Mengelers heeft gemengde gevoelens bij zijn uitverkiezing tot Eindhovens topman, blijkt uit een dubbelinterview in FRITS met de TU/e-bestuurder en ondernemer Josette Dijkhuizen. Laatstgenoemde voert de top-50 bij de vrouwen aan.

Mengelers is trots op zijn podiumplaats, maar waaraan hij deze uitgerekend nú heeft verdiend, is hem niet helder. “Ik bleef als TNO-voorzitter keurig op plaats 35 staan, totdat ik een jaar geleden terugkeerde in de regio. Toen stond ik ineens op nummer zes, terwijl ik als voorzitter van TNO landelijk misschien méér boegbeeld voor de regio was dan ik nu ben.”

De TU/e-voorzitter is naar eigen zeggen altijd “een bèta met een alfa-inclinatie” geweest, met een grotere interesse in filosofische vraagstukken dan in “weer een managementboek”. Daarvan las hij er naar eigen zeggen nog nooit één uit: “Teveel gezochte structuur en methodes en te weinig wijsheid met gezond verstand”.

Vooral verdieping, beschouwelijkheid en zingeving hebben zijn leven en loopbaan verrijkt; iets waarvan hij ook jonge mensen naar eigen zeggen probeert te overtuigen. “In de fase waarin ik nu ben, denk ik dat inhoud en geestelijke rijkdom misschien wel belangrijker zijn dan materiële rijkdom. Als ik dat toen had beseft, had ik misschien tóch die promotie gedaan. Nu ik bij de TU/e werk, leg ik mijn lat weer veel hoger dan ik voorheen al deed. Bij de TU sta ik vaak voor een zaal met superkritische, hoog-intelligente mensen. Die wegen de kwaliteit van de inhoud op een uiterst kritische weegschaal.”

Hij beschrijft zichzelf in het interview als een opgewekte workaholic met een zekere geldingsdrang: “Iets willen scheppen, een maker zijn. Niet per se pocherig. Als ik in een situatie of groep dingen zie die niet gaan zoals ik vind dat ze zouden moeten gaan, grijp ik op de een of andere manier in. Ik ben hoog in inhoudelijkheid, hoog in betrokkenheid, maar ook met een controlebehoefte en oog voor details”.