door

Vrouwen in de wetenschap

12/05/2022

Afgelopen jaar promoveerden er voor het eerst meer vrouwen dan mannen in Nederland. Hoewel het verschil letterlijk op één hand te tellen is, is dit een mijlpaal. Dertig jaar geleden vormden vrouwen nog minder dan een kwart van alle gepromoveerden. Denk echter niet dat die gelijke verdeling een kwestie is van muntjes opgooien, waarvan er nu eentje toevallig de vrouwelijke kant opvalt. Het is het resultaat van een jarenlange strijd tegen de stroom in.

In Nederland zijn de kansen voor het krijgen van een promotieplaats, of voor een promotie in het algemeen, voor de vrouw nog altijd minder gunstig. Dat gegeven berust op een vrij conservatief systeem. Neem alleen al het ouderschapsverlof: omdat degene die zwanger was het meeste verlof krijgt, komt daar meer zorg te liggen. Zo lopen vrouwelijke promovendi doorgaans meer vertraging op dan mannen.

Voor de hogere functielagen zijn we er nog niet. Nu is slechts 25 procent van de Nederlandse hoogleraren vrouw, terwijl de TU/e met 20 procent nog lager scoort. Het zou naïef zijn om te denken dat het nu wel goed komt op basis van die gelijke PhD-verdeling, want binnen een conservatief systeem is progressie lastig te bereiken. De academische wereld is een leaky pipeline, waarbij het aandeel vrouwen naar de top toe steeds verder afneemt. Hier speelt de academische cultuur een rol, die obstakels opwerpt, omdat het ideaalbeeld van een wetenschapper - de competitieve individualist - berust op mannelijke waarden.

De TU/e zal haar vrouwelijke staf actief moeten steunen, want ook behaalde progressie kan snel omslaan. Kijk naar de Verenigde Staten, waar het conservatisme in de bestuurlijke en rechtelijke macht nu weliger tiert dan de paardenbloemen in mijn achtertuin. Sleutelfiguren in de Republikeinse partij proberen de controle over het vrouwelijk lichaam terug te winnen, onder het mom van bescherming van ongeborenen. Onder zulke omstandigheden is een gelijke man-vrouwverdeling op welk vlak dan ook nagenoeg ondenkbaar.

Het is makkelijk om te denken dat de VS ver weg zijn, maar ook in onze Tweede Kamer zitten drie partijen (BBB, FvD, PVV) die warme gevoelens koesteren voor lerarenmeldpunten en schoolboekencontroles; een conservatief streven dat parallel loopt aan het verbieden van boeken over racisme en homoseksualiteit in sommige staten in de VS.

Gelet op de publieke reactie, heeft de TU/e een aantal jaren terug met het Irène Curie Fellowship-programma al een radicale stap gezet door vrouwen tijdelijk voorrang te geven bij het invullen van vacatures. De cultuur op een bottom-up manier veranderen is echter niet het enige dat nodig is. Toen het ‘vrouwenquotum’ werd aangekondigd in juni 2019 werden er al punten besproken in de universiteitsraad om biases op de universiteit tegen te gaan, maar hoeveel is hiervan terecht gekomen? We hebben niet alleen met een lekkende pijplijn te maken, er is ook sprake van een end-of-pipeline-problem. Degenen die het langst in het academisch systeem zitten, de huidige professoren, hebben welig getierd in een conservatief systeem. Zij zullen zich na al die jaren het meest moeten aanpassen.

De nieuwe generatie mannen in de TU/e-piramide, waaronder ik, heeft al een stap opzijgezet. Veelal naar een andere universiteit. Nu is (ook) de oude generatie aan zet.

Deel dit artikel