Expats in Eindhoven.

Werken in recht-voor-zijn-raap Nederland

De regio Eindhoven trekt steeds meer internationale kenniswerkers aan die aan de TU/e zijn opgegroeid en klaargestoomd. Maar hoe bevalt het hen, als ze hier eenmaal aan het werk zijn? Vier alumni uit vier verschillende windstreken doen hun verhaal. Over culturele verschillen op de werkvloer, de Hollandse recht-voor-zijn-raapmentaliteit en de dure broodjes in de kantine. “Van die Nederlandse eetcultuur begrijp ik nog steeds maar weinig”.

Laten we beginnen met een voorstelrondje. Welke expats hebben we aan tafel voor dit gesprek?

Emilio Maldonado (30)
Nationaliteit:
Mexicaans
Studeerde aan TU/e:
Automotive Technology
Nu werkzaam als:
consultant bij Punch Powertrain BV, leverancier van aandrijvingen (sinds september 2016)

Yixiao Qiao (27)
Nationaliteit:
Chinees
Studeerde aan TU/e:
Electrical Engineering
Treedt binnenkort in dienst bij:
Philips als Engineering Management Trainee

Mikhail Astafev (27)
Nationaliteit: Russisch
Studeerde aan TU/e: PDEng Design and Technology of Instrumentation
Nu werkzaam als: software engineer bij ICT Automatisering (sinds september 2016)

Igor Stojanov (27)
Nationaliteit:
Macedonisch-Bulgaars
Studeerde aan TU/e: Business Information Systems
Nu werkzaam bij: Philips als Software Designer, sinds twee jaar

Brainport Eindhoven, ook wel het Silicon Valley van Nederland genoemd, is een multiculturele smeltkroes, waar Engels de voertaal is en de onderlinge culturele verschillen ondergeschikt zijn aan de gezamenlijke taak waar men aan werkt. De ondervraagden moeten soms dan ook  goed nadenken als hen wordt gevraagd naar de nationaliteit van collega’s. Allen weten zich omringd door een veelkleurig palet aan buitenlandse collega’s, zoveel is zeker. Maar waar ze vandaan komen? Indiërs worden het vaakst genoemd, maar ook Grieken, Chinezen, Turken en Russen blijken goed vertegenwoordigd in de regionale hightechsector.

Toch is het geen vanzelfsprekendheid dat al die nationaliteiten op de werkvloer samensmelten tot een mooi gemixt beslag. Of zoals Igor Stojanov het mooi formuleert: “We behoren allemaal tot de menselijke soort. Die is geneigd om ‘soortgenoten’ op te zoeken, waar hij zich mee verbonden voelt en mee kan identificeren. Bij ons zie je de ‘buitenlanders’ vaak in elkaars omgeving. Maar uiteindelijk kan iedereen - onafhankelijk van zijn afkomst - het goed met elkaar vinden. Yixiao Qiao zoekt als trainee bewust zoveel mogelijk contact met andere nationaliteiten. “Omdat het goed is om soms uit je comfortzone te treden en zo een netwerk op te bouwen”, stelt ze. “Maar ik spreek ook twee keer per week af met andere Chinezen, hoor! Bij hen voel ik me toch het meest thuis en op mijn gemak. Emilio Maldonado voelt zich vooral een bindende factor tussen de Hollanders en de buitenlandse collega’s, die elkaar uit zichzelf niet altijd zo snel opzoeken.

De keuze om na de studie in Nederland te blijven, is soms opportunistisch - er diende zich al snel een baan aan - maar soms ook strategisch gemotiveerd. Mikhail Astafev: “Ik zag het als investering voor mijn toekomst om te gaan werken in zo’n groeilocatie als Eindhoven. Maar het bood ook andere voordelen. Zo wordt over dertig procent van het inkomen van expats geen belasting geheven en kom ik in aanmerking voor een permanente verblijfsvergunning.” Yixao’s keuze voor een langer verblijf in Nederland maakte ze al tijdens haar opleiding. “Ik ben erg gesteld op de open cultuur van dit land. Men zegt hier eerder wat men ergens van vindt. En omdat mijn man hier ook werk vond, was de keuze snel gemaakt.” Hoewel Igor door het winnen van een scholarship in Nederland voor minstens drie jaar na afstuderen aan Nederland gebonden was, had hij die druk niet nodig. “Ik wilde hier hoe dan ook gaan werken. Nederlanders behoren tot de gelukkigste volken van de wereld en hun land tot de beste om in te wonen.”

Vergunningen, woningen en rijbewijzen

Voor de meesten bleek de gang naar de Nederlandse arbeidsmarkt gelukkig geen eindeloos geregel en uitzoekerij. Zaken als werkvergunningen, visa en zelfs een woning worden hier vaak al door de werkgever geregeld. Maar wie wél op zichzelf is aangewezen, moet oppassen voor huisjesmelkers, weet Mikhail: “Je moet je vooraf goed verdiepen in je rechten en de gangbare prijzen, want er wordt vaak veel teveel gevraagd voor een kamer. Daarom is het extra fijn als je werkgever dat soort zaken voor jou regelt.” Igor merkte als Europees burger dat de bewegingsvrijheid voor expats binnen die zone groot is. Maar ook Yixao kwam als Aziaat in een gespreid bedje terecht: “Philips had alles al geregeld. Ik hoefde alleen wat papieren in te vullen en mijn visum, werkvergunning en woning waren in orde.” Yixao schiet ineens ook een ander voordeel van Nederland te binnen. “Buitenlanders die in Nederland afstuderen, krijgen een zogenoemd zoekvisum voor één jaar. Die tijd mag je maximaal besteden om hier aan werk te komen. Dat is zeer royaal, natuurlijk.” Daar staat volgens Mikhail een nadeel tegenover: “Buitenlandse rijbewijzen worden een half jaar na binnenkomst van hun drager ongeldig. Maar zodra je formeel erkend wordt als expat, kun je je rijbewijs vrij eenvoudig omzetten naar een Nederlands pasje.”

Spreken onze buitenlandse gasten inmiddels al een woordje Nederlands, of is dat niet nodig in een omgeving waar tóch alleen maar Engels wordt gesproken? Emilio: “Mijn werkgever verwacht of verlangt niet van me dat ik de taal leer. Tóch denk ik er aan om Nederlands te leren, omdat je zonder dat te doen toch altijd een buitenbeentje zal blijven.” Dat is Mikhail met hem eens. “Het is ook bij ons geen bittere noodzaak, maar het beheersen ervan - in welke mate dan ook - kan zomaar het verschil betekenen tussen leven en overleven. Het bevordert je integratie.” Igor ziet wel een keerzijde. “Je kunt de taal wel leren, maar valt op je werk toch snel terug op Engels, omdat dát de voertaal is. Zo stagneert je taalontwikkeling natuurlijk wel.”

Arbeidstechnische cultuurshock

De entree op de Nederlandse werkvloer blijkt voor sommige expats uit te lopen op een arbeidstechnische cultuurschock. Zeker als het op communiceren aankomt. Zo was Emilio blij verrast toen hij merkte dat men  elkaar hier met de voornaam aanspreekt. “Dat praat zoveel makkelijker”, vindt hij. Ook maakte hij hier voor het eerst kennis met betaald overwerk. “In Mexico kennen we dat niet. Overwerken doe je daar onvoorwaardelijk. Je laat daarmee aan je werkgever zien hoe dankbaar je bent dat je voor hem mag werken.”

Mikhail maakte al snel kennis met de recht-voor-zijn-raapmentaliteit. Zeggen wat je denkt en doen wat je zegt. “Ik ben er snel van gaan houden. Hier worden een hoop misverstanden en geroddel mee voorkomen.” Maar ook de platte organisatiestructuur is veel expats opgevallen. “Je kunt hier als werknemer ook gewoon ‘nee’ tegen je chef zeggen en daar dan ook nog eens met elkaar over praten.” Igor: “Bovendien erkennen werkgevers hier ook dat het leven niet enkel uit werken bestaat.”

Maar Nederland valt niet alleen in positieve zin op, als het om de cultuurverschillen gaat. “Hoe kan een ontwikkeld land als Nederland zo’n matig ontwikkelde voedselcultuur hebben?”, vraagt Mikhail zich af. De kantine ligt dagelijks vol met matige broodjes, waar je je blauw aan betaalt. Ik begrijp daar niets van.”

Hebben de expats tenslotte nog wijze raad voor de expats van de toekomst? Mikhail: “Ga niet gelijk uit van een hoog salaris. Dan kan het wel eens flink tegenvallen. En kook of maak je lunches lekker zelf, in plaats van je te storten op de bedrijfskantine. Yixiao: “Omdat expats zich vaak bescheiden opstellen, worden ze verbaal nog wel eens overstemd door Nederlandse collega’s. Hoewel bescheidenheid een mooie deugd is, zouden die buitenlanders daar best wat vaker afstand van mogen doen en zich meer mogen mengen in de debatten. Je hebt zeker net zoveel te bieden als je Nederlandse collega. Draag dat uit.”

Deel dit artikel