Nieuwe pitching battle bouwt voort op FameLab

Met Talking Science, het nieuwe pitch-event voor wetenschapscommunicatie dat plaatsvindt tijdens de Research Day op 8 juni, bouwt de TU/e verder op de bekende competitie FameLab. Elf promovendi en EngD'ers krijgen drie minuten de tijd om voor een groot publiek hun onderzoek te pitchen. Een jury wijst de winnaar aan, die naar huis gaat met 750 euro, maar ook het aanwezige publiek mag zijn favoriet kiezen.

door
foto iStock / PCH-Vector

Het nieuwe event is de opvolger van de succesvolle internationale communicatiewedstrijd FameLab, die gefinancierd werd door de British Council. De TU/e heeft in het verleden meerdere malen meegedaan en de nationale voorrondes gehost. De jonge onderzoekers uit tientallen landen die meededen aan de competitie, kwamen uiteindelijk in Engeland samen voor de grote finale.

Toen de British Council in 2021 met de financiering stopte, werd FameLab ook stopgezet en was de toekomst van de pitchcompetitie onzeker. “We hadden daarna al heel snel plannen om een pitch-event te organiseren, maar we wachtten op de juiste gelegenheid”, vertelt Barry Fitzgerald, TU/e-wetenschapsvoorlichter en moderator van het event. “En deze kwam dit jaar.” De TU/e gaat de traditie voortzetten met de Talking Science-wedstrijd tijdens de Research Day op 8 juni.

Rekwisiet

Het concept blijft grotendeels hetzelfde. Promovendi en EngD'ers konden zich voor de battle opgeven door een video van één minuut over hun onderzoek in te sturen. Op basis daarvan zijn elf participanten geselecteerd. Deze zullen met elkaar de strijd aangaan en in maximaal drie minuten het publiek op een toegankelijke en aansprekende wijze over hun eigen onderzoek vertellen, zonder gebruik van dia’s. Wel mogen ze een rekwisiet meenemen, zolang het iets is dat ze zelf naar het podium kunnen dragen.

De vierkoppige jury, waaronder bijzonder TU/e-hoogleraar wetenschapscommunicatie Margriet van der Heijden en wetenschapsjournalist van BNR Nieuwsradio Karlijn Meinders, gaat de winnaar aanwijzen die de prijs van 750 euro in ontvangst neemt. Wie de tweede plek bemachtigt gaat naar huis met 500 euro, net als de winnaar van de publieksprijs. De winnaar van de juryprijs wordt diezelfde dag bekendgemaakt en zal tijdens de Research Day-ceremonie later op de dag nogmaals de kans krijgen de winnende pitch te presenteren.

“Neem je tijd”

Fitzgerald heeft de deelnemers vooraf een training gegeven over hoe je een goede pitch moet geven. Lachend: “Als ze niet goed zijn, dan is het mijn schuld.” Een paar dagen voor de wedstrijd kregen ze de kans om hun pitches aan hem te presenteren zodat ze feedback kunnen krijgen voordat ze de echte competitie aangaan. “Veel van hen zijn niet gewend om voor een groot publiek te presenteren”, vertelt hij. “Sterker nog, toen ik tijdens de training vroeg wie er ooit een presentatie aan een zaal vol mensen heeft gegeven, stak maar de helft de hand op. De pandemie heeft het vermogen van mensen om aan een live publiek te presenteren geen goed gedaan.”

Zijn belangrijkste advies? “Mensen gaan vaak heel snel praten als ze nerveus zijn, omdat ze er zo snel mogelijk doorheen willen zijn, maar het is juist heel belangrijk om je tijd te nemen. Anders begrijpt het publiek niet wat je zegt.” Wat volgens hem helpt is om je voor te stellen dat je het verhaal aan een lege zaal of alleen aan een paar mensen vertelt.

Gevarieerde mix

Verder is het belangrijk dat de pitches voor iedereen goed te volgen zijn, ook voor leken of mensen uit andere vakgebieden. “Je hebt drie minuten om te praten over een onderzoeksonderwerp waar je diep in zit, dus dat kan een flinke uitdaging zijn”, aldus Fitzgerald. “De deelnemers vormen een gevarieerde mix van verschillende faculteiten en onderzoeksgebieden. Je moet er dus rekening mee houden dat je publiek ook gemengd zal zijn”, vervolgt hij. “Het maakt eigenlijk niet uit wie ze zijn. In die drie minuten moet je ervoor zorgen dat, waar je ook over gaat praten, niemand in het publiek hoeft te denken: wat is dat, waar gaat het over?”

De jury kijkt niet alleen naar de inhoudelijke kwaliteit, maar ook naar hoe helder en overtuigend het taalgebruik is en - last but not least - naar het charisma en de energie die de deelnemers op het podium hebben en in hoeverre het hen lukt een connectie met het publiek te krijgen. Fitzgerald: “Soms is het heel moeilijk om al die dingen in evenwicht te houden.” Na de opening van Talking Science wil hij ze nog een laatste advies geven: “Ga op het podium staan en geniet ervan. Dat is het belangrijkste.”

Talking Science vindt op donderdag 8 juni vanaf 10.00 tot 12.00 plaats in het Auditorium, collegezaal 07. Toegang is gratis en registreren is niet nodig.

Deel dit artikel