Ines Lopez Arteaga met geluidscamera's van Sorama. Foto | Bart van Overbeeke

Science of Sound

Sinds dit voorjaar is Ines Lopez Arteaga de eerste vrouwelijke hoogleraar in de geschiedenis van TU/e-faculteit Werktuigbouwkunde. De Spaanse is een geluidsexpert met een missie: geluidsoverlast moet de wereld uit. En daarvoor is ze bereid over de grenzen van haar eigen vakgebied heen te kijken.

Ines Lopez Arteaga heeft in haar wetenschappelijke carrière al veel uiteenlopende projecten aangepakt - van zichzelf kapot trillende machines tot piepende treinwielen, stille truckcabines en optimaal asfalt voor snelwegen. Toch is er een duidelijke gemene deler: mechanische trillingen en de daarmee gepaard gaande geluidshinder. En dat is een onderwerp dat iedereen aangaat, vindt ze. Geluidshinder kan namelijk hartklachten, hoge bloeddruk, en leerproblemen veroorzaken. “Naar verwachting zorgt geluidsoverlast in 2020 voor meer verloren gezonde levensjaren dan welke vorm van milieuhinder dan ook; meer dan luchtvervuiling dus.”

De Spaanse geluidsexpert studeerde werktuigbouwkunde aan de universiteit van Navarra in San Sebastian. Vervolgens promoveerde ze aan een aan diezelfde universiteit gelieerd instituut, waar ze een demper ontwierp voor tram- en treinwielen, om het bekende ijzingwekkende gepiep in bochten tegen te gaan. “Ik bedacht een oplossing die goed werkte en ook meer dan tien jaar is gebruikt. Helaas bleek het lastig in het onderhoud. Inmiddels gebruiken ze in Spanje daarom een ander systeem, maar onlangs kwam ik mijn wiel nog tegen in het Kutxaespacio, een techniekmuseum in Baskenland. Dat gaf toch wel een goed gevoel.”

Na haar promotie kwam Lopez voor een project met DAF Trucks naar Nederland, in 2001. “Ik was toen een van de weinigen die op basis van een rekenmodel kon voorspellen wat bepaalde aanpassingen van de cabine van de truck, bijvoorbeeld de binnenbekleding, zou doen met de trillingen en geluidsoverlast in de cabine.” De informatie voor haar modellen verkreeg ze door een geluidsbron in de cabine te plaatsen, en microfoonarrays erbuiten. Om te kijken hoeveel geluid er waar precies weglekte - precies omgekeerd aan het probleem in de praktijk dus.

Dergelijk onderzoek, waarbij geluidsbronnen ‘zichtbaar’ worden gemaakt met meerdere microfoons, werd in die tijd ook aan de TU/e opgestart. Dat resulteerde in 2009 in de spin-off Sorama, die geavanceerde 3D-geluidscamera’s ontwikkelt met duizenden microfoons. Rick Scholte, de oprichter van Sorama, was Lopez’ eerste promovendus en Lopez is bij het bedrijf betrokken als technisch adviseur.

De bovengenoemde techniek - near-field acoustic holography - vormt ook een belangrijk element binnen Lopez’ onderzoek. Onlangs nog rondde ze een project af met de Veldhovense chipmachinefabrikant ASML, waarin ze (samen met Sorama) onderzocht of je met een geluidscamera op afstand - contactloos dus - trillingen kon meten op een schaal van tien tot honderd nanometer. “Dat blijkt inderdaad te kunnen - niet dat we het al direct kunnen toepassen, maar het zogeheten proof-of-concept heeft mijn promovenda Elise Moers wel geleverd.”

Wielen maken boven 40 km per uur meer herrie dan de motor

Als je aan geluidsoverlast denkt, denk je al snel aan verkeer. Het mag dus niet verbazen dat de Spaanse hoogleraar zich al jaren bezighoudt met het geluid van autowielen op uiteenlopende soorten wegdek. “Als een band over een ruw oppervlak rolt, dan gaat hij trillen”, legt Lopez uit. Die trillingen worden doorgegeven aan de lucht en bij de juiste frequenties levert dat een hoorbaar geluid op. “Het vervelende hierbij is dat de ruimte tussen de voorkant van het wiel en de weg fungeert als een soort hoorn die het geluid tot wel twintig decibel versterkt.” Dat effect zorgt er volgens haar voor dat wielen op asfalt boven pakweg veertig kilometer per uur meer geluid produceren dan de automotoren. “Pas boven de honderdtwintig á honderddertig kilometer zorgen de luchtwervels rond de contouren van de auto voor nog meer lawaai.”

Een deel van dat probleem is opgelost door de introductie in de jaren negentig van ZOAB (zeer open asfaltbeton), dat door de open structuur veel van het geluid absorbeert. Het probleem van ZOAB is echter dat door het ruwe oppervlak de band in verhouding iets meer trilt en de rolweerstand groter is. Daarom werkt men tegenwoordig met zogeheten dubbellaags ZOAB, opgebouwd uit een egalere toplaag van kleinere steentjes en een opener structuur daaronder. “Een eenvoudige oplossing, maar je komt er pas op als je snapt wat er gebeurt.”

Missie: wegenbouwsector doordringen van belang rolweerstand

ZOAB dateert al van voor Lopez’ tijd als wetenschapper. Haar bijdrage aan dit probleem heeft voor de verandering niets te maken met geluid, maar met het effect van het wegdek op de rolweerstand. Ze is ook hoogleraar aan de KTH in Stockholm, waar ze een nieuwe experimentele opstelling heeft waarmee ze op de lengteschaal van het bandenprofiel kan meten hoe de wrijvingskrachten variëren bij verschillende soorten wegdek. “Dat zijn kleine effecten, maar rolweerstand is de belangrijkste vorm van wrijving voor auto’s tot zo’n negentig kilometer per uur. Als je het wegdek zo kunt maken dat de rolweerstand net iets kleiner is, en je vermenigvuldigt dat met alle miljoenen auto’s, dan heeft dat een serieuze impact op het milieu.”

Ze beschouwt het als een belangrijke missie om de wegenbouwsector van dit belang te doordringen. In principe hebben bandenfabrikanten net zo goed invloed op de rolweerstand, legt ze uit, maar die sector houdt de samenstelling van hun rubber uit concurrentieoverwegingen angstvallig geheim. “Door de wegenbouwers ervan te overtuigen dat je met goede wiskundige modellen op betere eigenschappen kunt uitkomen, valt voor ons dus veel meer te bereiken.”

Ook valt er nog rond geluidsoverlast veel te winnen door samen te werken met andere disciplines, zegt Lopez. “Ik werk daarom samen met Maarten Hornikx van Building Acoustics, Berry Eggen van Industrial Design en Armin Kohlrausch van Human Technology Interaction. Samen verzorgen we de collegereeks Science of Sound and Music. Ik vind het belangrijk om een brug te slaan tussen de harde technische kant van akoestiek en de softe, menselijke kant. Mijn ambitie is om de geluidsbeleving van mensen te koppelen aan de wiskundige modellen, zodat we machines kunnen ontwerpen die béter geluid maken, en niet alleen maar mínder geluid. Je kunt zelfs fantaseren over ziekenhuizen waar het omgevingsgeluid bijdraagt aan het genezingsproces. Dat zou toch fantastisch zijn?”

Deel dit artikel