Cees Midden. Foto | Bart van Overbeeke

Overtuigende technologie voor een betere wereld

Slimme en zuinige technologie kan een grote bijdrage leveren aan een duurzame samenleving. Maar dan moeten mensen er wél gebruik van maken. Hoogleraar Human-Technology Interaction Cees Midden onderzocht hoe je persuasive technology kunt inzetten om consumenten een duwtje in de goede richting te geven. Vrijdag 30 oktober geeft hij zijn afscheidscollege, voorafgegaan door een symposium over deze overtuigingstechnologie.

Volgens kennisinstituut TNO blijken plug-in hybride auto’s zoals de Mitsubishi Outlander en Volvo V60 in de praktijk tot drie keer zoveel benzine te verbruiken als gespecificeerd. Die uitkomst is wellicht niet verwonderlijk: als je de accu vergeet op te laden, zijn deze auto’s gewoon zware benzineslurpers - extra zwaar zelfs door het lege accupakket dat ze moeten meetorsen.

Het nut van duurzame technologie staat of valt dus met het gedrag van de gebruiker; de beschikbaarheid van de techniek alleen is niet genoeg, weet psycholoog Cees Midden als geen ander. “De voordelen van duurzame technologie lekken deels weg. Als een zuinigere auto zo comfortabel is dat je bijna automatisch harder gaat rijden, doet dat de voordelen teniet. Ook de aanleg van rechte, bredere wegen helpt wat dat betreft averechts.”

Midden, die deze week na bijna een kwart eeuw afscheid neemt als hoogleraar aan de TU/e, zal in zijn afscheidscollege betogen dat consumenten er op subtiele wijze toe moeten worden aangezet de juiste, duurzame keuzes te maken. “Je moet mensen niet dwingen, maar je kunt er wel voor zorgen dat de duurzaamste optie het gemakkelijkst, leukst, of goedkoopst is. Of dat het de enige optie is, natuurlijk”. Dat kan bijvoorbeeld door de technologie slimme feedback te laten geven aan de gebruiker. “In veel nieuwere auto’s zie je dat al; die geven grafisch aan hoe zuinig je op een bepaald moment rijdt.

Voelt de artificial agent aan als een persoon, dan kun je zijn feedback bijna niet negeren

Ook de wasmachine zou informatie kunnen geven over het energieverbruik van elk wasprogramma. Al jaren geleden deed Midden experimenten waarin hij samen met collega Jaap Ham een door Philips ontwikkeld robotje, Victor, feedback liet geven aan proefpersonen die een bepaalde wastaak - krijg modderige spijkerbroeken schoon - moesten verrichten. “Ze moesten onder meer de temperatuur en de centrifugesnelheid instellen. Victor gaf commentaar als ‘goed gedaan’, ‘fantastisch’, of ‘belabberd’. Heel simpel, maar het had wel effect. En dat terwijl mensen aangeven dat ze zich niets zouden aantrekken van een dergelijke artificial agent. Het tegendeel blijkt waar.”

Als een artificial agent (een ‘kunstmatige persoon’) de juiste sociale signalen geeft, wordt de impact van de feedback groter, zo blijkt uit het onderzoek van Midden. Simpelweg bij elke keuze het aantal kilowattuur tonen dat de was zou kosten - wellicht meer voor de hand liggend dan de inzet van een artificial agent - blijkt veel minder effectief. Om zo’n getal tot je door te laten dringen, is volgens de psycholoog een ander soort aandacht nodig dan om een opmerking van een robot te verwerken. En die analytische aandacht kunnen de meeste mensen eenvoudigweg vaak niet opbrengen. Voelt de artificial agent aan als een persoon, dan kun je zijn feedback daarentegen bijna niet negeren. We zijn nu eenmaal heel gevoelig voor de opinie van andere personen, zegt Midden. “Zelfs als we weten dat die ander het misschien helemaal niet meent, maar ons bewust vleit of naar de mond praat.”

In het optimale scenario is de beïnvloeding zo min mogelijk storend. Bijna onbewust, maar niet stiekem, benadrukt Midden, want dan kom je op ethisch dubieus terrein. Daarom wordt bij Human-Technology Interaction, de groep die hij van 1993 tot 2013 leidde, ook onderzocht hoe je mensen kunt beïnvloeden door kleuren in een ruimte aan te passen, en het persoonlijk maken van adviezen. “Als een systeem Piet herkent en weet wat zijn gewoonten en voorkeuren zijn, kun je daar makkelijker op inspelen. Als hij druk bezig is, kun je hem vragen of de thermostaat wat lager mag, maar je kunt ook met een iets andere kleur verlichting aangeven dat de temperatuur wordt aangepast.”

Mensen bleken meer bereid om een dijkdoorbraak te voorkomen in een virtuele wereld

Middens onderzoek naar dergelijke persuasive technology is op natuurlijke wijze voortgevloeid uit het thema waarmee hij zich bij zijn komst naar de TU/e in 1991 voornamelijk bezighield, namelijk risico-inschattingen van het algemene publiek van zaken als kernenergie en genetische manipulatie. “Al snel bleek dat bij het klimaatprobleem een vergelijkbare maar omgekeerde reactie van het publiek speelde: geen overschatting van de risico’s, maar een onderschatting.” Hoewel de meeste mensen wel onderkennen dat we de opwarming van de aarde potentieel desastreus kan zijn, handelen ze daar in het dagelijks leven vaker niet dan wel naar. “Het staat gewoon niet hoog op hun aandachtslijstje.”

Mensen onderschatten het risico van klimaatverandering door het gebrek aan concrete ervaringen, zegt de hoogleraar. Maar die ervaringen kun je tegenwoordig zelf opwekken in een virtuele wereld. Midden en collega’s creëerden daarom in het virtual reality lab van Human-Technology Interaction een rivierlandschap, waar ze mensen in rond lieten lopen in de regen en met hoog water zichtbaar langs de rand van de dijken, gevolgd door een dijkdoorbraak met bijbehorende geluidseffecten. “Mensen bleken meer bereid om actie te ondernemen om een dijkdoorbraak te voorkomen dan wanneer je die informatie indirecter aanbiedt, bijvoorbeeld door dia’s van een overstroming te vertonen.”

Hoewel de potentie van persuasive technology dus bekend is, zien we het in de praktijk nog betrekkelijk weinig om ons heen. Een robotje op de wasmachine is misschien wat overdreven, maar een display met een pratend gezichtje is in technisch opzicht eenvoudig te realiseren. Toch is dergelijke apparatuur nog niet op de markt. Zelfs Toon, de slimme thermostaat, heeft nog een tamelijk klassieke vormgeving met vooral letters en cijfers op de display. Midden voelt het echter niet als zijn taak om een doorbraak op de markt te forceren. “Dat is meer een taak voor het bedrijfsleven, met een rol voor de overheid. Als je deze persuasive technology op grote schaal wilt introduceren, vergt dat een inspanning die je als academisch onderzoeker niet kunt leveren. Maar als er een beroep op me gedaan wordt voor bijvoorbeeld advies, dan ben ik daarvoor uiteraard beschikbaar.”

Het afscheidscollege van Cees Midden vindt plaats op vrijdag 30 oktober om 16.00 in de Blauwe Zaal. Voorafgaand is op die zelfde locatie een symposium over ‘Persuasive Technology and Sustainability’. Beide gelegenheden zijn vrij toegankelijk. Voor het symposium is registratie wel verplicht (via hti@tue.nl).

Deel dit artikel