Illustratie | Sandor Paulus
door

Tussen de oren | Hoe overleef ik groepswerk - op de wip

22/09/2017

Groepswerk is vreselijk en we doen het helemaal verkeerd. Ik zie het dagelijks bij mijn studenten, mijn kinderen, mijzelf. Het eindeloze wachten, het onbegrip, de misverstanden, en dat ze dan niet opleveren wat was afgesproken, of niet begrijpen dat ik écht even geen tijd had.

Groepswerk hoort ongetwijfeld tot de grote balanceeracts van ons leven. Niet zo vreemd: in groepswerk worden wij geconfronteerd met meerdere grote sociale dilemma’s. Voer voor psychologen dus. Ten eerste is daar free-rider gedrag - een schoolvoorbeeld van het klassieke public goods dilemma. Iedere persoon moet de verleiding weerstaan om ‘gratis’ mee te liften op het coöperatieve gedrag van de anderen. Daar bovenop wordt ieder van ons al onbewust minder productief naarmate een groep groter wordt. Dit fenomeen, ook wel Ringelmann-effect of social loafing genoemd, doet zelfs fysiek groepswerk - bijvoorbeeld touwtrekken - de das om.

Dan is er de fundamentele angst om negatief beoordeeld te worden: je zou anderen moeten aanspreken op hun houding of de kwaliteit van hun werk terwijl je ook aardig gevonden wilt worden. Erbij horen is immers een fundamentele menselijke behoefte. Goede cijfers zijn daarentegen ook een manier om respect te krijgen van anderen…

Maar het grootste dilemma schuilt in nóg een andere hoek: de social trap, een dilemma waarbij korte- en langetermijnopbrengsten conflicteren, en dat dan ook nog eens op de schaal van de groep.

De één is goed in rekenwerk, de ander in Engels, een derde in vormgeving. Logisch dus dat je als team ieder lid inzet op zijn of haar kracht. Jammer alleen dat je daar zo weinig van leert. Nog betreurenswaardiger is dat wij docenten dit gedrag versterken. Wij beoordelen immers het groepsproduct - en belonen hiermee het maximaal uitnutten van individuele competenties en inzet - terwijl we eigenlijk willen dat studenten van elkaar leren en dus tijd investeren in elkaar. Tijd die het werkstuk niet direct ten goede komt, maar hen op termijn allemaal verder brengt.

Wie heeft er nu haast om weg te komen uit een speeltuin?

Dus docenten: wij moeten dit afleren en het helemaal anders doen. Niet het verslag beoordelen, maar hoeveel er in de groep geleerd is. Helaas kost het bedenken van een goede vorm daarvoor tijd en moeite. Ik wacht daarom nog even af of een ander dat voor mij doet.

Maar studenten: trap niet in deze sociale val. Zie de opleiding als een speeltuin. Je wilt naar het topje van het klimrek, maar ook weten dat je daar op eigen kracht bent gekomen en onderweg plezier hebt gehad en vrienden gemaakt hebt. Dus kijk naar de anderen, leer van hen die sneller zijn, handiger klimmen, hoger durven, en help teamleden die het trucje dat jij beheerst nog niet kennen. Wij hebben van ieder om ons heen wat te leren, en hoe meer verschillend die ander is, des te groter de opbrengst. Dat kost tijd, maar wie heeft er nu haast om weg te komen uit een speeltuin?

Yvonne de Kort, hoogleraar Omgevingspsychologie bij Human-Technology Interaction

Deel dit artikel