CvB beantwoordt vragen over de schaalsprong

In een Engelstalige en een Nederlandstalige sessie probeerde het College van Bestuur, bijgestaan door natuurkundedecaan Kees Storm, gisteren in een goed gevulde Blauwe Zaal vragen te beantwoorden over de schaalsprong. Die waren zeer divers en niet op alle vragen had het CvB een concreet antwoord. Een ding werd nog eens duidelijk uitgesproken door CvB-voorzitter Robert-Jan Smits. Als in de Voorjaarsnota geen extra middelen worden toegezegd gaat het allemaal niet door.

door
foto Pinstock / iStock

Maandag werd bekend dat de regering en de Brainportregio de komende jaren gezamenlijk 1,6 miljard euro zullen steken in projecten die moeten zorgen voor een betere bereikbaarheid van Eindhoven en omgeving. Het stemde collegevoorzitter Robert-Jan Smits zeer tevreden en gisteren zei hij te hopen dat het slechts een eerste stap is die in het voorjaar van 2023 wordt gevolgd door de bekendmaking dat er ook extra investeringen komen om de schaalsprong van de TU/e waar te maken. “Want no money, no party”, waarschuwde Smits. Overigens werden er gistermiddag in de Blauwe Zaal geen bedragen genoemd die daarvoor nodig zijn.

Groei masters

Hoogleraar Kees Storm, sinds september decaan van faculteit Applied Physics and Science Education en lid van het Kernteam Schaalsprong, vertelde nog maar eens hoe die schaalsprong eruit komt te zien. De groei moet vooral komen uit een toename van de instroom in de masteropleidingen. “De kortst mogelijke weg naar een diploma”, aldus Storm. Van de bacheloropleidingen is de verwachting dat die tot 2035 stabiel blijven op het niveau dat ze nu hebben, waarbij de instroom jaarlijks iets boven de tweeduizend eerstejaars ligt. De instroom van internationals zal ook daar net als bij de masters belangrijk zijn, denkt Storm, “maar we moeten ook voor onze bachelors proberen de instroom van Nederlandse studiekiezers te vergroten.”

De groei bij de masters gaat pas echt van start rond 2027 en in 2032 moet de uitstroom van gediplomeerde masters zijn verdubbeld ten opzichte van nu, vertelde de natuurkundedecaan. “Die eerste jaren gaan we gebruiken om alles zo in te richten dat we die extra instroom ook aankunnen.” En daarvoor is heel wat nodig, zoals extra gebouwen op de campus en een zeer stevige groei van de wetenschappelijke staf en de ondersteuners. Die moet volgens Storm dan met 76 procent zijn toegenomen.

Waar gaan we al die extra medewerkers vandaan halen, was een vraag die vaak voorbijkwam. Volgens Storm is dat enerzijds een taak voor degenen die zich bezighouden met de werving, maar hij denkt ook dat talent talent zal aantrekken. “We moeten onze bescheidenheid van ons afgooien en de buitenwereld laten zien welke mooie dingen we hier doen en welke kansen er liggen om daaraan mee te werken. Weliswaar voor een lager salaris dan in het bedrijfsleven, maar het salaris moet niet de belangrijkste reden zijn dat je hier wil komen werken.”

Lees verder onder de foto.

Samenwerking bedrijfsleven

Ook moet de universiteit zich gaan richten op domeinen die relevant zijn voor de bedrijven die in de Brainportregio zitten. “Dat betekent dat we wellicht nieuwe masters moeten initiëren of dat we nieuwe tracks moeten ontwikkelen.” Levert de universiteit zich daarmee niet te veel uit aan dat bedrijfsleven, was een vraag. Volgens Storm zal het zeker geen ‘u vraagt wij draaien’ worden, “want dat wil dat bedrijfsleven ook helemaal niet. Wij moeten aan de TU/e twintig jaar vooruitkijken en denken aan wat dan nodig is. Dat kunnen dingen zijn waar het bedrijfsleven nu nog helemaal niet aan gedacht heeft. Alleen zo blijven we relevant binnen deze omgeving.”

Of het bedrijfsleven dan ook niet in de buidel moet tasten om de schaalsprong mogelijk te maken? Volgens collegevoorzitter Smits gebeurt dat nu al in de vorm van hybride docenten (mensen uit het bedrijfsleven die voor een dag lesgeven, red.) en het aanbieden van stageplaatsen, “maar er wordt inmiddels ook gesproken over financiële ondersteuning”. Met welke bedrijven dan precies en hoe dat verder vorm krijgt werd nog niet toegelicht.

Saai Eindhoven

Belangrijk is ook dat al die afgestudeerde masters straks blijven werken in de Brainportregio. Smits benadrukte nog maar eens dat dat nu al zeer goed lukt. “Maar liefst 85 procent van onze Nederlandse afgestudeerden werken hier in de regio en bij onze internationals is dat 52 procent.” Een recent afgestudeerde masterstudent vertelde onlangs te zijn verhuisd naar Tilburg, omdat hij die stad een stuk aantrekkelijker vond dan Eindhoven. “Eindhoven is saai, op cultureel gebied is er niks te doen voor mensen van mijn generatie. Ook van veel mensen om me heen hoor ik dat ze zo snel mogelijk weg willen uit Eindhoven. Hoe maken we van Eindhoven een interessante stad?”’

Smits zei verbaasd te zijn, want hij was in 2019 net vanuit Brussel naar Eindhoven gekomen “omdat deze stad en regio bruist en er zoveel dynamiek in zit. Hier is waar het komende jaren gaat gebeuren, dat wordt ook onderstreept door het feit dat we in 2016 zijn uitgeroepen tot de derde mainport van Nederland. Wie hier komt studeren heeft een enorme baangarantie.” Dat Eindhoven en omgeving achterloopt bij de Randstad als het gaat om investeringen in cultuur en sportfaciliteiten erkende hij ook. “Daar maken we ons samen met de stad ook hard voor, dat die investeringen ook gaan toenemen.”

Grootste bottleneck

Er werden ook vragen gesteld over het creëren van meer ruimte door het neerzetten van nieuwe gebouwen op de campus. Wanneer gaat dat gebeuren en is er plaats voor? Volgens vicevoorzitter Nicole Ummelen wordt er op dit moment een houtskoolschets gemaakt voor de bouw van drie nieuwe gebouwen, “maar dat is allemaal nog zeer prematuur”. Net zo prematuur als het aanbod van de High Tech Campus en de Automotive Campus in Helmond om daar te komen kijken voor uitbreiding. “Kijken we ook naar”, aldus Ummelen.

Natuurlijk bleef ook het allergrootste hoofdpijndossier niet onbesproken. Groei van het aantal studenten en medewerkers is op zich al een enorme opgave, maar waar gaan we ze huisvesten als ze er straks zijn? Ummelen verwees natuurlijk naar de twee woontorens op de campus, waarvan de bouw dinsdag officieel van start ging. Maar ze voegde er meteen aan toe dat die maar een kleine bijdrage aan de oplossing van het probleem zijn. Volgens haar wordt er goed over gesproken met de gemeente Eindhoven en met de buurtgemeentes. “Ik hoor al van mensen die in Roermond wonen en bij ons werken en als je kijkt naar het buitenland is dat ook geen hele grote afstand. Maar we weten ook dat studenten en medewerkers graag in Eindhoven zelf willen wonen. Wat we moeten zien te bereiken is dat de doorstroom op woningmarkt op gang komt. Nu kunnen studenten na hun afstuderen niet doorstromen naar een nieuwe woning en komen er geen kamers vrij voor nieuwkomers. We moesten dit jaar als enkele honderden internationals weigeren omdat ze geen huisvesting hadden. Dit is nu dus wel de grootste bottleneck.”  

Er werden ook nog vragen gesteld over het duurzaamheidsaspect bij deze plannen, over de vraag of groei op deze manier überhaupt nog wel van deze tijd was, en welk effect de groei zou hebben op de studieverenigingen en de TU/e-gemeenschap in het algemeen. Maar vooralsnog is het nu wachten op de Voorjaarsnota. Want als er dan geen extra geld komt vanuit Den Haag zal de TU/e een studentenomvang van zo’n 14.000 tot 15.000 studenten als het maximum blijven zien.

Deel dit artikel