De deelname in het samenwerkingsverband past in de strategie van de TU/e om te komen tot een High Tech Materials Center. De universiteit stelt in 2015 in totaal veertien promotieplaatsen beschikbaar via het zogenoemde Impulsprogramma. Deze PhD-plekken worden via dit programma gematcht met veertien plaatsen die betaald worden door de industrie. Acht van deze plaatsen zijn specifiek bedoeld voor onderzoek op het gebied van 3D-printing en de mechanische eigenschappen van de geprinte producten.

Het centrum krijgt een plaats op de Brightlands Chemelot Campus in Geleen. De partners investeren 45 miljoen euro in het nieuwe Brightlands Materials Center. Voor de TU/e is het partnership belangrijk vanwege de samenwerking met de industrie. Het centrum zorgt dat de onderzoekers van de universiteit op het gebied van polymer science een directe link krijgen met het bedrijfsleven. Het moet hét technologische platform voor de verbinding van universiteiten met de industrie worden.

De discipline van polymere materialen aan de TU/e heeft de afgelopen twintig jaar een grote vlucht genomen. Het onderzoek aan de universiteit behoort inmiddels tot de internationale top. Polymeren zijn onder meer belangrijk voor energiereductie -zoals het lichter maken van voertuigen en woningisolatie- en het veilig en duurzaam verpakken van levensmiddelen. Daarnaast zijn er toepassingen met functionele polymeren in bijvoorbeeld led-verlichting in televisies en solarcellen. Ook nieuwe productietechnieken zoals 3D-printen krijgen speciale aandacht binnen het Center.

Voorzitter Jan Mengelers van het College van Bestuur is enthousiast over het nieuwe Center. “Voor de TU/e slaat het de brug tussen ons wetenschappelijke onderzoek naar polymeren en de toepassingen door de industrie. Dit Center kan uitgroeien tot hét technologische platform voor de industrie. Met deze partners en deze combinatie van specialisaties kan Brightlands Chemelot Campus samen met de TU/e uitgroeien tot dé main hub van de polymerentechnologie van West-Europa.”

Bron: Persteam TU/e