
- Campus
- 21/11/2012
CvB: “Derivaat TU/e vormt geen bedreiging”
Elf hogescholen en acht universiteiten bezitten derivaten die in totaal 216 miljoen euro in waarde zijn gedaald, zo staat te lezen in een rapport dat de onderwijsinspectie gisteren bekendmaakte. Ook de TU/e bezit een derivaat, een zogeheten renteswap. Volgens het College van Bestuur geheel niet bedreigend en conform de regels. Ook de universiteitsraad maakt zich er geen zorgen over.
Met derivaten verzekeren veel Nederlandse onderwijsinstellingen zich tegen een stijging van de rente. Nu de rente flink daalt en de instellingen eigenlijk goedkoper zouden kunnen lenen, boeken de instellingen een papieren verlies. Volgens onderwijsminister Jet Bussemaker wordt dat pas een probleem als instellingen de rente vastzetten, maar nog geen lening afsluiten. Bijvoorbeeld in afwachting van een nieuwbouwproject. In dat geval speculeren ze op een rentestijging. Als de bouw niet doorgaat en de lening niet wordt afgesloten, hebben ze een zogenoemde ‘open positie’.
Drie universiteiten hebben volgens de inspectie zo’n dubieuze open positie ingenomen, zo schreef Bussemaker in eerste instantie aan de Tweede Kamer: de Universiteit Leiden, Wageningen Universiteit en de Universiteit van Amsterdam. Al snel moest de inspectie een stevige blunder toegeven: niet de Universiteit van Amsterdam maar de Vrije Universiteit bleek derivaten te bezitten waar geen lening tegenover staat. In het rapport waren de twee instellingen per abuis omgewisseld.
Derivaten kunnen ook gevaarlijk worden wanneer de bank een onderpand mag eisen zodra het verlies te hoog oploopt. Dat heet een ‘margin call’. Zo’n clausule hebben de Hogeschool Leeuwarden, kunsthogeschool Artez en de TU/e. Volgens het College van Bestuur heeft de TU/e weliswaar een derivaat, maar is dat conform de regels van OCW en helpt het de universiteit juist aan een betrouwbare, degelijke financiering.
De TU/e heeft een zogeheten renteswap op een lening van 70 miljoen euro, die nodig was voor de bouw van MetaForum en voor de herfinanciering van een oude lening. De rente op die lening was in principe flexibel, waardoor die elke drie maanden kon veranderen. Dat zou volgens het CvB een risico betekenen voor de financiën, omdat het onzeker is hoe de rente zich ontwikkelt. Daarom is gekozen voor een renteswap: die zet de rente vast op vijf procent, en zo weet de universiteit precies wat deze financiering kost.
De renteswap heeft momenteel een negatieve waarde van 31 miljoen euro. Dat klinkt bedreigend, aldus het CvB, maar is dat volgens hen niet. Alleen als de TU/e de lening vervroegd zou willen aflossen, moet de universiteit het inkomstenverlies van de bank compenseren. Omdat de universiteit niet van plan is om vervroegd af te lossen, is de negatieve waarde van de swap puur theoretisch, en vormt het dus geen enkele bedreiging.
Met de Rabobank heeft de TU/e de afspraak dat de bank extra zekerheden mag vragen als de negatieve waarde van de renteswap te groot wordt. De bank heeft dit echter nog niet gedaan en het CvB heeft ook geen enkel teken dat de bank dit gaat doen. Een aantal TU/e-gebouwen dient als onderpand voor de lening. Die gebouwen hebben een flinke overwaarde ten opzichte van de waarde van de lening. Mocht de bank vragen om meer zekerheden, dan is er voldoende onderpand beschikbaar, aldus het CvB. Het risico dat zou moeten worden bijgeleend, noemt men daarom nihil.
Ook de financiële commissie van de universiteitsraad maakt zich volgens commissielid dr. Allard Kastelein geen zorgen over de derivaten. Kastelein: “Maandag 26 november zal bij de bespreking van de begroting voor 2013 het onderwerp wel aan bod komen. Maar in de voorgesprekken met het CvB is er al over gesproken en ook wij zien geen beren op de weg.”
Minister Bussemaker maakt zich ten aanzien van de derivatenportefeuilles ook nog geen zorgen. “De verliezen op derivaten voor onderwijsinstellingen lijken aanzienlijk, maar zijn virtueel zolang de onderwijsinstelling het derivaat niet tussentijds afstoot, er geen margin calls worden ingeroepen en de instelling de looptijd van het derivaat uitzit.” Ze gaat de financiële regels voor instellingen wel aanscherpen. Bussemaker: “Hierbij worden open posities verboden.” Verder moeten banken onderwijsinstellingen voortaan als niet-professionele belegger gaan beschouwen. Dan is de zorgplicht van banken bij de verkoop van derivaten groter. Ze moeten ervan uitgaan dat de beleggers niet precies weten wat ze doen.
Discussie