor reparaties langer duren en duurder worden. Het kost snel tienduizend euro.”
Zelf doen
“Bij onze auto zijn alle componenten zonder gereedschap en ervaring te verplaatsen. Er is geen autobrug nodig, want de zes modulaire batterijen zijn vanaf de zijkant te pakken. Ze wegen maar 12 kilo per stuk. Het bereik is 220 kilometer.” Hoevenaar laat zien hoe makkelijk de drie batterijen aan de linkerzijde te bereiken zijn.
De Computer Sciencestudent is trots op de app die zijn team heeft ontwikkeld. “Als bijvoorbeeld het gaspedaal stukgaat, sluit de autobezitter een app aan op het dashboard van de auto. Dan komen er instructies hoe je het probleem kunt oplossen.” Hij benadrukt dat het een conceptauto is en we hoeven dus niet te vragen waar een nieuw gaspedaal te bestellen is. Dit studententeam brengt de auto niet op de markt, maar laat zien wat mogelijk is.
Over de naam heeft het team van een kleine twintig studenten van TU/e, Fontys en Summa, lang gebrainstormd, zegt teammanager Taco Olmer. “Het is een acroniem geworden voor Anyone Repairs It Anywhere. Onze maatschappelijke betrokkenheid tonen we aan door de samenwerking met repaircafés bij deze onthulling. Zij geven ook een presentatie. We zijn allebei blij met de Europese wetgeving die vorig jaar is aangenomen, waarbij consumenten het recht krijgen om producten sneller, goedkoper en makkelijker te repareren.”
Dat duurzaamheid niet saai hoeft te zijn, laat TU/ecomotive zien met het ontwerp van de auto.
Afsluiting
De onthulling van ARIA is de afsluiting van een intensief jaar voor Olmer en Hoevenaar. “Het heeft veel tijd gekost, maar het is geweldig om als informaticastudent een auto te bouwen. Zo’n ervaring krijg je nergens anders. Dat ik zonet de nationale pers te woord mocht staan, voelt ook heel speciaal”, zegt Hoevenaar.
Het team viert dat de auto aan het brede publiek wordt gepresenteerd. De dag erop ruimt het de garage in Momentum op voor het volgende TU/ecomotive-team, dat inmiddels al aan de slag is gegaan. Olmer heeft nog wel tips voor de opvolgers: “Geniet ervan. Luister naar adviezen, maar wees ook naïef optimistisch en eigenwijs. Dat waren wij ook en kijk wat allemaal mogelijk is!”
Veiligheid
Hoe haalbaar dit alles in de praktijk is, vragen enkele gasten zich wel af. Aan een tafeltje staan drie vrijwilligers van Repair Café Acht. “Ze zeggen dat de auto makkelijk te repareren is, maar dat kan ik me niet voorstellen”, zegt Hemmy van Hees (NB eindredactie: naam is goed gespeld). Hij was zelf 43 jaar automonteur. “Hoe houd je remmen en stuurinrichting veilig? Er is zoveel dat fout kan gaan. Mijn ervaring is dat beroepschauffeurs nog geen lampje kunnen verwisselen.” Maar de mannen willen niet te negatief overkomen. “Het streven van de studenten vinden wij wel heel goed. En daarom zijn we hier.”



Discussie