“Huisvesting is een cruciale factor bij de schaalsprong”

In de plannen die een denktank onlangs bekendmaakte voor een schaalsprong van de TU/e, wordt nadrukkelijk gekeken naar een stevige groei van het aantal masters, EngD-trainees en promovendi. Deze groepen vallen binnen de Graduate School van dean Paul Koenraad. Die ziet die mogelijkheden ook, maar over een ding is hij duidelijk: “Zonder voldoende huisvesting voor die studenten komt zo’n schaalsprong nooit van de grond.”

Paul Koenraad zegt al eerder met de denktank en de voorzitter Maarten Steinbuch gesproken te hebben over de schaalsprong en wat ervoor nodig is om die mogelijk te maken. “Ook de decanen en mijn collega-dean van het Bachelor College, Ines Lopez Arteaga, waren daarbij aanwezig. In hun eerste opzet staan goede ideeën, het is een mooi stuk om de discussie over het onderwerp ‘groei’ op gang te brengen binnen onze instelling.” 

Zo is het mikken op groei binnen de masteropleidingen volgens Koenraad een goede optie: “Daar boek je het snelste resultaat, want je kunt studenten, ook de zij-instromers, in twee jaar klaarstomen voor de arbeidsmarkt.” De groei zal volgens Koenraad grotendeels uit het buitenland moeten komen. “Daarvoor moeten we veel intensiever en gerichter gaan werven en ook gaan kijken binnen welke domeinen we willen groeien, want niet alle opleidingen hoeven even hard te groeien.”

Doorstromen

"Ook is van belang dat meer internationals die hier hun bachelor hebben afgerond doorstromen in onze masteropleidingen", aldus Koenraad. “Die groep zien we nu eerder weglopen, dus moeten we ons de vraag stellen - en dat doen we al - hoe we ze kunnen vasthouden. Want die studenten hebben vaak al huisvesting gevonden en kennen de universiteit. We onderzoeken nu of er meer mogelijkheden zijn om die groep in aanmerking te laten komen voor onze ALSP-studiebeurzen (daarmee krijgen studenten gedeeltelijk vrijstelling van het collegegeld en een bijdrage in hun verblijfkosten, red.).”

De instroom voor de masters lijkt dit collegejaar wat in te zakken, van 1610 naar 1370 studenten, aldus de gegevens in de BI Portal. Maakt Koenraad zich daar geen zorgen over? “Ik wil daarvoor eerst de 1 oktobertelling afwachten, want ik verwacht dat het aantal masterstudenten nog aantrekt. Bij de pre-masters, waarvan we een maand geleden nog dachten dat er maar een kleine honderd zouden instromen dit jaar, is dat ook gebeurd. Dat aantal is nu gestegen naar zo’n 175.”

Kijkend naar de instroom voor de masters spelen meerdere factoren een rol, aldus de dean. “Corona is dan wel weg, maar daar zien we nog de naweeën van. Een aantal jaren terug hebben we de toelatingseisen voor onze masters wat aangescherpt en dat zorgde ook voor een dip in de instroom. Maar het belangrijkste nu is de factor huisvesting. We sturen de internationals die naar Eindhoven willen komen nu een mail dat ze niet moeten komen als ze nog geen kamer hebben. Het is cruciaal dat die huisvesting er komt, anders is zo’n schaalsprong onmogelijk. De twee woontorens voor studenten die gebouwd gaan worden op onze campus, helpen daarbij, maar er is echt nog veel meer huisvesting nodig.”    

Faciliteiten

Naast huisvesting is ook een uitbreiding van de wetenschappelijke staf en van de onderzoeksfaciliteiten noodzakelijk als de instroom van masterstudenten toeneemt, vertelt Koenraad. “Want masterstudenten moeten hier op de campus onderzoek kunnen doen in een lab en hebben daar begeleiding bij nodig. Ze zouden hun afstudeeropdracht mogelijk ook bij een bedrijf kunnen uitvoeren. Maar de ervaring leert dat daarmee lang niet altijd de tijd afneemt die een begeleider erin moet steken, die kan in bepaalde situaties gelijk blijken te zijn.” De groei van de staf en de faciliteiten zal er volgens Koenraad sowieso voor zorgen dat daarmee ook het aantal promovendi kan gaan groeien.

Dat de denktank ook mogelijkheden ziet om bij de groep van technologisch ontwerpers, de EngD-trainees, groei te bewerkstelligen is iets waar Koenraad zelf al mee bezig is. Al moet hij glimlachen als hem wordt voorgehouden dat de denktank mikt op een toekomstige duizend tot tweeduizend ontwerpers. Nu zijn dat er zo’n 250. “We moeten bij het bedrijfsleven nog duidelijker over het voetlicht brengen dat een EngD-trainee beschikt over meer ervaring en kennis dan een afgestudeerde masterstudent. We hebben daar inmiddels op centraal niveau iemand op ingezet die bij bedrijven de deuren platloopt met die boodschap. Dat heeft al twaalf nieuwe projecten bij bedrijven opgeleverd. Daarnaast willen we ook meer projectmatig gaan werken. We kiezen dan een onderwerp, en samen met diverse bedrijven waarvoor dat onderwerp interessant is, gaan dan een aantal technologisch ontwerpers aan de slag. We gaan tevens kijken of daar ook externe subsidie voor te verkrijgen is.”

Middelen

De financiële middelen waar de denktank en het College van Bestuur om vragen om al die plannen te kunnen realiseren, en die vooraf al beschikbaar moeten komen, moeten niet alleen gezocht worden in Den Haag, maar ook in Europa, aldus Koenraad. “Geld dat we willen besteden aan onderwijs moet voornamelijk uit Nederland komen, geld voor extra onderzoek uit Europa.”

En aan wat voor bedragen moet dan gedacht worden? Daar is Koenraad vrij helder over: “Dat is niet zo moeilijk. Willen we onze studentenaantallen verdubbelen en moet je daarvoor meer medewerkers - wetenschappelijk en ondersteunend - aannemen en extra faciliteiten bouwen, dan moet ook de rijksbijdrage verdubbelen. Dat betekent jaarlijks zo’n 280 miljoen euro erbij. Dat zie ik nog niet heel snel gebeuren”, zegt hij lachend.

Deel dit artikel