
- Onderzoek , Student
- 17/11/2016
Wachten op de volgende Einstein
De nieuwe Einstein is waarschijnlijk al onder ons, beweerde hoogleraar theoretische sterrenkunde Vincent Icke woensdagochtend tijdens zijn SG-lezing in De Blauwe Zaal. Wellicht is het een Nederlandse jongeman van negentien die bij gebrek aan basisbeurs niet is gaan studeren, zo stelde hij geëngageerd in zijn verhaal over de noodzaak van drastische aanpassingen aan de natuurkunde.
Het was wellicht even schrikken voor bezoekers van de SG-lezing van Leidse hoogleraar theoretische sterrenkunde Vincent Icke. Ruim voor de aanvangstijd stond die namelijk al voor de Blauwe Zaal te vertellen over Jean-Pierre Luminet, een van zijn wetenschappelijke helden. Gelukkig bleek om klokslag 11.00 dat het slechts ging om een ongepland intermezzo van de wetenschapspopularisator: de voorgaande lezing van het symposium over Astrofysica van studievereniging Van der Waals was namelijk eerder afgelopen dan gepland, en Icke was spontaan in dat gat gesprongen.
Zij die alleen kwamen voor de lezing van Icke, opgenomen in het programma van Studium Generale, konden dus toch vanaf het begin meegenieten van het – Engelstalige - overzicht dat Icke gaf over de botsing tussen kwantumfysica en de zwaartekrachttheorie van Einstein. Dat was maar goed ook, want het niveau van zijn uiteenzetting was pittig, en een achtergrond in de natuurkunde was geen overbodige luxe. Dat zal het merendeel van de aanwezigen, gekomen voor het natuurkundesymposium, echter niet hebben gestoord. Formules werden in hoog tempo afgewisseld met mooie citaten van - en anekdotes over - de hoofdrolspelers in de ontstaansgeschiedenis van de moderne natuurkunde.
Intussen schroomde Icke niet om op – zoals hij het zelf noemde – ‘pedante’ wijze zijn uitgesproken visie te geven op bepaalde zaken. Zo maakte hij gehakt van de bekende plaatjes waarin de kromming van de ruimte wordt uitgebeeld met een kanonskogel die wegzakt in een trampoline. “Alsof de zwaartekracht die kromming veroorzaakt, terwijl de zwaartekracht die kromming ís.” Om verkeerde interpretaties te voorkomen zet de eigenzinnige hoogleraar – tevens kunstenaar – dergelijke plaatjes op zijn kant, vertelde hij.
Het tekent het eigengereide karakter van de spreker, die in een semi-serieuze verhandeling een voorspelling deed over de komst van het volgende genie van Einsteiniaanse proporties. Er zaten drie eeuwen tussen zijn helden Huygens en Einstein, analyseerde hij, maar door de sterke bevolkingstoename zouden er volgens hem nu alweer twee van dergelijke genieën moeten rondlopen. Geen van beiden zat wat hem betreft de voorgaande avond bij De Wereld Draait Door (collega Erik Verlinde was daar dinsdagavond te gast om te vertellen over zijn nieuwe zwaartekrachttheorie), zo was af te leiden uit zijn steek onder water over de ‘zee’ van fysici die de zwaartekrachttheorie met allerlei kunstgrepen willen uitbreiden.
“De ene nieuwe Einstein is een meisje van negen in Darfur”, postuleerde de geëngageerde wetenschapper daarentegen. “En de andere een Nederlandse jongen van negentien die geen natuurkunde is gaan studeren vanwege de afschaffing van de basisbeurs." In het vragenrondje na afloop ging Icke, in weerwil van zijn vitale voorkomen de zeventig al gepasseerd, verder in op die kwestie, die hem overduidelijk aan het hart gaat. “Ik kom uit een zeer arm gezin, en zonder een toelage van de overheid had ik nooit kunnen studeren. Toen ik mijn hoogleraar Minnaert (een illuster natuurkundige en Marxist, red.) vroeg of het juist was om die 1500 gulden per jaar te accepteren, antwoordde die dat ik dat geld niet kreeg omdat ze mij aardig vonden, maar omdat het land behoefte had aan academici. En dat is natuurlijk nog steeds zo.”
Discussie