Coronamaatregelen TU/e minder streng dan in Delft

“Een oproep aan iedereen met enige klachten rond de luchtwegen om thuis te blijven - ook al zijn ze niet in de risicogebieden geweest - is wat ons betreft nu niet proportioneel.” Dit zegt Ivo Jongsma, bestuurswoordvoerder aan de TU/e. Vanwege het coronavirus vraagt de TU Delft studenten en medewerkers om thuis te blijven zodra ze zich niet lekker voelen. Ook als ze niet in Italië of China zijn geweest. Evenementen aan de TU/e gaan vooralsnog door en het bestuur volgt de richtlijnen van het RIVM.

door
foto Shutterstock - Orawan Pattarawimonchai

De Technische Universiteit Delft gaat een stapje verder dan het RIVM en de GGD adviseren, meldt universiteitsblad Delta, nu een van haar studenten met het virus is teruggekeerd uit Noord-Italië. Medewerkers kunnen maar beter het zekere voor het onzekere nemen, is het idee.

De 23-jarige studente zit thuis en maakt het redelijk goed. Ze heeft snel gehandeld. De GGD onderzoekt nu een tiental contacten van de vrouw. De Delftse universiteit vraagt medewerkers en studenten om geen handen te schudden, bovenop de algemene hygiëne-adviezen: was regelmatig je handen, hoest of nies in je elleboog en gebruik papieren zakdoekjes.

Er zijn inmiddels achttien gevallen van corona in Nederland gerapporteerd. In Tilburg, waar ook twee patiënten zijn, heeft de universiteit iets minder strenge regels. Medewerkers moeten alleen thuisblijven als ze klachten hebben én in een risicogebied zijn geweest.

Niet proportioneel

Bestuurswoordvoerder Ivo Jongsma laat weten dat de TU/e voorlopig geen verstrekkende maatregelen als in Delft overweegt. “We hebben met de universiteiten op landelijk niveau afspraken met elkaar gemaakt. Een TU/e-oproep aan iedereen met enige klachten rond de luchtwegen om thuis te blijven, is wat ons betreft nu niet proportioneel. Wij volgen de richtlijnen van het RIVM. In Delft is de situatie anders, doordat daar een studente besmet is geraakt, waardoor er ook meer onrust is. Indien later nodig kunnen we nog aanvullende maatregelen treffen.”

Op 31 januari werd al binnen de TU/e het bericht uitgedaan dat het tijdelijk niet mogelijk is om een reisvergunning van de TU/e te krijgen naar China en vorige week is dat uitgebreid naar andere gebieden met een negatief reisadvies vanwege het virus. Ook wat betreft evenementen volgt de TU/e het RIVM-advies. Jongsma: “Evenementen gaan vooralsnog door. Ons advies aan organisatoren van evenementen is om, gezien de veranderlijke situatie, goed de adviezen van het RIVM in de gaten te houden.”

Navraag bij het Studentensportcentrum (SSC) leert dat daar voorlopig geen grote sportevenementen op de planning staan. Peter Geurts, medewerker bij het SSC, laat weten dat de meeste internationale toernooien pas in mei worden gehouden. “Gisteren was er een badmintontoernooi met zo’n tweehonderd deelnemers, maar de meeste deelnemers daaraan kwamen uit Nederland, België of Duitsland. In april is er een internationaal korfbaltoernooi. We zullen er alert op zijn.”

Peter Engels, medewerker bij Dienst Interne Zaken, laat weten dat er voorlopig geen grote congressen aan de TU/e op de planning staan. “Ik heb alleen gehoord van een Spanjaard die als commissielid voor een promotie zou komen. Die overweegt thuis te blijven vanwege het virus.”

Speciaal team

Aan de TU/e is sinds begin januari een speciaal team actief dat zich bezighoudt met het coronavirus. Daarin zitten onder meer een faculteitsdirecteur, de directeuren van  ESA, DPO en CEC, de universiteitssecretaris, een veiligheidscoördinator en een woordvoerder. Dit team houdt de situatie nauwlettend in de gaten en zet noodzakelijke acties aan de TU/e rond corona in gang, waaronder de communicatie. Onder meer via tue.nl/corona.

De teamleden staan in nauw contact met onder meer de GGD, het RIVM en vertegenwoordigers van collega-universiteiten. Als je vragen niet worden beantwoord via de Q&A op de TU/e-site, kun je je vragen stellen via Whatsapp (+31 641683406), of e-mail: (graag als onderwerp vermelden: COVID-19).

Voor niets naar Denver

Kees Storm, hoogleraar Soft Matter bij Technische Natuurkunde, zit momenteel in Denver, waar hij zaterdagavond om acht uur op zijn hotelkamer pas te horen kreeg dat de bijeenkomst van de American Physical Society, volgens Storm op natuurkundig gebied het belangrijkste event van het jaar, was afgelast vanwege het coronavirus. “Ja, rijkelijk laat en op dat moment waren al veel van de wetenschappers die deze bijeenkomst wilden bijwonen, normaal zijn dat er zo’n tienduizend, al in Denver. De eerste programmaonderdelen waren op zondag gepland. Overigens hadden veel deelnemers zich op dat moment zelf al afgemeld, zoals die uit China.”

Storm was teleurgesteld over de late afgelasting, maar ook blij verrast door de inventiviteit van de organisatoren van het onderdeel waar hij voor was afgereisd. “Nog diezelfde avond stond er al een digitaal raamwerk klaar, waarmee de deelnemers die verderop in de week lezingen zouden geven, dat nu online konden doen. Dit via Zoom, een webinarplatform. Zelf geef ik dinsdag via Zoom om elf uur mijn lezing, waarbij er ook de mogelijkheid is om me vragen te stellen.”

De eerste kans om terug te vliegen naar Nederland was er pas op woensdag, vertelt Storm, die eigenlijk de hele week in Denver zou blijven. “Ondertussen vul ik hier mijn dagen met overleg en gesprekken met collega’s. Dus het is zeker geen verloren tijd.”

Met het faculteitsbestuur heeft hij ook al contact gehad over de kosten, die hij voor deze bijeenkomst in eerste instantie heeft voorgeschoten. “Ik heb al vernomen dat de afgelasting geen effect zal hebben op de vergoeding daarvan. De organisatie van APS zal de registratiekosten vergoeden en zegt ook nog te gaan kijken naar de verblijfkosten. Of die nog vergoed worden weet ik niet, van de reiskosten verwacht ik dat sowieso niet.”

Storm vliegt binnenkort al snel weer voor een ander congres naar Lyon. “Zolang het gaat om landen of gebieden waar de RIVM geen negatief reisadvies voor heeft afgegeven, moet je gewoon gaan.” Dit incident heeft hem wel aan het denken gezet over de noodzaak om naar elke conferentie af te reizen. “Maar vaak werkt face-to-face contact met vakgenoten toch nog het beste en voor aankomend wetenschappelijk talent is zo’n bijeenkomst ook de gelegenheid om je te laten zien.”

Deel dit artikel