TU/e lanceert Casimir Institute met focus op semicon
TU/e lanceert het Casimir Institute, een nieuw universiteitsbreed instituut, gericht op onderzoek naar halfgeleiders, geavanceerde materialen en hightechsystemen. Wetenschappelijk directeur Bart Smolders: “Onze ambitie is om de chipuniversiteit van Europa te worden.”
Nederland en Europa moeten wereldwijd koploper worden op het gebied van halfgeleiders, is het breed gedragen idee tijdens de lancering vandaag. Maar om te kunnen blijven innoveren moeten wetenschappers meer interdisciplinair samenwerken met de chipindustrie. Met die achterliggende gedachte lanceert TU/e vandaag het Casimir Insitute. Het draagt de naam van een van de grondleggers van de Nederlandse chip- en hightechindustrie: Hendrik Casimir.
Fusie
Het Eindhoven Hendrik Casimir Institute, het High Tech Systems Center en het Future Chips Flagship gaan op in het nieuwe instituut en stoppen als afzonderlijke eenheden te bestaan. Bij de fusie zullen er geen gedwongen ontslagen vallen, geeft de universiteit aan. Om aan de Beethoven-doelen (zie kader) te voldoen moeten er meer onderzoekers en ondersteunend personeel worden aangenomen: 146 nieuwe wetenschappers (die zo'n 500 promovendi zullen begeleiden) en 146 ondersteunende personeelsleden tot 2030.
Meer dan zevenhonderd onderzoekers gaan op het nieuwe instituut interdisciplinair samenwerken aan halfgeleiders, quantumtechnologie, fotonica, geavanceerde materialen, processen en hightechsystemen. Het instituut zal geleid worden door managing director Victor Sanchez Martin en de wetenschappelijk directeur Bart Smolders (lees het interview met Smolders onderaan dit artikel).
Ecosysteem
Het middagprogramma opent met de woorden van burgemeester Jeroen Dijsselbloem. Hij benadrukt het regionale belang van het instituut. Hij hoopt dat het voor meer synergie tussen de industrie en wetenschap gaat zorgen. “Het huidige succes van de regio is te danken aan de nauwe samenwerking tussen onderzoekers en de industrie. Dit instituut zal helpen om het innovatieproces te versnellen.”
Minister Karremans van Economische Zaken spreekt daarna. Hij benadrukt het belang van het instituut om het landelijke en Europese concurrentievermogen op het gebied van semicon te vergroten. Het nieuwe instituut moet de Nederlandse en Europese chipmarkt onafhankelijker maken van andere landen buiten de EU, zoals de Verenigde Staten en China. Karremans maakte met die reden gister nog een semicon coalitie bekend, een initiatief van Nederland, waar 27 EU-landen zich achter scharen.
“De technologische ontwikkeling gaat sneller dan het curriculumaanbod van hogescholen en universiteiten”, zegt Karremans. “Met dit instituut zorg je ervoor dat het onderwijsaanbod en de ontwikkelingen in de industrie beter op elkaar aansluiten. Dit pakt meteen de barrière aan tussen die twee werelden. Je moet het als één ecosysteem gaan zien.”
Interview wetenschappelijk directeur Bart Smolders
“De chipwereld verandert”, zegt wetenschappelijk directeur Bart Smolders. Hij stond eerder aan het roer van het Future Chips Flagship en werkte jarenlang bij NXP. “De industrie wordt steeds breder en complexer. Het wordt moeilijker om het overzicht te behouden tussen alle deelgebieden. Daarom is het belangrijk dat we met dit instituut focussen op drie onderzoeksthema’s: halfgeleiders, geavanceerde materialen en hightechsystemen.”
Deze deelgebieden zijn tot stand gekomen na gesprekken met TU/e-wetenschappers en de industrie. “We zijn het allemaal eens dat deze drie disciplines bij elkaar horen. Wetenschappers en toekomstige studenten moeten connecties leggen tussen deze gebieden om doorbraken te realiseren.”
Daar gaat het nieuwe instituut op verschillende manieren bij helpen. Enerzijds door de interdisciplinaire samenwerking binnen de TU/e te versterken. Anderzijds door mee te schrijven aan onderzoeks- en financieringsvoorstellen op nationaal en Europees niveau. “Door zevenhonderd onderzoekers te clusteren, vergroot je de zichtbaarheid en kun je strategischer invloed uitoefenen op nieuwe initiatieven.”
Beethoven
Het nieuwe instituut speelt daarnaast in op de nationale en internationale ontwikkeling waarbij Nederland en Europa hun wereldwijde concurrentiepositie op het gebied van halfgeleiders willen versterken. In dat kader maakte het kabinet vorig jaar een miljardenimpuls bekend, onder de naam Project Beethoven, bedoeld om de groei van belangrijke spelers als NXP en ASML en hun toeleveringsketens mogelijk te maken, op het gebied van infrastructuur, wonen en talent. De TU/e ontvangt tot en met 2030 gefaseerd 91 miljoen euro, bestemd om meer technisch talent op te leiden en onderzoek te faciliteren.
“De vier faculteiten (red: Electrical Engineering, Applied Physics, Mathematics and Computer Science, en Mechanical Engineering) zullen hiervoor veel wetenschappers en ondersteunend personeel aannemen. Als instituut houden wij het overzicht en kijken we naar welke expertises ontbreken om gericht te werven. Dat proces loopt.” Het nog te realiseren labgebouw en de cleanroom zullen ook onder het instituut vallen.
Daarbij wordt er universiteitsbreed gezocht naar mogelijke invulling van het wetenschappelijk onderzoek dat moet plaatsvinden. “We gaan formeel langs de faculteiten om te kijken of ze kunnen bijdragen aan het nieuwe instituut. Ze mogen ook gebruikmaken van de nieuwe faciliteiten. Het worden open labs. We willen vooral heel inclusief zijn, maar natuurlijk wel de focus houden op semicon.”
Geen ASML-universiteit
Met het instituut hoopt de universiteit strategischer te kunnen samenwerken met ASML en andere bedrijven in Brainport. Toch is dit geen stap richting een ASML-universiteit. “Dan zouden we puur focussen op equipment. Dat is wat ASML doet. We hebben juist drie domeinen benoemd. En aanvullend daaraan de foundation technologies, dus meer het out-of-the-box denken. In de toekomst willen we bijvoorbeeld fotonica met elektronica combineren, en later met quantum.”
Bovendien wil Smolders met het nieuwe instituut juist inzetten op een nieuwe wereldspeler, of twee. “We zien nog te weinig startups in de semiconsector in Nederland. We gaan veel nieuwe jonge mensen opleiden en die willen we binnen de mastertracks aanmoedigen om een eigen bedrijf te starten. Het zou mooi zijn als we over twintig jaar kunnen terugkijken en zeggen: uit dit initiatief zijn twee nieuwe ASML’s voortgekomen.”
Discussie