Joost van Pinxten. Fotomontage | Rien Meulman

Stap-voor-stap een mooier model maken

Al vroeg in zijn studie wist student Elektrotechniek Joost van Pinxten dat zijn grote passie in het modelleren ligt. Voor zijn afstudeerproject klopte hij daarom aan bij de vakgroep Electronic Systems, waar hij in samenwerking met TNO Embedded Systems Innovation voor printerfabrikant Océ werkte aan een tool voor het efficiënt ontwerpen van nieuwe printers.

We staan er niet zo bij stil als we een printje uit de machine zien rollen, maar daar komt een flink stukje techniek bij kijken. En waar onze huis-tuin-en-keukenprinter nog tamelijk eenvoudig is, is dat van printers bij kantoordrukkerijen -die al snel twee grote tafels in beslag nemen- niet meer te zeggen. Voor deze geavanceerde printers is een zo optimaal mogelijke aansturing belangrijk, zodat er zo snel en zo goed mogelijk geprint kan worden.

Modelleren van het printerontwerp, dus zonder de machine zelf te bouwen, is daarom efficiënt, zeker als het om een ontwerpruimte gaat met miljoenen mogelijkheden. Joost van Pinxten verbeterde zo’n toolset die in de ontwerpruimtes van Océ wordt gebruikt bij het ontwerp van nieuwe kantoorprinters.

“De toolset zelf, waarin je een model kunt beschrijven en hoe je deze kunt variëren, lag er al. Maar hoe groter de modellen zijn, hoe langzamer de vertaalslag is. Het bleek dat het traject tussen input en output veel ruis bevatte. Dat zat voornamelijk in de manier van beschrijven, waardoor ook het onderhoud aan de toolset redelijk ingewikkeld was. Ik heb gekeken hoe we dat traject onderhoudsvriendelijker kunnen maken en makkelijk aan kunnen passen aan de wisselende wensen.”

“Je kunt het vergelijken met een recept. Een beschrijving kan heel stap-voor-stap zijn: pak een ei, sla het kapot, haal de dooier eruit. Maar je kunt ook zeggen dat er een eierdooier nodig is, en dan maakt het niet precies uit hoe je daaraan komt. In dat laatste geval hangen de stappen minder van elkaar af. Je beschrijft niet hoe, maar wat je moet doen. Op deze manier kun je ook berekende resultaten grotendeels hergebruiken; wij noemen dit ook wel incrementele transformatie. Hierdoor hoeven modellen bij veel wijzigingen niet helemaal weggegooid te worden, maar worden alleen de uitgangswijzigingen toegepast.”

Tijdens zijn afstudeerproject liep Joost een dag per week bij Océ op de werkvloer. “Een heel mooi kijkje in de keuken en een goede afwisseling op het vele computerwerk. En voor mij werd duidelijk dat ik wel toepassingsgericht bezig wil zijn, maar ik toch meer getrokken word door het bijbehorend onderzoek. In mijn komende promotieonderzoek aan de TU/e kan ik beide wensen perfect combineren.”

Maar voor het zover is, zit Joost nog in de race voor een Summer School in York, waar nog meer modellen op hem wachten.

Deel dit artikel