Rode wangen tijdens kindercollege

Lawines, dust devils, orkanen en tsunami’s. Daarop trakteerde prof.dr.ir. Gert-Jan van Heijst zijn publiek woensdagmiddag tijdens een ‘spannend’ college in het kader van de Kinderuniversiteit. Honderdtachtig jongens en meisjes verlieten met rode wangen de collegezaal.

Voor aanvang van het college wordt nog enthousiast gezwaaid naar ouders die via een videoverbinding vanuit een andere zaal in het Auditorium meekijken. Maar zodra Gert-Jan van Heijst in toga en met baret het podium betreedt, is het publiek -dat vooral bestaat uit leerlingen uit groep 6 en 7- vrij snel stil. Het enige geluid is afkomstig van het geschuif op de collegebankjes; het is overduidelijk nog even zoeken naar een goede houding.

Met behulp van filmpjes, schema’s en alledaagse voorbeelden (“Hebben jullie wel eens een kolk gezien wanneer je een bad laat leeglopen?”) legt de hoogleraar zijn publiek uit hoe natuurrampen zoals orkanen en tsunami’s ontstaan. Hoe golven of stromingen tot stand komen doordat bepaalde vloeistoffen (bijvoorbeeld zout water) zwaarder zijn dan andere vloeistoffen (bijvoorbeeld zoet water), laat hij zien door middel van een proef met een bak met zoet en zout water. Zodra het zwaardere, roodgekleurde zoute water wordt vrijgelaten, schiet het onder het zoete water door. “Dat is ook zo bij een zandstorm. Daar wil een combinatie van zand en lucht onder de minder zware lucht uit.”

Van Heijst vertelt verder dat er bij een tornado sprake is van twee wervels die om elkaar heen draaien. “Dat heet een dipool. Morgen kun je aan je vriendjes vertellen dat je een moeilijk woord geleerd hebt.”

Als die dipolen vervolgens in een proef nagebootst worden, wordt er ademloos toegekeken. “Kun je dat ook in het groot doen?”, vraagt iemand. “Je kunt het zelfs in een zwembad nabootsen!”, aldus Van Heijst.

Na afloop van het college blijven de vragen komen. Over natuurrampen (“Als iemand een sneeuwbal gooit en er komt een lawine, is dat ook een natuurramp?”), maar ook over de professor (“Hoe lang geef jij hier al les? Wat ga je doen als je hier vijfentwintig jaar werkt?”). Nadat de zee van vingers is weggewerkt, heeft zowel het publiek als Van Heijst een kleur.

Irene Assmann (10) en Karlijn van Stekelenburg (10) uit Boxtel vonden het ‘heel interessant’. “Ik weet nog niet wat ik later ga doen, maar ik wil wel naar een universiteit”, vertelt Irene. Wat het leukste was? In koor: “De proefjes!” Ook Jaap (10) en Bram (8) Cox uit Vught zijn het meest enthousiast over de proefjes. Jaap: “Het was een spannend onderwerp. Maar sommige dingen wisten we al.” Bram vond het met name heel anders dan school. “Vooral de stoelen.”

Deel dit artikel