
- Onderzoek
- 03/11/2015
Het ‘fonds proefdiervrije innovaties’ moet onderzoek en innovaties financieren “waardoor de afhankelijkheid van dierproeven afneemt”, aldus een advies van onder meer wetenschappers, bedrijfsleven en Stichting proefdiervrij. In dat fonds kunnen allerlei potjes die nu al bestemd zijn voor dergelijk onderzoek worden samengevoegd.
Als het aan Dijksma ligt is Nederland in 2025 ‘wereldleider’ in proefdiervrij onderzoek. “Ik wil de ambitie van de denktank overnemen”, schrijft de staatssecretaris aan de Tweede Kamer. Ze wil over de oprichting van een fonds overleggen met betrokkenen als onderzoeksfinancier NWO, onderzoeksinstituut TNO en het RIVM.
Rob Debey, directeur bedrijfsvoering van de TU/e-faculteit Biomedische Technologie, juicht het voorstel van Dijksma toe. Hij wijst erop dat het deel van het onderzoek aan zijn faculteit waarbij proefdieren betrokken zijn, onder beheer van andere universiteiten valt. "BMT is zelf geen vergunninghouder en zal dat ook in de toekomst niet worden."
Wel participeert de faculteit in "nationale en internationale consortiumstudies naar medische vraagstukken waarin proefdieronderzoek kan voorkomen. In ons geval betreft dit veelal kleine - lagere - proefdierklassen". Daarnaast neemt BMT volgens Debey "actief deel aan studies die de inzet van dieren voor onderzoek kunnen beperken en uiteindelijk overbodig maken. Een fonds zoals dit door mevrouw Dijksma bepleit wordt, kan dit type onderzoek meer massa geven en de kans op het sneller beschikbaar komen van vervangende onderzoeksmethoden vergroten. Zeer welkom dus".
De laatste cijfers over aantallen dierproeven stammen uit 2013. In dat jaar werden in Nederland 526.593 dierproeven uitgevoerd. Meer dan de helft (53 procent) was in het kader van wetenschappelijk onderzoek, vier procent van de proeven werd uitgevoerd voor onderwijs en training. De rest van de proeven werd gedaan voor diagnostiek, het ontwikkelen of testen van geneesmiddelen en vaccins of om de schadelijkheid van bepaalde stoffen te testen.
Discussie