De drone van Blue Jay. Foto | Bart van Overbeeke

Blue Jay wil zieke kinderen laten spelen met drone

Een potje boter-kaas-en-eieren spelen tegen of met hulp van een drone: TU/e-team Blue Jay hoopt het dit voorjaar mogelijk te maken tijdens een pilot in een kinderziekenhuis. De studenten willen zich dit jaar, los van de technologische mogelijkheden, vooral focussen op en profileren met de sociale en maatschappelijke kansen van drones.

Het dronecafé tijdens TU/e’s jubileumfestival Dream & Dare in 2016, waar de vliegende indoor hulp van Blue Jay bestellingen opnam en serveerde, was een “mooie showcase, waarmee we op een ludieke manier hebben laten zien wat technisch kán, maar waarin de interactie tussen drone en mens nog beperkt was”. Dit jaar wil het studententeam zich nadrukkelijker richten op het maatschappelijke belang en de toegevoegde waarde van drones in sociaal opzicht, vertelt Dennis Marinissen, projectmanager bij Blue Jay.

De gezondheidszorg is een van de omgevingen waarbinnen de indoor drone van betekenis kan zijn, zo is de overtuiging van Blue Jay en van partners waarmee het team al in meerdere brainstormsessies zat. Al kleven daar ook beperkingen aan, bijvoorbeeld als het gaat om de meermaals geopperde medicijndistributie onder ziekenhuispatiënten door drones, stelt Marinissen: “Zoiets als het verstrekken van medicijnen is toch meer een ethische kwestie, blijkt ook uit gesprekken met experts. Een drone moet ondersteunen en aanvullen, maar kan de mens niet vervangen”.

Maar voor het op verzoek uitvoeren van kleine klusjes, bijvoorbeeld voor ouderen die slecht ter been zijn of mensen in een rolstoel, kan een drone erg handig zijn: “Zie het als een helpende buddy, vergelijkbaar met een blindengeleidehond”, zegt Ties van Loon, systeemarchitect binnen Blue Jay.

En dat maatjes-gevoel kan zich ook uiten in een interactief spelletje, waarvoor de studenten half juni een pilot willen houden in een kinderziekenhuis. Blue Jay werkt hiervoor samen met onder andere Philips, NXP en Accenture. De definitieve locatie voor de pilot wordt een dezer dagen bepaald. 

Het klassieke ‘boter-kaas-en-eieren’ staat in de ziekenhuisproef centraal. Blue Jay ontwikkelt hiervoor, op een wat groter en voor kinderen aansprekend formaat, zijn eigen fysieke variant van het spel. Welke spelopties er precies komen, moet nog worden bekeken. De jonge ziekenhuispatiënten zouden het spel bijvoorbeeld tegen elkáár kunnen spelen, met elk een eigen drone als helpende buddy of met één drone als ‘spelleider’, of tegen de zwevende robot zelf. “Kinderen maken zo spelenderwijs kennis met technologie, met de drone als vriendje. Op die manier kan een drone echt bijdragen aan het ziekenhuisverblijf van kinderen”, aldus Marinissen.

Broertje

De studenten werken momenteel aan hun tweede generatie drones waarvoor, met het oog op de nieuwe toepassing in de gezondheidszorg, een compleet nieuw platform wordt ontwikkeld. Het uiterlijk van de drone blijft in grote lijnen gelijk, “dit wordt gewoon z’n broertje”. Een van de voornaamste uitdagingen voor het team is een drone te bouwen “die niet eng of onveilig aanvoelt” en die laat zien dat hij je begríjpt: “Het is méér dan een programmeerbaar ding”.

Blue Jay hoopt zijn nieuwe drone half mei voor het eerst aan het publiek te laten zien tijdens de Dutch Technology Week. De pilot in het ziekenhuis wordt, vanwege de beschermde omgeving waarin ze plaatsvindt, géén publieksevenement zoals het eerdere dronecafé. Maar het team hoopt er wel de nodige media-aandacht mee te vergaren.

De pilot loopt in principe overigens maar één dag, zegt Marinissen. “Het leek ons slimmer om daar, voor nu, mee te beginnen. We moeten nu nog voorzichtig zijn met deze technologie; veiligheid staat toch voorop. Later kunnen we onze drones misschien langduriger in het ziekenhuis gaan inzetten.” 

Deel dit artikel