Gemini-Noord: vertraging, waterschade, wel hele mooie labs

De verhuizing van de onderzoeksgroepen naar het gerenoveerde Gemini-Noord heeft veel voeten in de aarde gehad. Nu, vijf maanden na de oplevering, lijken de meeste problemen opgelost en kunnen al veel werknemers van Mechanical Engineering (ME) gebruikmaken van hun gloednieuwe labs. Sectieleiders Niels Deen en Jaap den Toonder delen hun ervaring.

Na ongeveer twee jaar renoveren wordt op vrijdag 14 maart van dit jaar het vernieuwde Gemini-Noord officieel opgeleverd. Het gebouw wordt – net als voorheen – voornamelijk in gebruik genomen door medewerkers en studenten van de faculteit Mechanical Engineering (ME). Zo is het gebouw gevuld met onderwijszalen, werkplekken, en de laboratoria van de vele onderzoeksgroepen die de faculteit rijk is. Maar de verhuizing verliep niet zonder slag of stoot. 

De oplevering is vertraagd, labs blijken extra aanpassingen nodig te hebben en een overstroming van het net nieuwe gebouw gooit nog meer roet in het eten. Voor de medewerkers binnen de onderzoeksgroepen lijkt de verhuisoperatie het moeizaamst te verlopen. Maar in hoeverre het hun werk heeft beïnvloed, verschilt sterk per groep. Niels Deen en Jaap den Toonder, sectieleiders van respectievelijk de groepen Power & Flow en Microsystems, delen hun ervaring over het verhuizen van hun labs.

In totaal hebben zeven labs een nieuw onderkomen in Gemini-Noord. De ME-onderzoeksgroepen Dynamics and Control, Robotics, Energy Technology, Control Systems Technology, Power & Flow en Microsystems. Daarnaast is er het Darcy-lab van Applied Physics & Science Education, waar de Energy Technology-groep ook gebruik van maakt.

Gehaaste verhuizing

De onderzoeksgroepen van ME die naar het vernieuwde Gemini-Noord zullen verhuizen of al zijn verhuisd, zitten tijdens de renovatieperiode verspreid over verschillende gebouwen. De labs van de onderzoeksgroepen Power & Flow en Energy Technology zitten tijdelijk in het Connector-gebouw. Uiteindelijk duurt de oplevering van Gemini-Noord langer dan gepland, maar staan er wel al afspraken om Connector te slopen. “Daardoor moest onze groep sneller dan handig was van Connector naar Gemini-Noord verhuizen”, vertelt Deen. “Het gevolg was dat we in een gebouw zaten waar we niet meteen aan de slag konden.”

Voortschrijdend inzicht 

Ten tijde van de verhuizing van Power & Flow naar Gemini-Noord, eind maart, is Heijmans net klaar met de originele renovatieopdracht. Echter, klaar met álle werkzaamheden is de aannemer nog niet. “De plannen met alle wensen en benodigdheden voor onze nieuwe labs zijn zo’n drie jaar geleden gemaakt, nog voor de renovatie van start ging”, legt Deen uit. “Toen hadden we bijvoorbeeld niet voorzien dat we zoveel met waterstof zouden gaan werken.”

Ik denk dat andere groepen minder last hebben gehad van de verhuizing

Niels Deen
Sectieleider Power & Flow

Hierdoor moeten er na oplevering onder meer extra waterstofpunten worden geplaatst. En omdat waterstof een explosief gas is, zijn aanvullende veiligheidsmaatregelen noodzakelijk zoals het plaatsen van extra afzuiging boven ieder waterstofkraantje. “Verder hebben we niet maar één, maar een twintigtal opstellingen. En iedere opstelling heeft allerlei voorzieningen nodig: verschillende gassen, flinke stroomaansluitingen, koelwater”, aldus Deen. “Het verhuizen zelf is dus niet hetgeen wat tijd kost, maar vooral de voorbereidingen, het wachten tot alles in het gebouw gereed is om aan te sluiten en dan het opnieuw aansluiten.”

Maar niet iedereen zit in hetzelfde schuitje als Deen en zijn groep. “Ik denk dat andere groepen minder last hebben gehad van de verhuizing, omdat ze andere voorzieningen nodig hebben en uit andere gebouwen kwamen waar ze langer konden blijven zitten”, concludeert hij. 

Luxepositie

Dit kan Jaap den Toonder, sectieleider van Microsystems beamen. Tijdens de renovatieperiode van Gemini-Noord wijkt hij met zijn onderzoeksgroep uit naar een speciaal hiervoor opgetrokken tijdelijk gebouw tussen Gemini en MetaForum. “Van buiten ziet dat eruit als een container, maar van binnen is het een volwaardig lab met alle faciliteiten die we nodig hebben. Dus wat dat betreft hebben we geluk gehad.”

We kunnen [in de tijdelijke locatie] blijven tot ons lab in Gemini-Noord echt startklaar is

Jaap den Toonder
Sectieleider Microsystems

De onderzoeksgroep verhuist niet direct na oplevering terug naar Gemini-Noord. Ook zij heeft – net als Power & Flow en verschillende andere groepen – wat aanpassingen en extra wensen die er in de loop der jaren zijn bijgekomen, en waar de aannemer pas na de officiële oplevering aan kan beginnen. “Dat waren bij ons geen enorme afwijkingen. We wilden bijvoorbeeld robuustere en regelbare kranen en daarnaast waren sommige onderdelen nog niet binnen in verband met lange levertijden.” 

Om die reden besluit Den Toonder met zijn groep langer in de tijdelijke huisvesting te blijven. Zijn situatie verschilt van die van Deen, omdat hij geen harde deadline heeft wanneer hij met zijn groep uit de tijdelijke locatie moet vertrekken. Volgens hem staan er wel al nieuwe ‘bewoners’ klaar die naar deze locatie gaan verhuizen. “Maar ze hebben begrip voor onze situatie, dus we kunnen hier blijven tot ons lab in Gemini-Noord echt startklaar is.”

Waterschade 

Dat de nieuwe bewoners zich zo flexibel opstellen komt goed uit, want op zaterdag 28 juni knapt er een defecte koppeling in een waterleiding van het nieuwe gebouw en loopt de volledige kelder van Gemini-Noord vol met centimeters water. “Ons nieuwe lab zit in de kelder en water loopt natuurlijk naar beneden”, vertelt Den Toonder. “Omdat wij zo ongeveer onder het lek zitten qua locatie, is ons lab het hardst getroffen.” Hij ziet het dan ook als een geluk bij een ongeluk dat het lab nog niet verhuisd was. “We hebben erg dure apparatuur en als die al naar Gemini-Noord verhuisd was, dan was er enorm veel schade geweest.”

Tekst loopt door onder de afbeelding.

Andere onderzoeksgroepen, waaronder die van Deen, zitten ten tijde van het lek al wel in het nieuwe gebouw. “De lekkage ontstond op vloer 1 en onze labs zitten op vloer 0 en vloer -1”, vertelt Deen. “Bij ons was de schade gelukkig beperkt, maar we hebben veel stalen kasten die meteen begonnen te roesten.” En daarnaast brengt ook dit voorval weer enkele weken extra vertraging mee voor de groep. “Door de lekkage is er veel vocht in de wanden en vloeren getrokken die allemaal weer moesten drogen. Hierdoor moesten veel opstellingen weer van hun plek.” Volgens hem vraagt het hele proces veel geduld van zijn medewerkers, maar zetten veel van hen zich actief en behulpzaam in tijdens de overstroming. Inmiddels is het meeste van Deen zijn lab “up-and-running” vertelt hij opgelucht. “Gelukkig maar.”

De renovatie heeft ervoor gezorgd dat we serieus mooie labs hebben

Niels Deen
Sectieleider Power & Flow

Door de waterschade in het nieuwe Microsystem-lab moet de volledige vloer worden vervangen. Om die reden verblijft de onderzoeksgroep van Den Toonder voor nu nog in hun tijdelijke huisvesting. Volgens hem is het plan eind 2025 of begin 2026 te verhuizen, “maar de planning is nog niet definitief.”

Serieus mooie labs 

Ondanks de nodige hobbels in de weg zijn zowel Deen als Den Toonder positief over hun nieuwe onderkomen. “De renovatie heeft ervoor gezorgd dat we serieus mooie labs hebben met ontzettend goede faciliteiten”, zegt Deen. “In de oude situatie moesten we bij iedere nieuwe installatie met terugwerkende kracht de aansluitingen daarvoor aanleggen. Nu hebben we hele goede basisvoorzieningen en zijn die aansluitingen er al. We zijn nu toekomstproof.” En ook Den Toonder is te spreken over de nieuwe stap. “Ons lab was echt aan vernieuwing toe. Door de renovatie kunnen we met deze nieuwe faciliteiten nog jaren vooruit.”

Effect afstudeerders en promovendi

Een beetje uitloop en overlast tijdens een verhuizing is eerder regel dan uitzondering. Maar wat voor effect heeft dit op afstuderende masterstudenten en promovendi? Zij hebben doorgaans een harde deadline en daardoor weinig speling. 

Volgens zowel Deen als Den Toonder valt de overlast bij afstudeerders en promovendi binnen hun eigen groep mee. Omdat Den Toonder nog niet verhuisd is, neemt hij de eerdere verhuizing - van het oude Gemini-Noord naar hun huidige tijdelijke huisvesting - als voorbeeld. “We wisten natuurlijk dat de verhuizing eraan zat te komen, dus daar konden we rekening mee houden”, aldus Den Toonder. Zo wordt veel van het experimentele werk vóór de verhuizing gepland, zodat tijdens de overgangsperiode - wanneer experimenteren niet mogelijk is - vooral tijd wordt besteed aan resultaten analyseren en uitwerken. “En als iets echt niet kon wachten, dan kon eventueel worden uitgeweken naar andere universiteiten om daar je experimenten te doen.”

Binnen Deens groep pakken ze dat hetzelfde aan, al is uitwijken naar andere plekken bij hen geen optie. “Veel van onze testopstellingen bouwen we zelf, dus die kun je niet bij andere universiteiten vinden”, legt hij uit. De Power & Flow-sectieleider beaamt dan ook dat het hele verhuisproces zeker een uitdaging is geweest, vooral voor promovendi. Maar vervolgt hij. “Ik vind het wel vervelend maar we zijn ook creatief met z'n allen. En wat ik mooi vind is dat we in een organisatie zitten met heel veel ingenieurs die allemaal houden van problemen oplossen. Dus we verzinnen altijd wel een uitweg.”

Deel dit artikel