Michiel van Steenbergen (helemaal links) in Montpellier.

En hoe is het in Montpellier?

Op 6 februari, 2014 om 09.00 ‘s ochtends startte een piloot die liever anoniem wil blijven het vliegtuig om niet veel later in het zuiden van Frankrijk weer naar het aardoppervlak terug te keren. Als laatste opdracht van onze voormalige hoogheid kreeg ik de missie het Franse volk naar mijn hand te zetten om vervolgens een massale pindakaascampagne te lanceren.

Het leek me een goed plan om eerst op zoek te gaan naar de populatie van de ruimtelijke ordening. Dat bleek niet moeilijk, want niet veel verder van de plek waar we het kamp hadden opgezet vond ik een samenstelling aan betonnen volumes genaamd École Nationale Supérieure d’Architecture.

Het eerste contact verliep moeizaam, ik begreep slechts enkele woorden en vice versa ging het nog slechter. Ik besloot mezelf op te offeren en me de Franse taal meester te maken.

Vier maanden later en je kunt me meester noemen. Voor diegene die hier de architectuur wil bedrijven, geef ik een korte sfeerimpressie: de helft van het schoolgebouw is altijd toegankelijk met een pas, wat slapen duidelijk overbodig maakt. Een aparte vleugel is gereserveerd voor projectgroepen. De drempel is laag genoeg zodat iedereen naar binnen en buiten loopt wanneer hij wil, wat resulteert in een natuurlijke kruisbestuiving tussen verschillende gedachtegangen.

Het eten tussen de ochtend en middag wordt verzorgd door studenten die zich vrijwillig beschikbaar stellen. Ik heb mezelf hierbij aangesloten om mijn Franse leerproces te versnellen. De sfeer rondom de kantine is zeer sympathiek en de school is klein genoeg om anonimiteit buiten spel te zetten. Iedere avond is er wat te doen in de stad en op school is het minstens een keer per week feest.

Er resten nog twee maanden veldwerk waarna ik groen licht zal geven aan hare majesteit, want mensen zitten hier te popelen om dat bruine goed waarmee ik ze nu al maanden lekker loop te maken.

Deel dit artikel