Boomverzorger Rik van der Schief van het bedrijf Cobijn zet op enige afstand van de stam het apparaat in de grond, waarbij een gedeelte zo’n meter onder de grond gaat. Zijn inschatting is dat daar de wortel zit. Telkens als hij op de harde ondergrond stuit, gaat de grond omhoog. De techniek wordt vaak ‘ploffen’ genoemd. Van der Schief en Alex van Diermen van het bedrijf Tree Fertilizer Injection, spreken echter liever van ‘de bodem injecteren’. Van Diermen licht toe: eerst vindt er door hoge druk een soort van explosie plaats, waardoor de grond scheurt. Vervolgens injecteren we onder lagere druk grote lavakorrels en een speciaal soort mest met goede schimmels. We simuleren daarmee bosgrond.” Per injectie gaat er zo’n vijftien liter de grond in en voor de meeste bomen is circa honderd liter nodig.

De twee, die ingezet zijn via opdrachtnemer Heijmans Sport & Groen, behandelen hazelaars bij Traverse en IPO, een suikeresdoorn bij Ceres en Noorse esdoorns aan de Rondom. Bij opdrachtgever Dienst Huisvesting bestond de wens al langer om het probleem te verhelpen, maar er moest nog gewacht worden op voldoende budget - zo vertelt terreinbeheerder ing. Thijs Mooren. Volgens Mooren zijn de bomen aanvankelijk waarschijnlijk met onvoldoende goede grond geplant en is geen rekening gehouden met de groei van de wortels. De maatregel heeft pas op zijn vroegst over een jaar het gewenste effect.