Rechter: opleiding ‘straft’ niet, maar voedt studenten op

De Raad van State kijkt voortaan naar straffen als een vorm van ‘opvoeding’. Studenten verliezen daardoor een gedeelte van hun rechtsbescherming, erkent de hoogste rechter, maar er komt andere bescherming voor in de plaats. 

door
foto Alena Niadvetskaya / iStock

Studenten kunnen flink op hun donder krijgen van hun opleiding. In geval van ‘ernstige fraude’ kan een hogeschool of universiteit studenten zelfs wegsturen. Maar is dat dan een straf of een poging om die student iets te leren? 

Op die oude vraag heeft de Raad van State een nieuw juridisch antwoord geformuleerd. Vorige week woensdag oordeelde de hoogste onderwijsrechter dat sancties van een opleiding voortaan gezien moeten worden als een ‘herstellende’ ingreep en dus niet als straf. Dat gebeurde in een zaak van hogeschool Fontys tegen een frauderende student, waar hogeschoolblad Bron als eerste over berichtte

‘Pedagogisch’

In haar uitspraak zegt de Raad van State dat de regels van opleidingen een “vormend en opvoedend karakter” hebben. Ze zijn geen onderdeel van het strafrecht en dus zijn eventuele sancties eerder “pedagogisch en disciplinair” van aard.

Dat heeft consequenties voor de rechtsbescherming van studenten, zeggen verschillende onderwijsjuristen. Tot nu toe vond de Raad van State juist dat frauderende studenten behandeld moesten worden alsof ze in een soort strafzaak verwikkeld waren, met alle procedurele waarborgen van dien.

Zo hadden studenten recht op alle processtukken en moest de opleiding hen in begrijpelijke taal uitleggen waarvan ze verdacht werden. Ook moest de examencommissies hun studenten waarschuwen dat ze het recht hadden om te zwijgen en niet hoefden mee te werken aan hun eigen veroordeling. 

Overboord

Het zijn allemaal principes uit het strafrecht die nu overboord gaan in het hoger onderwijs, zegt onderwijsjurist Job Buiting in reactie op het vonnis. Ook bijzonder hoogleraar onderwijsrecht Pieter Huisman wijst daarop in een reactie op LinkedIn. 

“Onderwijsinstellingen waren door eerdere uitspraken van de Raad van State gewend geraakt om studenten op de meer strafrechtelijke manier te benaderen”, zegt Job Buiting. “Op basis van deze uitspraak zullen ze hun praktijk gaan aanpassen.” 

Karaktervorming

De Raad van State maakt zijn draai in een uitspraak over een student die de positieve feedback van zijn stagebegeleiders uit zijn duim zoog. Dat hij fraude pleegde stond niet ter discussie, maar volgens de student was hij door de examencommissie van Fontys niet op tijd op zijn rechten gewezen en had hij niet alle processtukken gekregen. 

De oude Raad van State zou hem gelijk hebben gegeven, staat met zoveel woorden in de uitspraak. Maar nu heeft de bestuursrechter nog eens naar het Europees recht gekeken en daaruit blijkt dat disciplinaire maatregelen op school gezien moeten worden als een bijdrage aan het leerproces en aan de karaktervorming van studenten. Daar horen geen strafrechtnormen over zwijgrecht en dergelijke bij.

Dat geldt zelfs voor fraudezaken met de zwaarst mogelijke sanctie: uitschrijving. “Weliswaar is het definitief beëindigen van de inschrijving voor de student een ingrijpend besluit, maar de student kan dezelfde of een vergelijkbare opleiding aan een andere onderwijsinstelling volgen.” Daarom heeft zelfs deze sanctie meer een lerend dan een bestraffend karakter, volgens de rechter.

Niet vogelvrij

Dit nieuwe inzicht maakt studenten niet vogelvrij. De Raad van State waarschuwt dat de ‘algemene beginselen van behoorlijk bestuur’ gewoon blijven gelden. Die bepalen dat een opleiding een ‘zorgvuldige’ procedure moet volgen bij een verdenking van fraude. Studenten hebben nog altijd het recht om tijdig te horen welke regels ze volgens de examencommissie hebben overtreden.

Ook aan de bewijslast is niets veranderd, benadrukt de rechter. Opleidingen moeten nog altijd “buiten redelijke twijfel” vaststellen dat studenten de regels hebben overtreden voordat ze sancties kunnen opleggen. Die sancties moeten vervolgens uitlegbaar zijn en in verhouding staan tot de overtreding. 

Fontys

De uitspraak zou examencommissies meer ruimte kunnen geven om met fraudeurs in gesprek te gaan, schrijft Bron, het blad van hogeschool Fontys. Zo zegt hogeschooljurist Marlies Hesseling-Hertsenberg, die voor Fontys deze overwinning bij de Raad van State binnensleepte, dat de hogeschool studenten liever niet als ‘verdachte’ behandelt, maar als een toekomstig professional.

“Als we een maatregel opleggen is dat altijd met de bedoeling om de student te laten reflecteren op zijn gedrag, zodat hij ervan kan leren en zijn gedrag kan verbeteren”, aldus de jurist.

Deel dit artikel