Rector Baaijens geeft tekst en uitleg over vrouwenmaatregel

TU/e-rector Frank Baaijens kijkt met een goed gevoel terug op zijn bezoek aan het College voor de Rechten van de Mens vanmiddag. Hij mocht in Utrecht de voorrangsmaatregel voor vrouwen beargumenteren die sinds 1 juli aan de TU/e van kracht is. De TU/e moest hierover verantwoording afleggen omdat het antidiscriminatiebureau RADAR, waar 49 klachten waren binnengekomen, getoetst wil zien of die maatregel juridisch houdbaar is. Ondanks zijn goede gevoel zegt Baaijens niet te kunnen beoordelen of de juridische houdbaarheid van zijn verhaal voor het College voldoende is.

door
foto Ivo Jongsma

Vandaag moest rector Frank Baaijens in Utrecht toelichten wat de 'vrouwenmaatregel' precies behelst en kon hij de argumenten geven op basis waarvan de TU/e denkt dat de maatregel juridisch gerechtvaardigd is. Baaijens: “Dat was wat de commissieleden, drie in totaal, graag wilden weten: hoe werkt het nu precies, wat is hiermee de doelstelling van de universiteit en welke uitzonderingsregels zijn er. Het antidiscriminatiebureau RADAR is in deze zitting niet aan bod gekomen.”

Niet op alle gebieden waren de commissieleden even goed ingevoerd, bemerkte Baaijens, “en soms werkten ze met voor ons verouderde begrippen, zoals bijvoorbeeld het formatiebeginsel, iets waar wij aan de TU/e al lang niet meer mee werken. Bij ons is niet meer iemands positie die hij of zij binnen een faculteit heeft opgebouwd, van belang, maar kijken we naar iemands kwaliteiten en prestaties. Ook toen het ging over hoe wij omgaan met het invullen van vacatures, merkte ik dat daar onbegrip over bestaat. Aan de TU/e gaat het dan allang niet meer om afwachten of er sollicitaties binnen komen op een vacature. We werken steeds vaker met zoekcommissies, die zeer actief naar geschikt talent op zoek gaan. En dat doen die commissies in binnen- én buitenland. Want veel van onze onderzoekers zijn tegenwoordig van internationale afkomst.”

Kwestie van interpretatie

De commissie wilde ook nog historische data kunnen inzien en Baaijens zegt half december een verzoek te verwachten van wat men dan precies nog aan additionele informatie wenst te ontvangen. “Voor zover we dat kunnen leveren, zullen we daar natuurlijk aan voldoen”, aldus de rector.

Over hoe juridisch houdbaar zijn verhaal en argumenten uiteindelijk zullen zijn voor het College, kan hij op dit moment moeilijk een uitspraak doen. “Dat hangt af van hun toetsingskader en is toch ook een kwestie van interpretatie.”

In januari zal het College van Bestuur zelf al een tussentijdse evaluatie van de maatregel uitvoeren. Baaijens: “Dit hebben we beloofd aan onze universiteitsraad en ook de uitkomsten van die evaluatie gaan dan richting Utrecht.” Volgens Baaijens heeft de regeling tot dusver geresulteerd in de aanstelling van drie vrouwelijke hoogleraren, een universitair hoofddocent en zestien universitair docenten. "Maar dit is ook maar een momentopname."

Ergens in de eerste helft van 2020 verwacht Baaijens de verdere voortzetting van dit proces.

Deel dit artikel