Oudste promovendus haalt doctorstitel na zijn tachtigste
Terwijl veel leeftijdsgenoten hun dagen vullen met golf, bridge of verre reizen, koos Ton Soetekouw (84) voor iets anders: een promotietraject aan de TU/e. Vorige week behaalde hij zijn doctorstitel als oudste promovendus in de geschiedenis van de universiteit. Zijn academische avontuur is afgerond, maar zijn nieuwsgierigheid is nog lang niet gestild.
Soetekouw behaalde zijn doctoraal (tegenwoordig masterdiploma) bedrijfseconomie in 1966 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Daarna volgde een indrukwekkende carrière in de financiële sector, met sleutelrollen bij NMB Bank, als CFO van ING en later als private equity-investeerder. In 2006 ging hij met pensioen. Of beter gezegd: hij bereikte de pensiongerechtigde leeftijd. “Ik ben nooit echt gepensioneerd”, zegt hij met een glimlach. Actief blijven, meedenken en nieuwe uitdagingen aangaan is zijn tweede natuur.
Terug naar de universiteit
Vijf jaar geleden keerde Soetekouw terug naar de universiteit, ruim een halve eeuw na zijn afstuderen. Zonder wetenschappelijke achtergrond en met weinig ervaring in onderzoeksmethodes begon hij op 79-jarige leeftijd aan een promotieonderzoek op het gebied van business process management. “De ene legt een tuin aan, de ander doet promotieonderzoek”, zegt hij stoïcijns.
Wat zijn promotie extra bijzonder maakt: hij deed het uit pure interesse; hij had een nul-aanstelling aan de universiteit en kreeg geen vergoeding. Zijn drijfveer? Nieuwsgierigheid en de wil om iets wezenlijks bij te dragen. “De wereld om ons heen verandert snel. Onze systemen moeten veel flexibeler en efficiënter kunnen, maar dat lukt nog lang niet altijd. Mijn onderzoek probeert een brug te slaan.”
Hij was zeker geen typische promovendus, geeft hij toe, toch bleek juist zijn praktijkervaring van grote waarde. Tijdens zijn jaren in de financiële wereld begon hij zich te verdiepen in een fundamentele vraag: wat doen mensen in organisaties eigenlijk als je hun werk terugbrengt tot de essentie? Niet in termen van winst of targets, maar als het gaat om verwerking van informatiestromen. Die vraag vormde het begin van zijn promotietraject, waarin hij onderzocht hoe organisaties hun bedrijfsprocessen flexibeler kunnen maken, zonder bij elke verandering het wiel opnieuw te hoeven uitvinden.
Bouwstenen voor verandering
“Eigenlijk komt het allemaal neer op het verwerken van informatie, en het vormen van besluiten op basis daarvan”, vertelt Soetekouw met aanstekelijke energie. Wie tegenover hem zit, gelooft nauwelijks dat hij de tachtig is gepasseerd. “Maar in onze informatiesystemen zit alles zo in elkaar verweven, dat het enorm lastig is om de strategie en werkwijze aan te passen”, legt hij uit.
In een snel veranderende wereld moeten bedrijven juist flexibel zijn en meebewegen, maar in de praktijk lopen ze vast omdat oude werkwijzen diep verankerd zitten in starre systemen. Soetekouw onderzocht hoe die systemen wendbaarder kunnen worden.
Ton stapte een totaal nieuwe wereld binnen, met fundamenteel andere methodes dan hij gewend was
Geïnspireerd door de natuurkunde zocht hij naar de kleinste bouwstenen van functionaliteit. “In de natuurkunde heb je atomen. Eerst moet je die basiselementen begrijpen voordat je het grotere geheel ziet.” In zijn proefschrift beschrijft hij zogeheten primitives. “Die zijn als atomen in de digitale wereld: de bouwstenen waar alles op is gebaseerd, waarmee je flexibel kunt bouwen en veranderen.” Door ze systematisch te analyseren en op te slaan in een digitale bibliotheek kunnen organisaties sneller en efficiënter inspelen op veranderingen.
‘Scherp als een mes’
Hoogleraar Paul Grefen, zijn eerste promotor, prijst de enorme gedrevenheid en doorzettingsvermogen die Soetekouw zo typeren. “Ton stapte een totaal nieuwe wereld binnen, met fundamenteel andere methodes dan hij gewend was, en dat deed hij met veel flexibiliteit en leergierigheid.” Volgens Grefen liet Soetekouw zich nooit uit het veld slaan door de obstakels die bij een promotietraject horen. “Hij ging er altijd vol enthousiasme en goede moed tegenaan.”
De praktijkervaring van Soetekouw leverde niet alleen inhoudelijk een nieuw perspectief op, maar had ook impact buiten de universiteit, benadrukt Grefen. “De bedrijven waar hij zijn casestudies uitvoerde, Rijkswaterstaat en bouwbedrijf Heijmans, raakten geïnspireerd door zijn werk. Er waren zelfs vertegenwoordigers van beide organisaties aanwezig bij zijn promotie – dat zegt genoeg.” Het framework dat Soetekouw ontwikkelde is volgens Grefen niet direct te implementeren, “maar het zorgt nu al voor een andere manier van denken – en dat is vaak de eerste stap richting echte verandering.”
Het proefschrift is maar een derde van het hele project
Vooral zijn persoonlijkheid heeft diepe indruk gemaakt, bij Grefen én bij de andere promotoren. “Ik heb bijna dertig promovendi begeleid, maar Ton was zonder twijfel een van de meest bijzondere. Zijn bevlogenheid op deze leeftijd is werkelijk inspirerend. Hij is ongelofelijk energiek – en nog altijd scherp als een mes.”
State of mind
Zelf praat Soetekouw liever niet over zijn leeftijd. “De referentie aan mijn leeftijd vind ik absoluut onbelangrijk. Voor mij voelt het niet anders dan toen ik veertig was. Het is geen bijzondere verdienste, vind ik.” Zijn omgeving dacht daar soms anders over. “Sommige mensen zeiden: ‘Joh, waar begin je aan? Ga toch lekker tuinieren of iets anders leuks doen.’ En dan zei ik: ‘Dit is precies wat ik leuk vind om te doen.’”
Dat zijn academische avontuur nu voorbij is, moet nog even indalen. “Schoksgewijs kom ik nu terug op aarde”, zegt hij met een glimlach. Wat hij nu al zeker weet, is dat het hier niet ophoudt. “Het proefschrift is maar een derde van het hele project. Nu we de bouwstenen hebben geïdentificeerd, moeten we kijken hoe we ervoor zorgen dat ze onderling samenwerken. En hoe we bijvoorbeeld een bouwsteen kunnen weghalen, zonder dat het systeem instort. Vervolgens willen we het idee tot leven brengen en in het bedrijfsleven implementeren en verder ontwikkelen.”
Daarvoor wil hij zichzelf blijven inzetten en gaat hij dus voorlopig zeker niet achter de geraniums zitten. “Het is buitengewoon intrigerend om te zien wat er allemaal mogelijk is met nieuwe technologieën en hoe we daarmee de manier van werken kunnen veranderen. Het is net als een jongetje dat nieuw speelgoed krijgt: ik mag ermee experimenteren en allerlei nieuwe richtingen bedenken die vroeger ondenkbaar waren. Dat is een enorme uitdaging, maar het biedt ook fantastische kansen, want bijna alles is mogelijk.”
Naast het plezier dat het hem geeft, vindt hij het ook enorm stimulerend. “Ik zie veel mensen na hun pensioen gaan zeilen of andere hobby’s oppakken, maar intellectueel worden ze minder interessant als gesprekspartner. Voor mij is het een state of mind om mezelf te blijven uitdagen”, besluit hij.
Discussie