Illustratie | Shutterstock
door

UR | Werkconcept Atlas

05/06/2019

Na de eerste vijf maanden in Atlas kregen de medewerkers die daar begin dit jaar introkken, onlangs een vragenlijst toegestuurd. Vragen over hoe zij hun werkomgeving beleven en over het werkconcept. Ook ik kreeg als medewerker van een van de centrale diensten die op vloer 10 en vloer 11 zijn gehuisvest, de mogelijkheid mijn mening te geven.

Enkele van die vragen triggerden me tot het schrijven van deze column. Neem deze vraag: ‘Het gekozen werkconcept in Atlas zal ervoor zorgen dat toekomstige medewerkers de TU/e zien als een aantrekkelijke werkgever’. Op een glijdende schaal mocht ik kiezen uit ‘Helemaal mee oneens’ tot ‘Helemaal mee eens’. Ik denk dat dit werkconcept juist gaat leiden tot een ander soort werknemer. Qua organisatiecultuur is een technische universiteit een nogal blauwe organisatie, waarbij blauw staat voor orde, zekerheid en structuur. De TU/e is groot geworden door het werk en de inzet van veel goede, trouwe, blauwe medewerkers. Maar de gemiddelde blauwe medewerker gedijt niet goed als hij of zij ‘mag aanlanden’. Deze medewerker heeft doorgaans een sterke voorkeur voor ‘geland zijn’.

Dan deze vraag: ‘In Atlas heb ik meer contact met collega’s van andere diensten/eenheden dan ik op mijn vorige werkplek had’. Toen ik die vraag beantwoordde schoot me te binnen dat de dienstverleners van de TU/e in een proces zitten waarbij we toewerken naar integrale dienstverlening. De dienstverlenende professionals moeten niet meer vanuit hun eigen dienst denken, maar vanuit de keten. Ongetwijfeld gaat het ons lukken om ook in de keten de kwaliteit te behouden. Als ik echter de woorden keten en kwaliteit gecombineerd voorbij zie komen, moet ik altijd denken aan producten als scharrel- of vrije uitloop-eieren. Dat geeft me toch een wat onwennig gevoel.

Maar terug naar de enquête. Ik vind dat die goed is opgezet. De vragen zijn talrijk en uitgebreid en gaan over veel verschillende aspecten, zoals de voorbereiding en de verhuizing zelf, de werkplekken, de faciliteiten die voorhanden zijn, het gedrag van leidinggevenden, van collega’s en van jezelf. Slechts een enkele vraag werkt wat bevreemdend: ‘Geef je mening over: Ik eet niet achter mijn bureau’. Zulke observaties houden je scherp, zullen we maar zeggen.

Veranderingen

De enquêtebouwers bieden je de mogelijkheid om de verandering van voor en na de verhuizing goed in kaart te brengen. Maar het blijft natuurlijk een momentopname en geeft niet aan waar het uiteindelijk naartoe moet gaan. Veranderingen worden niet altijd als positief ervaren, omdat ze vaak ook veel energie kosten. Bovendien strookt het kennisintensieve karakter van ons werk - en daarmee de behoefte aan geconcentreerd te kunnen werken - niet met de door de kantoortuin gedomineerde inrichting van Atlas.

Aan de Harvard University verscheen vorig jaar een onderzoek van de Amerikaanse wetenschappers Ethan Bernstein en Stephen Turban, waaruit blijkt dat de introductie van kantoortuinen zonder begeleiding eenzaamheid in de hand zou werken. Eind maart verscheen in de Volkskrant nog een groot en kritisch artikel over de open kantoortuin, waarin ook Rianne Appel-Meulenbroek, universitair docent Bedrijfsvastgoed bij onze faculteit Bouwkunde, wordt geciteerd. Zij zegt zich zorgen te maken als dit concept, dat volgens haar ooit is begonnen bij bedrijven in de creatieve industrie en waar snelle uitwisseling van ideeën van groot belang is, ook wordt ingevoerd bij instellingen waar werknemers vooral zeer geconcentreerd moeten werken, zoals universiteiten.

Ik ben benieuwd naar de uitkomsten van de enquête. Ik hoop dat ze zullen leiden tot meer aandacht voor de diversiteit aan behoeftes van onze medewerkers en tot betere aansluiting op het werkproces. Zodat het niet alleen een mooi gebouw wordt in de ogen van architecten, maar vooral een fijn gebouw voor degenen die er in werken. “Denk je nou echt dat er nog iets zal veranderen”, somberden collega’s toen we in februari de eerste weken hadden doorstaan. Ja, ik denk van wel. In onze provincie hebben we recent nog een mooi voorbeeld gezien van iets waarvan we dachten dat het nooit zou veranderen, maar dat plots toch wordt aangepast: het Carnaval Festival in de Efteling.

Deel dit artikel