door

Waar zijn ze nou?

23/09/2020

Afgelopen donderdag bevond ik mij in een vergadering in Teams. Tot mijn verbazing zaten er maar iets meer dan 60 personen in de vergadering. Ter informatie, er zijn ruwweg 180(!) studenten die de opleiding Data Science volgen. Deze situatie is niet uniek, zo’n massale afwezigheid komt zelfs steeds vaker voor. Waar zijn al deze breinen gebleven? Kunnen studenten er wat aan doen, of zou het enkel een klopjacht worden?

Voor studenten in het hoger onderwijs geldt natuurlijk geen aanwezigheidsplicht. Sterker nog, studenten hebben eigenlijk helemaal geen verplichtingen; enkel een verlangen naar academisch succes dat fungeert als een wind in hun zeilen. Aan de ene kant wordt die vrijheid (in ieder geval door mij) zeker gewaardeerd, maar in de huidige situatie kan het ook gezien worden als een coupe de grâce. Het is vanzelfsprekend dat deze vrijheid gepaard gaat met een zekere afwezigheidsgraad, maar loopt het niet uit de hand?

We leven natuurlijk in bijzondere studeer- en werkomstandigheden, waarin digitalisering bij het inrichten van die omgevingen centraal staat. Kan het wegnemen van fysieke faciliteiten, niet ook leiden tot het afbrokkelen van de stimulans? Aangezien toch alles online plaatsvindt en dat de universiteit fysiek aanwezig zijn ontmoedigt door het gros van de zitplekken niet beschikbaar te stellen. De drempel om helemaal niet meer om te kijken naar de online colleges, is niet meer heel hoog. Helemaal niet meer komen is nu erg verleidelijk; het niet aanzetten van de computer is immers geen werk.

Ook ik sta niet boven dit probleem; de terroriserende golf heeft mij evenzeer bereikt. Ook ik voel minder stimulans om overal bij te zijn (excuses aan mijn calculustutor voor mijn afwezigheid), maar ik weiger een geest te worden van wie naam noch uiterlijk bekend is. Ondanks dat de universiteit het niet aanmoedigt met haar onoverzichtelijke Planon-app, is het wel degelijk mogelijk om op campus te werken; daar probeer ik dan ook zeker gebruik van te maken. Daarnaast richt ik mijn week zó in dat ik veelal samen met vrienden naar opdrachten kijk (offline, dan wel online). Tot slot dwing ik mezelf aanwezig te zijn bij alle colleges; niet per se omdat het functioneel is, maar om een kunstmatige stimulans voor mezelf te creëren.

Zonder korte metten te maken met de veiligheidsmaatregelen - iets wat ik overigens wel graag zou willen doen -, zie ik geen volmaakte oplossing voor ons dringende probleem. Aan beide kanten van het gangpad zullen we lichtjes naar elkaar toe moeten leunen om de situatie enigszins houdbaar te maken. Om mijn eerder gestelde vraag te beantwoorden; er is enkel een zoektocht naar een balans in het universitaire bestaan en deze begint in de geest van de studenten zelf. Ik blijf hopen dat in de nabije toekomst de wateren kalmer worden en dat de academische winden weer zullen waaien. 

Deel dit artikel