Sven van Belsen (in het geel).

En hoe is het in Nakskov, Denemarken?

Het ruikt erg zoet in Nakskov. In het kleine Deense stadje (twaalfduizend inwoners) hangt sinds half september de geur van de suikerfabriek van Nordic Sugar die weer begonnen is aan de bietencampagne. Tot begin februari zal de fabriek suiker produceren om de rest van het jaar volledig stil te liggen.

Iedere ochtend fiets ik naar de fabriek, met een mooi uitzicht op de rokende schoorstenen. Voor mijn stageopdracht werk ik op de afdeling Innovation & Technology. Mijn project gaat over de mechanische eigenschappen van suikerbieten, die vooral van belang zijn voor transport, opslag en het snijden van de bieten. Eens per week ga ik met een schop het veld in, om bieten te oogsten voor mijn experimenten. In het zonnetje is dat geen probleem, maar Denemarken heeft hetzelfde onvoorspelbare weer als Nederland.

In Nakskov is niet zoveel te beleven en het ligt in een uithoek. Het stadje is in verval geraakt na de sluiting van de scheepswerf en de windmolenfabriek. Dat is vooral te zien aan de leegstaande panden waarin vroeger restaurants en cafés zaten. Daarom ga ik zo’n vier keer per week trainen in het Fitnesshouse, een score die ik bij E.S.Z.V. Oktopus meestal niet eens in een maand haalde. In de weekenden geef ik mijn royale stagevergoeding uit aan reisjes naar grotere steden, zoals Kopenhagen en Hamburg.

Denemarken lijkt ontzettend op Nederland. Het landschap is identiek, alleen wat minder volgebouwd met steden. Het grootste deel van Denemarken is plat, maar ze hebben ook een achtergebleven deel met heuvels en mensen die raar praten. De Deense taal is moeilijk, ondanks de overeenkomsten met het Nederlands. Vooral de uitspraak is lastig, omdat alle klanken anders zijn. Gelukkig kan ik me goed redden met Engels en met de simpele woordjes Deens.

Deel dit artikel