Wat als het licht uitgaat op de campus?

Van dieselaggregaten tot crisisplannen: zo wapent de TU/e zich tegen stroomuitval

Collegezalen zonder stroom, experimenten stilgelegd, een haperend wifisignaal. Een langdurige stroomstoring op de campus kan ingrijpende gevolgen hebben. Sinds de grootschalige stroomstoring in Spanje en Portugal – waarbij miljoenen mensen zonder stroom zaten en zelfs mensenlevens in gevaar waren – is zo’n scenario steeds minder ondenkbaar. Hoe is de TU/e hierop voorbereid?

door
foto iStock / aquaArts studio

De hele wereld keek mee toen grote delen van Spanje en Portugal eind april zonder stroom kwamen te zitten. De beelden van vastgelopen treinen, ziekenhuizen die moesten overschakelen op noodstroom en bewoners die zonder internet of airco kwamen te zitten, lieten zien hoe kwetsbaar een moderne samenleving is zonder elektriciteit. Ook op de TU/e-campus zou een langdurige stroomstoring grote impact hebben. Wat gebeurt er dan met het onderwijs en met lopend onderzoek? En hoe is de TU/e hierop voorbereid? Persvoorlichter Frans Raaijmakers beantwoordt deze vragen.

Hoelang kan de universiteit in haar eigen energiebehoefte voorzien in geval van stroomstoring?

“De TU/e beschikt over twee dieselnoodstroomaggregaten die, met de aanwezige hoeveelheid diesel in de tanks, de stroomvoorziening ongeveer acht uur lang kunnen garanderen. Wanneer de dieselvoorraad tijdig wordt aangevuld, kunnen deze aggregaten de stroomvoorziening in principe onbeperkt overnemen. Voor de noodstroomgeneratoren wordt wekelijks gekeken of alles in orde is. Elke maand wordt er bovendien een proefdraai gedaan en één keer per jaar wordt de generator getest zonder externe stroom.”

“Het is wel belangrijk om te benadrukken dat deze noodaggregaten niet in staat zijn om de volledige campus van stroom te voorzien, maar ze garanderen wel de werking van alle vitale veiligheidsvoorzieningen. Denk daarbij aan het netwerk, wifi, brandmeldinstallaties en ontruimingssystemen. Onze datacenterfaciliteit wordt geleverd door een externe partij, die ook voorziet in noodstroomvoorzieningen.”

Wat zou een langdurige stroomstoring betekenen voor onderwijs en onderzoek?

“Voor onderwijs en lopend onderzoek ligt de verantwoordelijkheid bij de faculteiten zelf. Verschillende faculteiten maken voor hun kritieke apparatuur gebruik van UPS-systemen (Uninterruptible Power Supplies, red.). Deze zorgen ervoor dat bij stroomuitval de stroom direct en zonder onderbreking wordt overgenomen, zodat belangrijke systemen (tijdelijk) blijven functioneren.”

“De kans bestaat dat een deel van het onderwijs en onderzoek tijdelijk stil komt te liggen bij een grootschalige stroomstoring. Wat bijvoorbeeld uitvalt, zijn zaken als verlichting, beamers en schermen. Omdat netwerk en servers wel gewoon werken, kunnen studenten en medewerkers vanuit huis overal digitaal bij, mits daar stroom is. En dat is bij een landelijke storing natuurlijk nog maar de vraag.”

Wat is de mogelijke schade bij zo’n storing?

“Het is lastig om daar vooraf iets over te zeggen, omdat dit sterk afhangt van de duur en de oorzaak van de storing, en of het om een lokaal of landelijk probleem gaat. In het geval van een landelijke storing, zoals eerder in Spanje en Portugal, speelt ook de vraag hoe snel alles op nationaal niveau weer operationeel is een grote rol.”

“Wat we na de cyberaanval wel duidelijk hebben gezien, en dat is van grote waarde voor onze organisatie, is hoe onze medewerkers zich in crisistijd opstelden: met veel begrip, betrokkenheid en inzet. Ze werkten uitstekend samen, zetten de schouders eronder en wisten, ondanks de lastige omstandigheden, telkens weer oplossingen te vinden. We zijn als organisatie dus veerkrachtig gebleken in moeilijke tijden.”

Is er een plan voor zulke scenario’s?

“Ja. Er is een centraal crisisplan waarin staat hoe de universiteit handelt bij crisissituaties. Functionarissen die een rol spelen in de crisisorganisatie worden opgeleid en getraind. Bij een echte crisis – of als er een dreiging is – worden zij gealarmeerd en ingezet. Zo gebeurde dat ook tijdens de cyberaanval in januari van dit jaar. Het centraal crisisteam (CCT), onder leiding van vicevoorzitter Patrick Groothuis, kwam toen direct in actie. Na afloop van crisissituaties, oefeningen of trainingen worden deze geëvalueerd en worden de geleerde lessen verwerkt in de verdere ontwikkeling van het crisisplan.”

Deel dit artikel