Beunbazen rijden naar het noorderlicht

Met twintig personen in negen benzineauto’s naar de noordpoolcirkel rijden -in februari- om daar het noorderlicht te bekijken, is dat een goed plan? De Eindhovense Studenten Automobiel Vereniging De Beunbazen vindt van wel. Het is een van hun lustrumactiviteiten en na een goede voorbereiding vertrekken de achttien mannen en twee vrouwen bepakt met sneeuwkettingen, dekens, jerrycans en sleepkabels op 9 februari. De reis is niet zonder risico, de Porsche van Koen en Tinus heeft bijvoorbeeld ‘beperkte bodemvrijheid’.

door
foto Benke Verhoef

“Een megavette trip”, zeggen ze. Koen Mies, vijfdejaars bachelorstudent Mechanical Engineering, en Marthijn Vink, derdejaars Built Environment en bij de vereniging bekend als Tinus, organiseren met twee medestudenten de reis van hun dromen. Hun moeders zijn minder enthousiast, maar dit terzijde. Cursor wil drie dingen weten over deze ‘Skandinavisk Vinterekspedision’: Kunnen de auto’s het aan? Kunnen de deelnemers het aan? Kan de natuur het aan?

Oude gebakjes

Kunnen de auto’s het aan? “In theorie wel”, zeggen de beunbazen bulderend van het lachen. Bij de ‘Grote Koen en Tinus-keuring’ in november zijn alle auto’s streng gekeurd. “In ieder geval moesten ze voldoen aan de APK-eisen, maar dat is bij een hobbyvereniging waar mensen sleutelen aan oude auto’s niet altijd een gegeven, en wij waren zelfs nog strenger. Extra aandacht voor banden, het startcircuit, accu’s en vooral voor de ophangpunten. Op besneeuwde wegen kan het best eens hobbelig zijn. En het is er ook nog eens heel koud. Op dit moment -43 graden. Rubber en kou is geen goede combinatie.” In eerste instantie zijn vijf wagens afgekeurd, de bezitters kregen een A4'tje met verbeterpunten mee. Maar alle wagens zijn inmiddels door de herkeuring.

Er gaan vier Duitse, een Japanse en vier Zweedse auto’s mee, alle gebouwd tussen 1973 en 2005. “Daar zitten best wat oude gebakjes tussen, die het echt heel zwaar gaan krijgen.” Koen maakt zich een beetje zorgen om de ‘beperkte bodemvrijheid’ van zijn eigen Porsche Boxster en eerlijk gezegd ook van enkele andere wagens. “Dat is wel een dingetje deze reis. Ik ben blij dat er een Subaru met vierwielaandrijving meegaat.”

In Scandinavië staat het in de wet dat auto’s daar maximaal twee minuten stationair mogen warm draaien. “Benieuwd of dat ons lukt”, zegt Koen, die ook wel snapt dat de Noren het niet leuk vinden als hij zijn zescilinder de hele nacht laat draaien. “We hebben acculaders bij ons en kunnen de accu’s mee naar binnen nemen.”

Alle deelnemende auto’s rijden op benzine. In Scandinavië zijn de afstanden zo groot dat er vooral op benzine wordt gereden en buiten de grote steden zie je al helemaal geen elektrische auto’s, volgens Tinus, die de streek eerder bezocht. De organisatie heeft alvast geïnventariseerd waar zij kunnen tanken. “Het is vooral een ding voor de Kever, die heeft de kleinste actieradius.” Maar jerrycans staan op de paklijst, dus ook dat komt goed.

Stoelverwarming

Kunnen de deelnemers het aan? “Het is mentaal zwaar, dat mogen we niet onderschatten.” Tinus denkt dat het voor de mensen zwaarder is dan voor de auto’s. “Lange dagen, gauw donker, koud, vermoeiend rijden. Maar dat is ook de uitdaging en de lol ervan. Daarom doen Koen en ik het ook.” Risico’s horen erbij.

“We verwachten van iedereen dat ze sneeuwkettingen, ijskrabbers, startkabels en sleepkabels meenemen. En genoeg eten, dekens en warme kleding. We adviseren stoelverwarming.” Ook op de paklijst: cd van ABBA.

Het was nog een klus om voldoende slaapplekken te organiseren. Voor deze Scandinavië-trip is twintig deelnemers daarom de max. “In het noorden van Noorwegen hebben we een heel dorp afgehuurd”, zegt Tinus. Hij bedoelt dat op de artic camping daar alle beschikbare (zes) vakantiecabines door ESAV zijn gereserveerd.

Ze rijden voor de veiligheid in rijgroepen van drie auto’s. Elke rijgroep bevat een auto met trekkracht, een man van de organisatie en twee of drie lege stoelen. Mocht er onherstelbare schade zijn, dan kunnen ze met twee wagens verder.

Op alle voorgaande ESAV-trips (een stuk of zeven in de eerste vijf jaar van hun bestaan) zijn alle deelnemers heelhuids thuisgekomen. Maar dat geldt voor de voertuigen slechts voor één uitje. Bij de kampeerreis naar Duitsland kwam alles zonder schade thuis, een unicum.

Leeg land

Kan de natuur het aan? “Dit is de lastigste vraag, ik wist dat ie zou komen”, zegt Tinus. Maar hij heeft een degelijk antwoord - dat hij wat omslachtig inleidt. “Er wonen best wel wat mensen in Scandinavië en die rijden elke dag naar hun werk. Fietsen is niet te doen op die enorme afstanden. Het zal niet opvallen dat wij er met negen Nederlandse auto’s tussendoor rijden.”

Het echte antwoord is dat bij de autoliefhebbers de passie groter is dan hun schuldgevoel. Maar ze leven op dagelijkse basis zo duurzaam mogelijk (“In Eindhoven fiets ik alles”, zegt Koen. “Ik werk in de elektrische mobiliteit”, zegt Tinus) en vinden dat ze voor hun hobby af en toe een uitzondering mogen maken. “Ik denk dat het meer impact maakt elke dag met duurzaamheid bezig te zijn, dan deze trip over te slaan.”

Ze snappen dat ESAV-studenten geen elektrische auto’s hebben. “Die zijn gewoon erg duur en eerlijk gezegd loopt bij ons de benzine gewoon door het bloed. Terwijl opvallend veel van onze leden studeren of al werken in de energietransitie.”

Spannend

Lang verhaal kort: De Beunbazen gaan zesduizend kilometer rijden om de aurora borealis te zien. Daar is dit jaar veel kans op, maar je weet het maar nooit. En of de auto’s het allemaal halen, is ook nog de vraag. “Maar bij de start is het goed.”

Wie de beunbazen online wil volgen kan dat per Insta doen: @ESAVlustrum

Deel dit artikel