TU/e en UU starten onderzoekscentrum poreuze materialen

De TU/e en de Universiteit Utrecht (UU) starten vandaag officieel met het Darcy Center, een onderzoekscentrum gericht op poreuze materialen. De universiteiten zijn allebei sterk op dit gebied, en verwachten door de krachtenbundeling een nog sterkere landelijke en internationale positie te krijgen. Betere kennis van poreuze materialen is van groot belang voor toepassingen als olie- en gaswinning, bouwmaterialen, energieopslag en watermanagement.

Bij de krachtenbundeling zijn in totaal twintig onderzoeksgroepen betrokken, twaalf van de TU/e en acht van de UU. De universiteiten gaan investeren in gezamenlijk onderzoek, halen de banden aan door over en weer hoogleraren van elkaar in deeltijd aan te stellen, en geven studenten toegang tot elkaars onderwijs.

De twee universiteiten hebben beide bijzondere onderzoekslabs. Zo is er in Utrecht het Hoge Druk en Temperatuurlaboratorium, waar de omstandigheden diep in de aarde kunnen worden nagebootst. In Eindhoven is er een laboratorium met geavanceerde MRI- en CT-scanners waarmee de structuur en de vochttransport in poreuze materialen bestudeerd kunnen worden. Daarnaast krijgen de partners beiden substantiële bijdragen uit de industrie, waar sterke banden mee bestaan op kennisgebied. De universiteiten krijgen zo  een sterke positie in Europa, en verwachten daarmee ook toptalent te kunnen aantrekken.

Het onderzoek binnen het Darcy Center zal drie gebieden beslaan: materialen, transport en opslag. Binnen materialen richten de onderzoekers zich op de structuur van poreuze materialen en veranderingen daarin. Vooral breukvormingsprocessen moeten door de bundeling van de experimentele en numerieke expertise beter kunnen worden voorspeld. Binnen transport gaan de wetenschappers zoeken naar wiskundige modellen om het transport van vloeistoffen in poreuze materialen te beschrijven en te kunnen voorspellen. Ook bieden poreuze materialen goede kansen voor energieopslag, wat een van de belangrijkste voorwaarden is voor een wereldwijde duurzame energievoorziening. De Eindhovense en Utrechtse onderzoekers  gaan onder meer werken aan een zogenaamde ‘warmtebatterij’, een goedkope en omkeerbare opslag van energie waar geen energie uit kan weglekken.

Voor het programma van het startsymposium van het centrum, dat voluit het Darcy Center for Porous Media Science and Technology heet, klik hier.

Henry Darcy (1803-1858) was de Franse ingenieur die de basis legde voor de wetenschap op gebied van poreuze materialen. Hij is onder meer bekend van de Wet van Darcy, die de stroming van grondwater beschrijft.

Bron: Persteam TU/e

Deel dit artikel