Illustratie | Marc Weikamp

Van vastloper naar bul-in-de-zak

Je bent aan het afstuderen, maar het wil even niet zo vlotten. Je hebt je begeleider al in geen tijden gesproken, je project loopt niet zo lekker, je motivatie keldert in sneltreinvaart. Toch kun je opgelucht ademhalen, want je bent hierin niet uniek. Bijna elke student kent wel zo’n moment tijdens zijn of haar afstuderen. Vaak lost het zich vanzelf op, maar heb je behoefte aan een gesprek of extra ondersteuning, dan staan studentenadviseurs Lonneke Aalpol en Hedwich van Engelen voor je klaar. Daarnaast is er een Afstudeergroep, waarin afstudeerders in een kleine groep wekelijks samenkomen om concrete doelen te stellen.

In vergelijking met de rest van je studie, is je afstuderen -zowel voor je bachelor als master- vaak een kwestie van ‘de knop omzetten’. Tijdens je vakken kreeg je de studiestof aangereikt en had je te maken met vastgelegde tentamendata en gestructureerde werkgroepen waar je op de vingers werd getikt als je de taken niet af had. Met je afstudeerproject gaat het ineens heel anders. Je moet zelf je onderzoek afbakenen, maar ook een stukje vrijheid - hoe verleidelijk is het om wat langer in je bed te blijven liggen, omdat je niet meer om kwart voor negen op college hoeft te zijn? En er wordt verwacht dat je zelf de afspraken met je begeleider regelt, waarin je ook wat te vertellen dient te hebben. Kortom, je bent projectleider geworden van je eigen project.

De meeste afstudeerproblemen zijn terug te leiden naar dit nieuw verworven projectleiderschap, stellen Lonneke Aalpol en Hedwich van Engelen. Als studentenadviseurs van het Onderwijs en Studenten Service Centrum (STU) zijn ze gespecialiseerd in ‘afstudeervastlopers’. Van Engelen: “Het is ook heel wat, projectleider zijn zonder al te veel kennis en ervaring. Maar het is goed om te beseffen dat je afstudeerproject jouw verantwoordelijkheid is. Natuurlijk ondersteunt een goede begeleider het product en proces wel als onderdeel van de academische vorming. Maar dat betekent ook dat je uiteindelijk wordt opgeleid tot zelfstandig ingenieur, onderzoeker of ontwerper. Dus moet je voor jezelf duidelijk hebben wat er moet gebeuren. Goed plannen en doelgericht werken. Welke experimenten moeten er in de komende weken gedaan worden, welke artikelen wil je lezen? Wat moet er met je begeleider besproken worden en waar wil je feedback op? Denk niet dat je begeleider daar altijd zelf mee komt, dus wees proactief.”

Vastlopen tijdens je afstuderen kan iedereen treffen. Het is van alledag, het maakt niet uit wie je bent en is vaak een combinatie van factoren die je gewoon kunnen overkomen. En het kan op elk moment gebeuren. Er zijn studenten die al bij de start opzien tegen hun project, of juist bij de afronding problemen hebben met (wetenschappelijk) schrijven. Vaak komt daar faalangst of perfectionisme om de hoek kijken. Wat er geschreven wordt, moet meteen perfect zijn en daardoor blijft het computerscherm wel heel lang leeg. Terwijl juist alles beter is dan een leeg scherm, tipt Aalpol. “Blijf vooral niet te lang zelf worstelen, maar praat veel met anderen over je ideeën, vragen of problemen. Dat kan je professor zijn -ook al ben je bang dat je een domme vraag stelt, so what?-, maar ook een medestudent of vriend. Alleen al het kenbaar maken kan helpen voor een positieve versnelling. We zien vaak dat studenten te lang in rondjes blijven draaien: ‘Als ik deze week tachtig uur draai, of die afspraak met mijn begeleider nu eens maak, dan komt het wel goed’. Maar de klok tikt door en je houdt jezelf iets voor wat uiteindelijk alleen maar vertragend werkt. En hoe langer je verzandt in negatieve gedachten, hoe lastiger het is om er weer uit te komen.”

“Zien dat anderen in hetzelfde schuitje zitten,
is vaak een opluchting”

Trek dus altijd vroegtijdig aan de bel als je tegen afstudeerproblemen aanloopt. Het is nooit fout om eens bij je begeleider, studieadviseur of STU binnen te lopen. Meestal is het maken van een afspraak bij STU voor studenten wel een drempel, merken de studentenadviseurs. Aalpol: “Studenten denken vaak dat ze er wel heel slecht voor moeten staan om ondersteuning van STU te vragen en dat er meteen een heel traject bij komt kijken. Het tegendeel is meestal waar. Met alle ervaring die we hebben, is een enkel gesprek met wat confronterende vragen en tips vaak voldoende om iemand net dat steuntje in de rug te geven om verder te kunnen. Voor langdurigere coaching bestaat er de Afstudeergroep. Daar komen afstudeerders in een klein groepje wekelijks samen om concrete doelen te stellen en werken we met een buddysysteem. Studenten bellen elkaar tussendoor nog een keer als stok achter de deur en om tips uit te wisselen. Niet met het idee om elkaar te controleren, maar juist om te helpen - een stukje verbondenheid. Het zien dat er anderen zijn die in hetzelfde schuitje zitten, is vaak al een hele opluchting.”

Zowel tijdens de individuele gesprekken als in de Afstudeergroep is het afstemmen van de verwachtingen een belangrijk aandachtspunt, zegt Aalpol. “Je hebt vaak de Mount Everest in je hoofd en geen idee hoe je aan de top moet komen. Onze belangrijkste taak is duidelijk maken dat je niet meteen op die top hoeft te staan, het kan ook stap-voor-stap. We maken er eerst heuveltjes van, door de druk van het eindresultaat weg te nemen en realistische, maar toch uitdagende doelen te stellen. Want de heuvel moet wel hoog genoeg zijn; zonder een beetje zweten is het niet interessant om eraan te beginnen. Je moet zelf leren om een grote taak in kleine concrete stappen op te delen. Heb je zo’n kleine stap afgerond, dan heb je een succesje behaald: weer iets dichter bij je einddoel. Je hoeft die berg niet in je eentje te beklimmen. Een projectleider zorgt ook dat de juiste mensen worden ingeschakeld om verder te komen. Dat kun jij dus ook doen. Zodat je uiteindelijk toch boven op de Mount Everest staat te zwaaien.”

De anti-dip-tips van STU

- Maak een gedegen planning en stel heel concrete doelen. Dus niet: ‘ik ga deze week wat artikelen lezen’, maar: ‘ik ga maandag, woensdag en vrijdag deze twee artikelen lezen’.

- Praat erover met vrienden, medestudenten, docenten of een studieadviseur. Maak je afstudeerproject niet te individueel; juist kleine gesprekjes kunnen leiden tot nieuwe inzichten.

- Zorg voor een goede balans tussen inspanning en ontspanning. Las verplichte pauzes in waarbij je achter je laptop vandaan komt en -letterlijk- afstand van je werkt neemt. Dus niet facebooken of anderszins internetten, maar iets actiefs, zoals even naar buiten een rondje lopen of een boodschap doen.

Met afstudeerproblemen kun je altijd terecht bij STU. Via een bezoekje aan de Servicedesk in MetaForum, per e-mail (stu@tue.nl) of telefonisch (040-247 4747) kun je een afspraak maken met een van de studentenadviseurs.

Dorris (25), masterstudente Technische Natuurkunde
“Ik heb me het meeste op persoonlijk vlak ontwikkeld”

“Al aan het begin van mijn afstudeerproject wist ik: dit is niet mijn ding en ik wil hierna ook niet in het onderzoek blijven. Plezier halen uit het relatief weinige resultaat -zo gaat het nu eenmaal in het onderzoek- vond ik lastig. Met het schrijven van mijn verslag werd het voor mij pas echt duidelijk dat ik niet op mijn niveau gepresteerd had. Ik kreeg wel de verzekering dat het voldoende was om af te studeren, maar als perfectionist lag mijn lat lag veel hoger. Ik heb uiteindelijk op aandringen van mijn begeleiders een korte time-out genomen. Mijn professor stelde voor om te vragen of ik bij het STU terecht kon en zo rolde ik via individuele gesprekken in de Afstudeergroep. Dankzij hen en de lieve mensen om me heen vind ik nu weer de energie om mijn verslag af te maken en heb ik me tijdens mijn afstuderen misschien wel het meeste op persoonlijk vlak ontwikkeld.”

De anti-dip-tip van Dorris:
"Denk niet dat je de enige bent met afstudeerproblemen; door er open over te praten, hoor je pas hoeveel mensen met dezelfde problemen zitten en kun je elkaar juist helpen!"

Johan (28), alumnus Automotive Technology, 2013. Werkzaam als Software Engineer
“Ik legde de lat voortdurend te hoog”

“De overgang van de gecontroleerde omgeving van het vwo naar universiteit, het op kamers gaan en alle vrijheid - die factoren gaven voor mij problemen. Ik vond het inschatten van werkzaamheden lastig en plande vaak te veel vakken; legde de lat eigenlijk voortdurend te hoog. Ik was heel actief in commissie- en verenigingswerk. Leuk, maar studieontwijkend. Ik ben een perfectionist, dus ik dacht dat ik mijn problemen zelf wel kon oplossen. Tot het echt niet meer ging en een kennis me aanraadde naar het STU te gaan. Daar leerde ik door gesprekken en de Afstudeergroep plannen en doelen stellen. Een fotolijstje op mijn bureau met mijn studievoortgang hielp me om –letterlijk- mijn prioriteit voor ogen te houden. Ik kreeg mijn bachelor weer op de rails en heb daarna mijn master zonder problemen doorlopen.”

De anti-dip-tip van Johan:
“Wacht niet te lang met het zoeken van begeleiding; hoe eerder je aanklopt, hoe makkelijker het is om studieproblemen aan te pakken.”

Bram (25), alumnus Technische Bedrijfskunde, 2014. Nu op rondreis door Azië.
“Ik vond uiteindelijk een luisterend oor”

“Ik zat totaal niet op één lijn met mijn afstudeerbegeleider. Bij het zoeken naar een bedrijf waar ik kon afstuderen -liefst aansluitend op het onderwerp van mijn literatuurstudie-, verliep de communicatie daarover al heel stroef. Ik kon niet even binnenlopen, zoals ik dat bij medestudenten en hun begeleiders wel zag gebeuren; alles ging heel formeel. Toen vervolgens mijn vader overleed, kreeg ik nauwelijks steun. Niet even vragen hoe het ging, studieverlenging was al helemaal uit den boze. Of ik wel genoeg voorkennis had met mijn hbo- en pre-masterachtergrond, kreeg ik te horen. Via een test bij STU bleek ik licht-depressief, niet vreemd omdat ik nog middenin een rouwproces zat. Ik kwam bij de Afstudeergroep terecht, waar ik een luisterend oor vond bij studenten in een vergelijkbare situatie en waar we ervaringen konden uitwisselen. Samen met het maken van strikte afspraken heeft dat ervoor gezorgd dat ik nu mijn diploma op zak heb.”

De anti-dip-tip van Bram:
“Wees kritisch bij het kiezen van je afstudeerbegeleider, spreek desnoods enkele keren af om te kijken of je een goede klik hebt.”

Op verzoek van de geïnterviewden worden ze alleen met voornaam genoemd.

Deel dit artikel