De Nationaal Coördinator Groningen (NCG), Hans Albers, staat aan het hoofd van een samenwerkingsverband van gemeenten, provincie en het Rijk dat tot doel heeft de woningen in het Nederlandse aardbevingsgebied te versterken en de veiligheid te verbeteren. TU/e-hoogleraar Simon Wijte (leerstoel Sustainment of Concrete Structures) had contact gelegd met de instelling om te tonen waar de unit Structural Design van de faculteit zoal mee bezig is.

De aardbevingen zoals Groningen die nu al jaren kent, zullen - ondanks vermindering van gaswinning - naar Wijtes verwachting het komende decennium niet afnemen. De gebouwen die in het gebied staan, voldoen niet aan de eisen van veiligheid zoals die gebruikelijk zijn in aardbevingsgebieden.

In het buitenland is wel onderzoek gedaan naar het gedrag van constructies bij aardbevingen, maar die bevindingen zijn niet toepasbaar in de Nederlandse situatie. “In het Middellandse-Zeegebied gebruiken ze bijvoorbeeld veel dikkere gemetselde muren, maar vanwege het vochtige klimaat in Nederland wordt hier gewerkt met dunne spouwmuren”, illustreert Wijte. “Onze rijtjeswoningen zijn kwetsbaar voor seismische belastingen. In één richting is er weinig stijfheid en sterkte om de horizontale belasting die ze te verduren krijgen bij een beving te kunnen weerstaan. Die woningen kunnen net de windbelasting aan.”

De medewerker van NCG kreeg aan de TU/e onder meer te horen over het college Seismic Structural Design, waar studenten leren ontwerpen voor aardbevingsgebieden. Dat vak is vorig jaar in het curriculum gekomen om aan te sluiten bij de actualiteit. Ook zijn diverse mogelijke onderzoeken besproken. Bij de leerstoel Steenconstructies wordt al promotieonderzoek gedaan naar een systeem om metselwerk te versterken.

Concrete vervolgafspraken zijn bij het bezoek niet gemaakt. “Het belangrijkste is dat de Nationaal Coördinator kennis met ons gemaakt heeft”, zegt Wijte. “Verder hoop ik dat hij ons voorstel richting technologiestichting STW voor een onderzoeksprogramma, dat we met de TU Delft uitwerken, zal ondersteunen. Binnen dit programma kan dan onderzoek worden uitgevoerd naar de wijze waarop bevingsenergie door Nederlandse constructies kan worden opgenomen.”