Dean Bachelor College optimistisch over voortgang

De plannen voor de herziening van het Bachelor College kregen vorige week de zegen van de U-raad, waardoor werkgroepen nu aan de slag kunnen met de verdere uitwerking. Dean Ines Lopez Arteaga is blij met wat de discussies met de faculteiten de afgelopen maanden hebben opgeleverd. “De verplichte vijf basisvakken zijn er straks niet meer en in alle programma’s komt een Challenge Based Learning curriculumlijn.”

door
archieffoto Vincent van den Hoogen

“De tijdsdruk die op deze operatie zit, is enorm.” Aan het woord is hoogleraar Ines Lopez Arteaga, die in juli 2020 aantrad als de nieuwe dean van het Bachelor College. “Maar ik heb nog steeds het volledige vertrouwen dat het gaat lukken in september 2023 van start te gaan met het Bachelor College 2.0. De programma’s geven aan dat ze ervoor willen gaan en we zullen de faculteiten hierbij ondersteunen met middelen en expertise.”

Cursor legt Lopez Arteaga een aantal vragen voor die onder meer zijn ontleend aan de negen kanttekeningen die de U-raadsleden op maandag 21 februari toevoegden aan hun positieve advies.

De meest opvallende aanpassing is het verdwijnen van de vijf verplichte basisvakken. Wat waren de overwegingen om die af te schaffen?

“Allereerst: het basisvak Calculus blijft in drie varianten bestaan en elke student zal dat vak in de eerste drie maanden van de studie volgen. De andere basisvakken wilden we in eerste instantie behouden, maar daar zijn we op teruggekomen. Al vanaf het begin van het Bachelor College werd gezegd dat die niet altijd goed aansloten bij de majors. Kijkend naar mijn faculteit Mechanical Engineering: de inhoud van bepaalde basisvakken maakt eigenlijk al onderdeel uit van het reguliere curriculum en daarom werden ze vaak gezien als dubbelop. Faculteiten hadden het daar moeilijk mee en krijgen nu meer autonomie om zelf te bepalen welke vakken in hun ogen passen binnen hun kernprogramma. De vakken waaruit gekozen kan worden, zijn in ontwikkeling. Maar de keuze maakt elke faculteit straks dus zelf.”

De prominente rol van Challenge Based Learning (CBL) is evident in de nieuwe plannen. Hoe ziet dat er straks uit en wat maakt het zo bijzonder?

“Met CBL voeren we vanaf 2023 echt een nieuw onderwijsconcept in dat een hele belangrijke rol krijgt binnen het Bachelor College. We bereiden onze studenten hiermee al vroegtijdig voor op de praktijk waar ze na hun afstuderen mee te maken krijgen. Ze zullen daar hetzelfde tegenkomen - het moeten oplossen van vraagstukken - en ze zullen merken dat je die niet vanuit één discipline kunt oplossen, maar dat je er ook expertise uit andere gebieden bij nodig hebt. CBL bouwen we qua complexiteit op vanaf het eerste jaar, want je kunt studenten natuurlijk niet meteen in het diepe gooien. Eerst brengen we ze de basisprincipes en karakteristieken van CBL bij. Werken in teamverband, werken aan open vraagstukken, op basis van zelfgestuurd leren - zelf ontdekken welke kennis je nodig hebt - en systeemdenken. Met feedback en nieuwe informatie moeten ze de oplossing van een vraagstuk steeds verder verfijnen en verbeteren. In het derde jaar kunnen ze ervoor kiezen door te gaan met CBL en gaan ze daardoor bewuste keuzes binnen het curriculum maken. Ze stellen zichzelf dan de vraag: 'Wat heb ik nodig aan kennis?' Studenten die hier niet voor kiezen, kunnen nog steeds de diepte in, maar die hebben in de eerste twee jaar al wel veel meegekregen van CBL. Ik denk dat we T-shaped ingenieurs (afgestudeerden met een brede algemene kennis en met focus op een specialisatie, red.) krijgen in allerlei vormen en maten.” 

Vanuit de U-raad kwam het pleidooi om het thema duurzaamheid een belangrijke plek te geven bij het multidisciplinaire CBL-vraagstuk dat in het tweede semester van het tweede jaar wordt aangeboden. Gaat dat lukken?

“De keuze voor duurzaamheid als overkoepelend thema is iets wat we zeker gaan nastreven voor dit CBL-onderdeel. We gaan met alle faculteiten in gesprek over de vraag hoe dat voor hen te realiseren is. Ik zie nu al dat dit voor de ene faculteit makkelijker is dan voor de andere. Of we het straks vanaf het begin al overal voor elkaar krijgen, kan ik nu nog niet met zekerheid zeggen. Het direct zeer dwingend opleggen van zoiets kan averechts werken. De TU/e biedt in het onderwijs en onderzoek al heel wat aan dat in relatie staat met duurzaamheid, want vaak hangt dit ook samen met techniek. Wellicht moeten we dat nog zichtbaarder maken. Duurzaamheid zit in ons DNA en daarmee ook het gevoel dat we er verantwoordelijkheid voor dragen. Mede daarom zijn ooit de USE-vakken gestart. Die vakken moeten onze studenten meer begrip bijbrengen van de maatschappij en ze wijzen op de invloed die ons werk daarop heeft. USE Ethics zal daar straks een belangrijke rol bij vervullen.”

Voor het onderdeel Personal & Professional Development moet nog heel wat werk verzet worden. Hoe belangrijk is dit voor het nieuwe Bachelor College?

“Zowel Paul Koenraad, de dean van de Graduate School, als ik, beschouwen dit als een heel belangrijk onderdeel. We willen dat onze studenten straks vanaf dag één gaan reflecteren op hun eigen leerproces en de overwegingen die ze daarbij maken. Studenten willen zichzelf ontwikkelen en moeten leren dat ze daar zelf de lead in hebben. Hoe we ze daarbij het beste kunnen ondersteunen, is een complex vraagstuk. Dat is een belangrijke uitdaging voor de hele organisatie, waarbij we ook moeten kijken hoe we dit betaalbaar houden. In september 2023 zullen we dit onderdeel nog niet helemaal hebben uitgewerkt, maar het raamwerk waarin alle vaardigheidsonderdelen staan gedefinieerd, moet dan al wel klaarstaan. Professionele vaardigheden, zelfbewustzijn, sociaal bewustzijn en aanpassingsvermogen zijn daarbij de belangrijke pijlers. Die moeten goed verbonden zijn met de academische kennis van de student en de vaardigheden die hij of zij nodig heeft binnen een bepaalde discipline. Elke faculteit moet dat raamwerk straks zelf gaan invullen, daarbij ook rekening houdend met het jaar waarin de bachelorstudent zit. Het moet onze afgestudeerden iets meegeven waardoor ze voor de buitenwacht direct herkenbaar zijn. Dit onderdeel stopt namelijk niet na de bachelor, maar loopt door tijdens de master en eventueel ook tijdens een promotietraject. Het wijst ze gedurende hun opleiding op de noodzaak dat ze ook nadat ze de TU/e hebben verlaten, blijven leren. Dat moet voor hen een vanzelfsprekendheid zijn.” 

De U-raad vraagt zich ook af of in het nieuwe Bachelor College de keuzevrijheid en de mogelijkheid om in het eerste jaar nog te switchen behouden blijven. Is dat het geval?

“Keuzevrijheid blijft zeker bestaan, onder meer ook omdat de student straks nog meer in staat is zijn of haar eigen profiel te bepalen, zoals ik eerder al opmerkte. Of switchen nog zo makkelijk blijft als nu, hangt deels af van het aantal basisvakken dat faculteiten straks naast Calculus nog integreren in hun kernprogramma. Hoe meer er dat zijn, hoe makkelijker het is. Maar we zullen er wel op aansturen dat de mogelijkheid er altijd wel moet zijn gedurende de eerste helft van het eerste jaar.”

Lopez Arteaga zegt tot slot dat ze na bijna twee jaar haar functie als dean nog steeds zeer weet te waarderen. “Vooraf wist ik natuurlijk dat er veel tijd in zou gaan zitten, en op papier werk ik ook nog één dag in week aan mijn onderzoek en onderwijs bij de faculteit Mechanical Engineering. Ook dat lukt: ik begeleid nog vijf promovendi en geef leiding aan twee onderzoeksprojecten. Waar ik echt op hoop, is dat het Bachelor College 2.0 straks niet alleen in de hoofden van mensen gaat leven, maar dat ze het ook echt in hun buik gaan voelen”, zegt ze lachend.

Deel dit artikel