Cursor op cursus | Woordgebruik

Omdat een TU/e’er nooit te oud is om te leren, zeggen wij geen nee tegen een goede cursus. Deze keer doet Cursor mee aan de workshop Power of Words die TINT dinsdagavond aanbiedt in een collegeruimte in MetaForum. Kimberly Drabbels, program manager bij de organisatie wil met ons de grens tussen hate speech en vrijheid van meningsuiting bestuderen en heeft ook een oefening in geweldloze communicatie voor ons in petto. Dat laatste komt goed uit.

door
foto izusek / istock

Als workshops hun naam eer aandoen, hou ik ervan. Ook hier moeten we aan de slag met een eigen probleem. In mijn geval is dat probleem nog maar twee uur oud wanneer ik en de zeven anderen de opdracht krijgen een pas gebeurd conflict te analyseren. Wat gebeurde er precies, wat voelde je daarbij en wat is eigenlijk je wens? Nou, ik kom net van tafel waar ik met mijn huisgenoot enkele spreekwoordelijke ‘woorden’ had. Dat komt zo: ik was boos omdat hij niet gedaan had wat ik wilde, hij was boos omdat ik onredelijk was. Lekker vaag.

Observeren

Bij het observeren van wat er gebeurt, liggen verschillende fouten op de loer, zo laat Drabbels weten. Misschien gebruik je werkwoorden met een waardeoordeel: ‘John stelt alles uit’. Of breng je een zelfbedachte conclusie als een feit: ‘Ze krijgt haar werk niet af’. Of je bent onduidelijk: ‘De buren maken er een zooitje van’. “Wanneer je je oordeel scheidt van je observatie ben je helderder. Dan wordt het: ‘John studeert alleen de avond vóór zijn tentamen’, ‘Ik denk dat zij haar werk niet af gaat krijgen’ en ‘Ik heb al lange tijd niet gezien dat de buren hun tuin opruimen’”, zegt ze.

Geweldloze communicatie

Alle deelnemers van Power of Words krijgen een invulblad voor zich om niet-kwetsend te reageren op de persoon waarmee ze een conflict hebben. ‘When I see (1), I feel (2) because my need for (3) is not being met. Would you be willing to (4)?’ Na invullen mogen we het met een mededeelnemer bespreken en ik word gekoppeld aan Gergely Fodor, die een actieve rol bij TINT heeft. 1,2 en 3 zijn na Drabbels' input makkelijk te omschrijven, maar 4 is echt lastig. Ik kom tot: ‘When I see that you didn’t saw my note on the fridge, I feel disappointed because my need for control is not being met. Would you be willing to use your eyes from now on!’ Electrical Engineeringstudent Fodor raadt mij dat laatste zeer af. Maar wat dan? Hij suggereert ‘Would you be willing to look if there are any post-its?’ Maar eerlijk gezegd lijkt me dat teveel gevraagd. Misschien moet ik de koelkast maar dicht tapen en de boodschap op die ducktape schrijven voortaan. Ik zie nog wel.

Waar ligt de grens?

Niet alleen in persoonlijke gesprekken, ook op tv en sociale media hebben woorden macht. Hoe groot mag die zijn? De grens tussen vrijheid van meningsuiting en haatzaaierij is lastig te bepalen, dat liet Drabbels ons bij de start al voelen. We mochten bij het zien van tweets en stilstaande beelden van tv-shows aangeven of die voor ons hate speech zijn, of vrije mening. Een oproep om blanken in een magnetron te stoppen is maar voor één persoon geen haatzaaierij. “Dat is overduidelijk een grap”, zegt ze. Maar wat is grappig? Voor de één is de Lingo-aflevering van South Park met het woord N.GGERS wel een grap, een ander vindt het over de rand. Een tweet van ex-president Trump over Kim Jong-un geeft ook veel twijfel binnen de groep. “Mogen we ook in het midden staan voor een nieuwe categorie; ‘gewoon dom’?”

Hoewel er wel een duidelijke definitie is voor vrijheid van meningsuiting, is dat voor hate speech niet zo. Nabesprekend komen we samen met Drabbels tot de conclusie wat wij eronder verstaan. “Wanneer je tegen een groep mensen haat uitdraagt op basis van intollerantie. Maar ook bij individuen mogen grappen niet ten koste van een ander gaan. Uiteindelijk gaat het erom dat je dus wel vanalles kunt zeggen over dingen en opvattingen, maar je beter niet iets haatdragens kunt delen als je het richt op een persoon of groep.”

Praatgroep

Mij valt op dat er niet veel deelnemers zijn, maar dat iedereen zich open uitspreekt. Er komen spontane adviezen. “Begin je feedback bij een conflict nooit met ‘Jij’, maar met ‘Wij’. Je moet toch proberen er samen uit te komen.” Drabbels heeft zelf nog een slotboodschap: “Don’t blame but educate”.

TINT is een organisatie die alle Eindhovense studenten en promovendi ondersteunt met hun mentale welzijn, persoonlijke ontwikkeling en levensvragen. Dat de program manager deze workshop met passie geeft komt doordat zij in december een Europese training op dit gebied heeft gevolgd. De podcast die hierover is gemaakt is te vinden op TINT’s website.

In de rubriek ‘Cursor op cursus’ schuiven redacteuren aan bij allerhande trainingen, cursussen en workshops die aan de TU/e worden aangeboden aan medewerkers en studenten, zodat die daarmee hun kennis en vaardigheden op allerlei gebieden kunnen vergroten. Wie zelf een cursus, training of workshop aanbiedt die voor deze rubriek interessant zou kunnen zijn, of weet heeft van een dergelijk event, wordt van harte uitgenodigd contact op te nemen met de redactie.

Deel dit artikel