Zeventig medewerkers staan klaar om 1550 notebooks, campuskaarten en clickers uit te reiken aan de nieuwe eerstejaars. Voor de clicker betalen de studenten zestig euro, de campuskaart is gratis en de laptop wordt voor een deel gesubsidieerd door de TU/e. Wie drie jaar aaneengesloten een hoofdinschrijving aan de TU/e houdt, krijgt zijn schuldbekentenis van 650 euro na die periode kwijtgescholden. De eigen bijdrage is dan nog 750 euro. Floris Verhagen, notebookcoördinator van het Onderwijs en Studenten Servicecentrum (STU) meldt dat studenten van de Universiteit Twente en TU Delft minstens tweehonderd euro meer moeten betalen. Tijdens de studie garandeert de TU/e vijf jaar lang support, in Enschede en Delft is dat drie jaar. 

Het grootste verschil met de versie van vorig jaar is de SSD van 24GB; de solid state drive, waarmee de laptop aanzienlijk sneller opstart. “Dat scheelt al gauw tien tot vijftien seconden”, schat Verhagen. 

De 3,4 kilo zware schootcomputers zijn door serviceprovider Scholten Awater voorzien van alle benodigde software en met accessoires als een diefstalkabel, muis en netwerkkabel. Dit alles ondergebracht in een Targus backpack. Deze computertas is gemaakt van zestien gerecyclede frisdrankflessen van polyethyleentereftalaat en heeft volgens Verhagen een dofgroene gloed. De stiksels zijn groen, het geheel ziet er echter overwegend zwart uit.

De studenten, die na uitreiking direct proberen of alles werkt en aanwezig is, kunnen voor eventuele vragen en problemen terecht bij een speciale eerstehulppost die daarvoor is ingericht in het Auditorium.

De notebooks worden opgehaald in drie tijdvakken. Dat geldt niet voor de clickers. Voor de balie, waar twee medewerkers naam en betaalbewijs van 1550 studenten moeten controleren, ontstaat al gauw een inmense wachtrij. Rond twee uur besluit STU een extra balie te openen.

Ook medewerkers van de TU/e kunnen een laptop aanschaffen, tweedehands of dezelfde als de nieuwe studenten. Voor het laatste kan contact worden opgenomen met Marian de Vaan van Dienst ICT.