Alle post-bachelor opleidingen van de TU/e zijn ondergebracht binnen de Graduate School. De meeste masteropleidingen gaan er per september 2015 behoorlijk anders uitzien. Ze omvatten 120 studiepunten en daarbij mogen er maximaal dertig studiepunten aan verplichte vakken zijn ingeroosterd. Verder kiest een student een aantal specialistische vakken in overleg met zijn mentor of afstudeerbegeleider en moet een student voor tenminste 15 studiepunten aan vrije keuzevakken kunnen volgen op masterniveau (geen toestemming nodig). Minstens 15 studiepunten moeten uit internationale ervaring bestaan en een afstudeeropdracht heeft 30 en/of 45 studiepunten.

Verder geldt dat alle vakken een omvang hebben van 5 studiepunten. Uitzondering daarop is dat maximaal een derde van de keuzevakken een omvang mag hebben van 2,5 studiepunten. Tot september 2017 worden vakken van 3 ECTS toegestaan, maar alleen bij de niet-verplichte vakken. In de praktijk zullen die er weinig zijn. Ook vakken die met andere universiteiten worden gegeven hoeven niet per se 5 of 2,5 studiepunten te zijn. Mastervakken worden binnen een kwartiel gegeven en afgerond.

Aardig wat nieuwe regels, waardoor de meeste opleidingen goed de stofkam door hun masterprogramma moesten halen. Bij de ene opleiding ging dat wat gemakkelijker dan bij de andere. Zo was Scheikundige Technologie al wat langer bezig met het aanpassen van het curriculum, waardoor de masteropleiding al begin dit collegejaar in de nieuwe opzet van start kon gaan. Ook bij Technische Informatica waren ze al een heel eind, vertelt Jim Bergmans, beleidsmedewerker bij STU. Hij zit in het projectteam dat de plannen van de opleidingen voor het nieuwe masteronderwijs heeft getoetst. Hekkensluiter was Bouwkunde, waarbij aanvankelijk nog wat te weinig keuzeruimte was, zo licht Bergmans toe.

De opleidingen implementeren de ‘regels’ steeds net iets anders en daar is ook de nodige ruimte voor. Zo hebben onder meer Electrical Engineering en Applied Physics een apart internationaal kwartiel ingeroosterd en kan de internationale ervaring bij andere opleidingen bijvoorbeeld worden opgedaan door vrije keuzevakken in het buitenland te volgen. Als je Bergmans vraagt naar de opleiding die het meeste heeft aangepast, is dat Industrial Design (ID). ID-studenten krijgen mogelijkheden om meer vakken bij andere faculteiten te volgen en studenten van andere opleidingen kunnen ook bij ID terecht om vakken te volgen of in projecten mee te draaien. Tegelijkertijd blijft het projectonderwijs gehandhaafd.

Het projectteam heeft vooral getoetst of de plannen binnen de opzet van de Graduate School passen. Voldoende keuzevrijheid voor de student was daarbij een belangrijk criterium. Het was aan de faculteiten zelf om de vakken in te delen en te bepalen welke vakken werden behouden of samengevoegd. Al met al is het projectteam erg tevreden over het resultaat. Bergmans: “Alle opleidingen hebben er enorm hard aan gewerkt om alles op tijd af te krijgen en we zijn er trots op dat dit is gelukt.”

Derdejaars bachelorstudenten kunnen 10 februari een voorlichtingsavond bijwonen over de opzet van de Graduate School en de herziene masteropleidingen.

In de Cursor van 19 februari verschijnt een achtergrondartikel over de Graduate School.