Zijn nieuwe werkkamer in Gemini blinkt wit en oogt wat kaal. Er is nog veel ruimte voor schilderijen aan de muren; de kamer is dan ook een stuk groter dan Deens oude onderkomen bij Multiphase Reactors in Helix. Maar de inrichting van zijn nieuwe kamer heeft geen haast, zegt het nieuwe hoofd van de fusiegroep Multiphase & Reactive Flows bij Werktuigbouwkunde. “Ik moet nog veel mensen leren kennen hier. Met alle mensen in mijn nieuwe groep wil ik zo snel mogelijk uitgebreid praten en daar ben ik nog niet aan toe gekomen. Daarna komen de schilderijtjes wel. ”
De kersverse hoogleraar heeft per 1 januari niet alleen een sprong gemaakt op de academische ladder; hij is ook nog eens veranderd van faculteit. Die laatste stap is kleiner dan hij wellicht lijkt, benadrukt Deen. “Bij Scheikundige Technologie heb ik me beziggehouden met procestechnologie, en dat is ook de gemeenschappelijke factor in deze nieuwe groep. Het leiden van een grote groep is een grotere verandering, maar ook daar ben ik klaar voor.” Hij voelt zich daarbij bijzonder gesteund door decaan Philip de Goey van Werktuigbouwkunde, het vorige hoofd van de groep Combustion Technology (verbrandingstechnologie) - die nu samen met Process Technology is opgegaan in de nieuwe groep Multiphase & Reactive Flows. “De decaan heeft bij meerdere gelegenheden gezegd dat hij blij is dat ik hier nu ben, en ik voel me daardoor ook heel welkom.”
“Ik ben klaar om een grote groep te leiden”
Die uitgesproken steun zal Deen goed kunnen gebruiken. Hij moet immers de koers gaan uitzetten in een groep met een tiental vaste wetenschappelijke stafleden, die grotendeels ouder zijn dan de - met zijn 41 jaar - nog betrekkelijk jonge hoogleraar. De scheikundig technoloog lijkt zich overigens beslist geen zorgen te maken over de groepsdynamiek. Hij ziet zichzelf als de aanvoerder van het nieuwe elftal, die als centrale middenvelder moet zorgen voor de verbindingen tussen de linies. “En Philip de Goey staat op doel; die moet de nul houden”, lacht hij. Deen is van plan om nieuwe onderzoekslijnen op te zetten. Midden in de groep, zoals hij het formuleert, om optimaal te profiteren van de expertises van beide subgroepen. Al wil hij die laatste term niet in de mond nemen. “Er zijn geen subgroepen; het is nu één groep.”
Vijf jaar geleden kwam Deen samen met vier collega- procestechnologen - onder anderen Hans Kuipers, onder wie Deen tot voor kort werkte in de ST-groep Multiphase Reactors - van de Universiteit Twente over naar de TU/e. Bij Scheikundige Technologie heeft hij vervolgens alle ruimte gekregen om zich te ontwikkelen, vertelt hij. “Ik ben regelmatig gevraagd om ergens het woord over te voeren en heb in diverse commissies gezeten. Dat is een goede manier om als universitair docent of hoofddocent ervaring op te doen, en te leren hoe het is om de koers voor een organisatie uit te stippelen.” Het is mede dankzij die ervaring, denkt Deen, dat hij de beste kandidaat is gebleken voor zijn huidige positie.
In de procestechnologie speelt de toepassing altijd een prominente rol, ook in het werk van Deen zelf. Die noemt zich dan ook scheikundig technoloog “met een dikke streep onder de technoloog”. Zijn voornaamste wapenfeit in Eindhoven is het project dat hij financierde met een Europese Starting Grant, vertelt hij. “Ik heb gewerkt aan een verbeterde uitvoering van de bellenkolom. Dat is een groot vat met vloeistof dat je in contact wilt brengen met een gas, om stoffen uit te wisselen. De werking hiervan hebben we verbeterd door de bellen op te knippen in kleinere belletjes met een soort kippengaas.” Ondanks het succes van dat project, zal hij die onderzoekslijn niet meenemen naar Werktuigbouwkunde. “Dat is onderzoek dat ik echt samen met Hans Kuipers heb gedaan, en het zou vreemd zijn als ik datzelfde werk nu bij werktuigbouwkunde zou kopiëren. Dat moet bij scheikunde blijven. Ik laat het met pijn in mijn hart los, maar heb er alle vertrouwen in dat het in mijn oude groep goed wordt voortgezet.”
IJzervijlsel kan een milieuvriendelijke, herbruikbare brandstof zijn
Zoals gezegd zal Deen eerst rustig met alle groepsleden gaan praten, alvorens tot een nieuwe koers wordt besloten. Toch wil hij al wel een voorbeeld noemen van een onderzoekslijn die voor de hand ligt. Het idee komt uit de koker van Philip de Goey, en behelst ‘metal fuels’. Deen: “Je kunt metalen gebruiken als brandstof voor vrachtwagens en schepen, in plaats van diesel. IJzervijlsel kun je namelijk ook verbranden; je creëert dan roestdeeltjes en bij dat proces komt veel energie vrij.” Deze brandstof is milieuvriendelijk als je de roestdeeltjes weer omzet naar ijzervijlsel met behulp van schone energie.
De metalen brandstoffen staan nog in de kinderschoenen, zegt Deen. “Maar aan de Canadese McGill-universiteit hebben ze er al aardig wat ervaring mee. In februari is hier een workshop waarvoor we ook mensen van die universiteit hebben uitgenodigd, om te kijken hoe we hiermee aan de slag kunnen. Het mooie is dat er veel verschillende aspecten aan zitten, zoals natuurlijk verbrandingstechnologie, maar ook transportverschijnselen en meerfasestromingen. Dat maakt het bij uitstek een onderwerp waaraan vrijwel iedereen in onze groep kan bijdragen.”
Discussie