door

UR | Extra-curriculair bewijs

02/12/2021

Er komt geen gezamenlijke strategie om extra-curriculaire activiteiten van studenten via certificaten te erkennen. Dat blijkt uit een verzamelbrief hoger onderwijs die OCW-minister Ingrid van Engelshoven op 10 november naar de Tweede Kamer stuurde. Het onderwijs en het werkveld zien er de meerwaarde niet van in. Samen met de motie wordt daarmee het idee van een gezamenlijke strategie van tafel geveegd.

De formele erkenning van nevenactiviteiten houdt in dat een student bij het afstuderen een bewijs of een certificaat krijgt waarop staat vermeld welke activiteiten hij of zij wanneer heeft vervuld. Ook ICT-coöperatie SURF - bij onze studenten vooral bekend als de organisatie die gaat over het duurder maken van Adobe-licenties - ondersteunt een gezamenlijke strategie om nevenactiviteiten te erkennen. De Nederlandse universiteiten en studenten en werkgeversorganisaties gingen erover in gesprek. Een quizvraag: wie van die drie partijen was níet tegen het gezamenlijk officieel erkennen van activiteiten?

Als het goede antwoord een afbetaling van je studieschuld zou hebben opgeleverd, had ik nu vele studenten blij kunnen maken. Helaas, de onderwijsinstellingen en de werkgeversorganisaties zien weinig meerwaarde in het erkennen. Daarvoor worden in de eerdergenoemde verzamelbrief van Van Engelshoven (zie onder punt 5) enkele redenen genoemd, waaronder het risico dat de mogelijkheid om certificaten te behalen de prestatiedruk voor studenten en afgestudeerden zou verhogen.

In de brief wordt ook vermeld dat werkgevers weinig behoefte hebben aan bewijsstukken voor extra-curriculaire activiteiten. Dat begrijp ik, want die kun je ook vermelden op je CV of in je motivatiebrief. Maar als studenten weten dat het voor veel werkgevers niet bijster veel uitmaakt of je een certificaat kunt laten zien, waarom zou het dan de prestatiedruk verhogen? Maar in het geval dat je werkgever of je stagebegeleider in het buitenland het wel wil zien, is het dan niet fijn dat je iets kunt overhandigen waaruit blijkt dat jouw universiteit erkent dat je wat hebt geleerd naast je studie? En is het voor de universiteit niet waardevol om aan de studenten te laten zien dat zoiets wordt gewaardeerd?

Uiteraard, het argument van prestatiedruk is belangrijk, zeker in een tijd waarin studenten al flink onder druk staan om - zo nominaal mogelijk - te presteren. Maar een echte TU/e-student weet dat je zonder goed onderzoek geen conclusies mag trekken. Mijn vraag zou zijn: kunnen we aantonen dat het invoeren van certificaten de prestatiedruk echt verhoogt, of is dat slechts een aanname? Wat weten we over de positieve effecten van zulke certificaten? En dan de aanname ‘dat verwacht wordt dat werkgevers weinig behoefte hebben aan certificaten’; om welke werkgevers gaat het dan en zijn er vormen van erkenning die wellicht meer kans maken?

Alle leden van SURF, waaronder TU/e, hebben toegang tot een programma genaamd EduBadges om leerprestaties te erkennen en digitale bewijsstukken te verstrekken aan studenten. De TU/e doet mee aan een pilot met de badges, binnen onze universiteit beter bekend als Pathways, en gebruikt daarnaast het platform MyFuture om eerstejaars te stimuleren zich extra-curriculair te ontwikkelen. In mijn ogen een mooie ontwikkeling en ik hoop dan ook op landelijke erkenning van nevenactiviteiten. Goed werk kost tijd, ik zal daarom geduld moeten hebben. En uiteraard wil ik de prestatiedruk van onze (demissionaire) ministers niet verhogen… 

Hoofdfoto | Fiskes / Shutterstock

Deel dit artikel