
Geen Nederlands paspoort? Dan geen stem
Hoe voelt het voor internationals aan de TU/e om niet te mogen stemmen bij de Tweede Kamerverkiezingen?
Nederland gaat morgen naar de stembus, maar veel internationals aan de TU/e kunnen alleen toekijken. Ze volgen de debatten, betalen belasting en voelen zich hier thuis – maar zonder Nederlands paspoort telt hun stem niet mee bij de landelijke verkiezingen. Cursor vroeg hen hoe het voelt om aan de zijlijn te staan, terwijl anderen de toekomst van het land bepalen.
Officieel zijn de regels glashelder: alleen wie een Nederlands paspoort heeft, mag morgen stemmen voor de Tweede Kamer. Maar in de praktijk is ‘erbij horen’ zelden zo zwart-wit. De samenleving laat zich niet netjes opdelen in Nederlanders en niet-Nederlanders; velen delen dezelfde zorgen, dromen en hoop voor de toekomst. En dat wordt niet bepaald door het paspoort in hun zak.
Veel internationals voelen zich onderdeel van de Nederlandse samenleving, waardoor de verkiezingsdag soms juist als een pijnlijke herinnering aan uitsluiting voelt. Voor hen is Nederland meer dan alleen de plek waar ze wonen en werken – het is de plek waar ze hun leven hebben opgebouwd.
Een gekozen thuis
Davide Nardi, een Italiaanse data steward die inmiddels negen jaar in Nederland woont, zegt: “Ik werk hier, mijn kinderen gaan naar een Nederlandse school, mijn vrouw heeft de Nederlandse nationaliteit. Het voelt als thuis.” Zelf ervaart hij het niet als een gemis dat hij niet mag stemmen bij de landelijke verkiezingen. “Ik zie het niet als een recht dat me is afgenomen. Ik ben Nederland al dankbaar voor de kansen die ik hier heb gekregen.”
Hij volgt de Nederlandse politiek op de voet en zou, als het mocht, ook bij de landelijke verkiezingen stemmen – net zoals hij dat doet bij de gemeenteraadsverkiezingen, waar EU-burgers zonder Nederlands paspoort wél aan mogen deelnemen.
Het voelt oneerlijk dat ik geen inspraak heb in beslissingen die mijn leven wél beïnvloeden
Voor Andrea Kis, projectleider bij HRM en afkomstig uit Hongarije, ligt dat anders. “Ik woon hier nu zeven jaar, maar mag nog steeds niet stemmen – dat voelt vreemd. Nederland is voor mij mijn gekozen thuis, althans voor nu", vertelt ze. "Als academicus heb ik veel kennis opgebouwd. Ik betaal hier belasting en draag op een positieve manier bij aan de maatschappij. Het voelt gewoon oneerlijk dat ik geen inspraak heb in beslissingen die mijn leven wél beïnvloeden.”
Ze merkt op dat internationals bovendien een kwetsbare groep vormen, die in het publieke debat gemakkelijk als zondebok kan worden aangewezen. “Dat maakt het gevoel van onrecht nog sterker.”
Overal en nergens thuis
Vlasta Sikimić, universitair docent wetenschapsfilosofie, komt uit Servië en woont inmiddels twee jaar in Nederland. Eerder werkte ze drie jaar in Duitsland en ze verhuisde dus vaker binnen Europa, zoals bij academici vaak het geval is. Anders dan EU-burgers, mogen niet-EU-burgers pas stemmen bij gemeenteraadsverkiezingen als ze minimaal vijf jaar onafgebroken in Nederland wonen en ingeschreven staan in de gemeente. Aangezien Servië geen lid is van de EU, mag Sikimić op dit moment bij geen van beide verkiezingen haar stem uitbrengen.
Uiteindelijk stel je jezelf de vraag: waar hoor ik eigenlijk te stemmen?
Trouw aan haar vakgebied bekijkt ze het vraagstuk op een filosofische manier. “Ik zie mezelf als een kosmopoliet”, zegt ze. “Doordat ik in verschillende landen heb gewoond en gewerkt en veel heb gereisd, ben ik me gaan realiseren dat ik me nergens echt thuis voel – of misschien juist overal.” Leven als wereldburger is een mooie ervaring, maar deze gaat gepaard met een minder sterk gevoel van verbondenheid en een complexe identiteit. “Uiteindelijk stel je jezelf de vraag: waar hoor ik eigenlijk te stemmen? Los van wettelijke rechten is er ook een morele vraag – wat is mijn identiteit, en waar hoor ik bij?”
Participatie
Voor Nami Sunami, een Japanse data steward die nu drie jaar in Nederland woont, voelt het niet oneerlijk dat hij niet mag stemmen bij de nationale verkiezingen. Eerder woonde hij in de Verenigde Staten, waar hij helemaal geen stemrecht had – zelfs niet bij lokale verkiezingen. In Nederland mag echter iedere inwoner van 18 jaar of ouder stemmen voor de waterschapsverkiezingen, ongeacht nationaliteit. “Toen ik een brief kreeg om te stemmen, voelde dat geweldig”, zegt hij. “Voor het eerst in tien jaar kon ik weer stemmen bij een lokale verkiezing. Ik voelde me echt betrokken, alsof mijn mening ertoe doet.”
Sunami volgt de Nederlandse politiek nauwlettend en doet mee waar hij kan; zo is hij bijvoorbeeld lid van een vakbond. Hij vindt het belangrijk om betrokken te zijn en hoopt dat meer internationals zich aansluiten en actief meedoen. “We hebben een goede cao, maar die is er niet zomaar gekomen – dat is het resultaat van mensen die zich organiseren. Als we afhaken, kunnen we weer verliezen wat we samen hebben bereikt.”
Waar zou je stemmen?
Wanneer hen wordt gevraagd waar ze zouden stemmen als ze maar één stem hadden, kijkt Nardi er pragmatisch tegenaan. “Het zou logischer zijn om voor Nederland te kiezen”, zegt hij, “maar dat kan veranderen als ik op een dag terug naar Italië ga.”
Het voelt een beetje hypocriet om te stemmen in een land waar ik al jaren niet meer woon
Ook Sikimić erkent dat de huidige situatie zo’n keuze kan beïnvloeden. “Als in je land van herkomst een heel urgent vraagstuk speelt, voelt het misschien logischer om daar te stemmen. Maar als dat niet zo is, voelt het vervreemdend”, zegt ze. “Het voelt een beetje hypocriet om te stemmen in een land waar ik al jaren niet meer woon en waar de verkiezingsuitslag anderen meer raakt dan mijzelf.” Net als Nardi vindt ze dat wat goed voelt, kan veranderen met de omstandigheden.
Kis heeft tot nu toe in Hongarije gestemd, maar als ze maar één stem had en moest kiezen waar ze die uitbrengt, zou ze zeker voor Nederland kiezen. “Mijn werk aan de TU/e draait om de academische omgeving, die sterk verbonden is met en beïnvloed wordt door het Nederlandse politieke systeem. Het gaat dus niet alleen om mijn nationaliteit of persoonlijke gevoel van identiteit – mijn professionele identiteit hangt ook nauw samen met het Nederlandse systeem.”
Het paspoortdilemma
In sommige gevallen kunnen internationals stemrecht krijgen door het Nederlandse staatsburgerschap aan te vragen – maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Voor internationals zijn er twee juridische routes naar het Nederlanderschap. De ene is de ‘optieprocedure’, met strengere voorwaarden – zoals minimaal vijftien jaar verblijf in Nederland en drie jaar getrouwd zijn met een Nederlandse partner – maar het proces zelf is eenvoudiger. De andere is ‘naturalisatie’, waarbij onder andere minimaal vijf jaar verblijf vereist is (zie kader hieronder voor details).
Beide routes kosten veel tijd, geld en papierwerk, en vaak moet de aanvrager zijn of haar oorspronkelijke nationaliteit opgeven. Zelfs wanneer internationals aan alle eisen voldoen, is het aanvragen van een Nederlands paspoort geen beslissing die je zo maar maakt: voor velen gaat staatsburgerschap over meer dan papierwerk, het raakt aan identiteit en persoonlijke geschiedenis.
Twee wegen naar een Nederlands paspoort
Optieprocedure
Vereisten:
- minimaal 15 jaar onafgebroken woonachtig in Nederland met een geldige verblijfsvergunning, én
- minimaal 3 jaar getrouwd of geregistreerd partner van een Nederlander
Verwerkingstijd: ongeveer 3 maanden
Kosten: €231
Naturalisatie
Vereisten:
- minimaal 5 jaar onafgebroken woonachtig in Nederland
- inburgeringseis: het inburgeringsexamen behaald op minimaal taalniveau A2 (uitzonderingen kunnen gelden)
- over het algemeen moet de huidige nationaliteit worden opgegeven, tenzij een uitzondering van toepassing is
Verwerkingstijd: 1–2 jaar
Kosten: €1.091
Nardi voldoet aan de voorwaarden voor het Nederlanderschap, maar heeft besloten geen aanvraag in te dienen. “Behalve bij nationale verkiezingen levert het me niets extra’s op”, zegt hij. Als EU-burger kan hij vrij werken en reizen, en via zijn vrouw hebben zijn kinderen Nederlandse paspoorten. Voor hem zou een aanvraag vooral een “onnodige bureaucratische rompslomp” zijn. Vanwege de mogelijkheid dat hij nog eens terugkeert naar Italië, voelt het logisch en praktisch om zijn Italiaanse paspoort te behouden.
Voor Sunami speelt deze vraag niet, omdat hij nog niet lang genoeg in Nederland woont om in aanmerking te komen voor het Nederlanderschap. Daar is hij tevreden mee; hij hecht waarde aan het behouden van zijn Japanse nationaliteit.
Voor Kis en Sikimić is de keuze persoonlijker en emotioneel beladen. Beiden zouden hun oorspronkelijke nationaliteit moeten opgeven, iets wat voor hen allesbehalve makkelijk is. Kis reflecteert over de emotionele kant: “Geboren zijn in Hongarije is een dubbel gevoel, maar het betekent iets. Dat opgeven, alleen om te mogen stemmen, zou een zwaar persoonlijk offer zijn.”
Voor mensen die vaak verhuizen, zoals Sikimić, is de vijfjaarseis bovendien praktisch onhaalbaar. “Als je vaak verhuist, kom je misschien nergens in aanmerking", zegt ze en wijst daarmee op een structurele barrière voor hoogmobiele professionals.
Vertegenwoordiging
De geïnterviewden benadrukken de bredere gevolgen van uitsluiting. “Politieke partijen richten zich op groepen die mogen stemmen”, zegt Sikimić. “Als bepaalde mensen geen stemrecht hebben, worden hun belangen ook minder snel meegenomen – simpelweg omdat er geen prikkel is om ernaar te luisteren.”
Het is vreemd dat we internationals in groten getale uitnodigen naar Nederland te komen en hen dan niet laten deelnemen aan de democratie
Kis ziet dit terug in het publieke debat. “Het is vreemd dat we internationals in groten getale uitnodigen naar Nederland te komen en hen dan niet laten deelnemen aan de democratie, wat een fundamenteel mensenrecht is.”
Sikimić benadrukt hoe belangrijk politieke kwesties kunnen zijn voor internationale studenten in deze onzekere tijden. “Als ik met buitenlandse studenten praat, merk ik veel angst over beleidswijzigingen waar ze zelf geen enkele invloed op hebben. We moeten als gemeenschap laten zien dat we hen steunen.”
Behalve op de academische gemeenschap wijst Kis ook op een minder bevoorrechte, kwetsbare groep. “Er worden zoveel arbeidsmigranten naar ons land gehaald die vervolgens slecht worden behandeld of zelfs uitgebuit, vooral Oost-Europeanen. Deze mensen kunnen niet meedoen aan het politieke debat en er is niemand die hun belangen behartigt”, wijst ze op een vaak over het hoofd gezien gevolg van politieke uitsluiting.
Tijd voor herziening?
Volgens Sikimić rust een gezonde democratie op betrokken burgers – mensen die goed geïnformeerd zijn en actief deelnemen aan de samenleving. “Maar als mensen zich buitengesloten voelen, trekken ze zich terug en denken: waarom zou ik iets zeggen als er toch niemand luistert?”
Hoewel ze begrijpt waarom overheden terughoudend zijn met het toekennen van stemrecht, vraagt ze zich af of de huidige regels nog wel passen in een moderne, kosmopolitische wereld waarin mensen vaak verhuizen. “Misschien is het tijd om die opnieuw te bekijken.”




Discussie