Een gevarieerd voertuigenpark - van fiets tot boot - stond woensdagochtend opgesteld op de binnenplaats van het ministerie van Economische Zaken in Den Haag. De daarvoor verantwoordelijke studententeams waren bij elkaar gebracht door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, onderdeel van het genoemde ministerie.

Op de binnenplaats liet onder anderen minister Kamp zich kort bijpraten door studenten van alle teams. Onder hen Senja Boom van STORM Eindhoven, die terugkijkt op een geslaagde ochtend. “Het is sowieso al heel leuk om met al die verschillende teams samen te zijn, om te merken hoe enthousiast iedereen is, om met elkaar te bespreken hoe zij bepaalde dingen aanpakken en bijvoorbeeld welke sponsoren zij interessant vinden.” Ook vond Boom het “indrukwekkend” om alle andere voertuigen eens in het écht te zien, waaronder de waterstofboot van het Delftse team Forze.

Kamp was op zijn beurt zeer te spreken over het werk van de teams. “We hebben ontzettend veel belang bij technische studenten en gelukkig kómen er ook steeds meer. Ik hoop dat ook andere studenten gemotiveerd raken door wat déze studenten gepresteerd hebben en dat ze inzien dat je met een technische opleiding de meeste kans hebt op werk.”

De minister, die zelf motor rijdt, bleek nadrukkelijk gecharmeerd van de elektrische tweewieler van STORM. De originele motor wordt momenteel gepresenteerd in het Turkse Istanbul, waardoor Kamp woensdag - voor de tweede keer overigens - genoegen moest nemen met de mock-up van de Pulse. “Maar ik hoop nog een keer op de échte te rijden.”

Of STORM direct zijn kansen schoon zag om Kamp in te lijven als ambassadeur voor het team? Boom lacht. “We gaan het wellicht wel proberen, maar we moeten eerst nog bespreken of hij in het lijstje past.” Onder anderen oud-premier Jan Peter Balkenende is al ambassadeur van het team, “we moeten misschien ook weer niet tevéél in de hoek van de politiek gaan zitten”.

Het geld voor de achttien innovatievouchers à vijfduizend euro die gisteren werden uitgereikt, is afkomstig van onder andere verschillende kennisinstellingen zoals de TU/e. Dit geldbedrag mogen de teams volgens Senja Boom vrij besteden. “Voor ons is nu vooral het doorontwikkelen van een prototype naar serieproductie het belangrijkste. Vijfduizend euro is misschien geen fundamenteel deel van onze begroting, maar het is zeker een mooie bijdrage.”