Het Paviljoen kort na oplevering in 1957. Archieffoto | Martien Coppens

TU/e wil Paviljoen met beleid slopen voor hergebruik

De TU/e wil na sloop van het Paviljoen zoveel mogelijk materialen daarvan gaan toepassen in een nieuw bouwwerk op de campus. Het oudste gebouw van de TU/e loopt na dit kalenderjaar, als de bewoners naar Atlas verhuizen, leeg en wordt grotendeels afgebroken - maar waarschijnlijk wél met beleid.

door
foto Martien Coppens

De toenmalige Technische Hogeschool Eindhoven startte in het Paviljoen, net als de meeste van alle latere TU/e-faculteiten. Het oergebouw van de TU/e dus - en de universiteit onderzoekt of een stukje ervan, rond de hoofdingang en de ‘inpandige’ vijver’ en de paviljoentjes, in ere gehouden kan worden. “Dat deel is cultuurhistorisch het meest waardevol”, aldus Bert Verheijen van Dienst Huisvesting.

De TU/e is hierover in gesprek met de eigen kwaliteitscommissie, de Van Abbestichting en de Stichting Wederopbouw Eindhoven, vertelt Verheijen, “maar daar is nog geen definitief ei over gelegd”. Daarvoor staat volgens hem ook geen harde deadline, al wil de universiteit het gebouw volgens hem ook niet te lang doelloos leeg laten staan. “Voor je het weet, gaan krakers of anderen het weer gebruiken.”

Diverse leidingen en systemen worden begin 2019 in elk geval zo snel mogelijk geleegd, stilgelegd of afgekoppeld. Voor die tijd moet ook de warmwatervoorziening voor het tegenovergelegen Multimediapaviljoen, nu nog afhankelijk van de cv-ketels in het Paviljoen, zijn geregeld.

Architectuur andersom

Daarna is TU/e’s allereerste gebouw (destijds eigenlijk bedoeld als tijdelijk onderkomen) rijp voor de sloophamer - maar dan wel eentje met beleid. “We willen het Paviljoen op een circulaire manier slopen. Dat betekent dat we het gebouw gaan demonteren en de materialen die daarbij beschikbaar komen, zoveel mogelijk opnieuw willen gaan toepassen”, verduidelijkt Verheijen. “Normaliter maakt een architect een ontwerp, om daar vervolgens materialen bij te zoeken. Bij circulair bouwen is het eigenlijk andersom.”

Lees verder onder de foto.

Voor dit project, dat nog in de beginfase zit, werkt Dienst Huisvesting samen met meerdere partijen uit eigen huis: de faculteit Bouwkunde, studententeam CASA, de TU/e innovation Space en de Kwaliteitscommissie. “We willen vooral zoveel mogelijk mensen enthousiast maken, ideeën uitwisselen, en praktijk en onderwijs samenbrengen.”

Het uitgangspunt is niet: ‘wat voldoet er allemaal niet?’, maar ‘wat voldoet er allemaal wél?’

Bert Verheijen
Medewerker Dienst Huisvesting TU/e

Alle nog bruikbare materialen van het Paviljoen zijn intussen al onderzocht en in kaart gebracht. “Het uitgangspunt is niet: ‘wat voldoet er allemaal niet?’, maar ‘wat voldoet er allemaal wél?’. Daardoor kijk je met een andere bril naar een te slopen gebouw.”

Het gaat volgens Erwin Kerkhof, duurzaamheidsadviseur van Dienst Huisvesting, om uiteenlopende bouwmaterialen - van staalconstructies tot kozijnen, binnendeuren en delen van houten vloeren. “Een betonnen fundering kun je niet een-op-een maken met restmaterialen, maar je kunt wel zoveel mogelijk van die restmaterialen recyclen - en bijvoorbeeld cement uit beton halen. Het vraagt wat wetenschappelijke en bouwtechnische creativiteit.”

Nieuw gebouw

Het idee is dat, met dit ‘sloopafval’ als vertrekpunt, een nieuw gebouwtje wordt ontworpen en uiteindelijk op de campus wordt gerealiseerd. Welke bestemming of plek dit bouwwerk moet krijgen, is nog de vraag: “Het project zit nog in de voorfase en de precieze opdracht moet nog worden geformuleerd”, aldus Kerkhof. “Het zou een compleet zelfvoorzienend gebouw kunnen worden, een living lab voor studenten en onderzoekers, of een collegezaal met volop ruimte voor onderwijsvernieuwing. Dat kan nog alle kanten op.”

Volgens de huisvestingsmedewerker heeft circulair bouwen de toekomst, “over dertig jaar weten we niet beter”. De sloop van het Paviljoen biedt volgens hem een uitgelezen kans voor een inspirerend voorbeeldproject op het eigen terrein. “Circulair bouwen gebeurt elders ook al, maar vooral met het oog op hergebruik van materialen in de toekomst. Het vernieuwende van dit project is dat we juist willen gaan werken met materialen uit het verléden; uit gebouwen die een bepaalde waarde vertegenwoordigen, waarvan we zo min mogelijk willen weggooien.”

Vrijkomende grond

Wat daarna gaat gebeuren met het vrijgekomen terrein waar ruim zes decennia het Paviljoen stond, is nog onduidelijk. Volgens Verheijen is de universiteit met meerdere partijen in gesprek over verschillende opties, die in elk geval van meerwaarde moeten zijn voor de TU/e - niet in de laatste plaats financieel. Zo zou er projectontwikkeling door derden kunnen plaatsvinden, zouden de huidige sportvelden in de noordwestelijke hoek kunnen verhuizen naar de plek van het huidige Paviljoen, of een combinatie van beide

Op de locatie waar die sportvelden nu liggen, zou dan nieuwbouw kunnen komen. “Die plek is voor een projectontwikkelaar economisch gezien wellicht aantrekkelijker, maar het vergt de nodige investering om de - nog goede - sportvelden te verplaatsen. Daarin moet je zorgvuldige afwegingen maken. Ook willen we de huidige plek van het Paviljoen zoveel mogelijk zó invullen dat het recht doet aan de omgeving, in het groen, tegen de Dommel.”

Deel dit artikel