TU/e brengt multidisciplinair onderzoek samen in vier instituten

De TU/e wil het multidisciplinair onderzoek een duidelijker gezicht geven. Na het ICMS en EAISI wordt daarom dit najaar het Eindhoven Institute for Renewable Energy Systems (EIRES) opgericht. Hierin gaat de TU/e het onderzoek naar duurzame energie samenbrengen. Het College van Bestuur stelt er de komende zes jaar in totaal twaalf miljoen euro voor beschikbaar en wetenschappelijk directeur wordt Richard van de Sanden, nu nog directeur van DIFFER. Een vierde instituut is in ontwikkeling.

door
illustratie Shutterstock

"Binnen EIRES wordt gewerkt aan technologie waarmee duurzaam geproduceerde energie kan worden omgezet en opgeslagen", vertelt wetenschappelijk directeur Richard  van de Sanden, maandagmiddag in zijn kantoorruimte in het gebouw van DIFFER op de TU/e-campus. “De nadruk ligt dus niet zozeer op het opwekken van energie uit zon en wind, maar meer op hoe je schommelingen hierin kunt opvangen en hoe je met behulp van deze energie synthetische brandstoffen kunt maken en grondstoffen voor de chemische industrie.”

De focus van het instituut ligt op vier hoofdthema’s: warmteopslag, elektrochemische conversie, CO2-neutrale brandstoffen (zoals metaalbrandstoffen waaraan Team Solid momenteel onderzoek doet) en systeemintegratie. De huidige activiteiten van de Strategic Area Energy worden in EIRES opgenomen, zoals ook de SA Smart Mobility onder het nieuwe Eindhoven Artificial Intelligence Systems Institute (EAISI) is komen te vallen.

Bruikbare vorm

Het combineren van verschillende nieuwe technieken tot bruikbare apparaten en systemen zal een rode draad vormen binnen EIRES, aldus Van de Sanden. “Hoe maak je de beste conversion devices om duurzame energie om te zetten in een bruikbare vorm? Dat vereist het integreren van technieken op het gebied van energie, chemie en hightech manufacturing.” Als voorbeelden van dergelijke apparaten noemt hij electrolyzers - waarmee waterstof uit water kan worden gewonnen - en verbrandingsmotoren op basis van (herbruikbaar) metaalpoeder. “Wellicht kunnen we die technologieën zelfs op een slimme manier combineren.”

De TU/e is wat Van de Sanden betreft bij uitstek de plek om zulke technologische bouwstenen voor een duurzame energievoorziening te creëren, onder meer vanwege de hightech-industrie in de regio - een voorwaarde om fundamenteel onderzoek door te ontwikkelen tot opschaalbare devices. “Dat vereist een multidisciplinaire systeemaanpak, en daarbij kan een instituut als EIRES een essentiële verbindende factor vormen.” Het instituut is als zodanig een logisch uitvloeisel van het aanwijzen van renewable energy als een van de Cross-Disciplinary Research Themes in beleidsplan Strategie 2030.

Smoel geven

Qua organisatie spiegelt EIRES zich aan het Instituut voor Complexe Moleculaire Systemen (ICMS), dat in Ceres zijn eigen kantoor- en labruimte heeft, met medewerkers die daarnaast ingebed zijn binnen de faculteiten. Twee jaar geleden vierde dit instituut, dat in 2008 van start ging onder leiding van hoogleraar Bert Meijer, het tienjarig bestaan. Hoogleraar Jan van Hest nam in 2018 het stokje van hem over. Vorig jaar september volgde het Eindhoven Artificial Intelligence Systems Institute (EAISI), tijdelijk gehuisvest in het Gaslab en geleid door Carlo van de Weijer.

“Ook EIRES wordt zeker geen virtueel instituut”, benadrukt Mark Boneschanscher, kwartiermaker en managing director van EIRES. “Op termijn willen we een eigen plek realiseren op de campus, waar ook vlaggenschipexperimenten zullen komen. Daarmee brengen we de onderzoekers fysiek samen, maar het werkt ook als visitekaartje naar bedrijfsleven en overheid. Op die manier willen we het universitaire onderzoek in de context van de maatschappelijke uitdaging van de energietransitie plaatsen.”

Een belangrijk doel van EIRES is om het energieonderzoek van de TU/e ook naar buiten toe een “smoel te geven”, legt Boneschanscher uit: “Er gebeurt hier al zoveel op dit gebied, maar door dit samen te brengen in één instituut genereer je meer zichtbaarheid en impact. Overigens geldt dit ook voor de andere instituten zoals EAISI en ICMS. Ik kan me goed voorstellen dat er op termijn één gebouw komt waarin alle instituten samen zijn ondergebracht om te werken aan de maatschappelijke uitdagingen van vandaag.”

Financiering

Ook Van de Sanden, die overigens in deeltijd als groepsleider bij DIFFER actief blijft, benadrukt het belang van sterke wetenschappelijke instituten gericht op maatschappelijke uitdagingen, voor het binnenhalen van financiering uit Den Haag en Brussel. “Steeds meer onderzoeksgeld gaat naar grotere consortia georganiseerd rondom een maatschappelijke uitdaging. Het moet voor de beleidsmakers straks vanzelfsprekend zijn dat je voor systemen voor duurzame energie in Eindhoven moet zijn.”

Vrijdag 6 maart maakte het College van Bestuur in een Strategy Update bekend dat er ook gewerkt wordt aan de oprichting van een vierde instituut. Hiervoor is nog geen naam bekend of een datum van oprichting, de plannen ervoor zijn nog in ontwikkeling. Dit instituut zal zich richten op materialen, apparaten en systemen, zogeheten key enabling technologies (KET’s), voor de informatietechnologie van de toekomst, aldus de update.


Op donderdag 2 april van 12.30 tot 13.30 uur heeft het College van Bestuur een dialoogbijeenkomst gepland waar de mogelijkheid wordt geboden om over de voortgang van Strategie 2030  te discussiëren. Belangstellenden daarvoor kunnen zich hier aanmelden. De bijeenkomst vindt plaats in de filmzaal van de Zwarte Doos.  

Deel dit artikel