Weinig mensen, maar veel dialoog bij infosessie Defensie
Bijdragen aan weerbaarheid en veiligheid is goed, maar mag niet ten koste gaan van open science. Daarover waren de meeste studenten en medewerkers het eens tijdens een informatiesessie over de rol die de universiteit zou moeten spelen in het beschermen van Nederland. Ongeveer dertig mensen kwamen opdagen bij de bijeenkomst, die in essentie ging over samenwerking met Defensie.
De universiteit voelt zich verantwoordelijk om een bijdrage te leveren aan de veiligheid van Nederland. Met die boodschap opende collegevoorzitter Koen Janssen de eerste universiteitsbrede informatiesessie over weerbaarheid en veiligheid, die grotendeels ging over samenwerken met Defensie. Susan Hommerson van General Affairs en Geert-Jan van Houtum (op de hoofdfoto), decaan van Industrial Engineering and Innovation Science, gaven eerder op verschillende faculteiten al een vergelijkbare presentatie, voor wetenschappelijk personeel.
Het was niet druk bij de sessie, die op dinsdagmiddag plaatsvond in de Senaatszaal van het Auditorium. Slechts rond de dertig mensen kwamen opdagen. Mogelijk kwam het lage aantal aanwezigen de discussie na afloop ten goede, want veel deelnemers deelden hun mening. Daartoe had Koen Janssen aan het begin ook nadrukkelijk uitgenodigd: “We willen weten wat jullie bezighoudt.”
Minor
Ook tijdens de presentatie zelf werden al enkele vragen gesteld. Bijvoorbeeld over de vraag of je wel duidelijk een grens kan trekken tussen wat wel of niet defensie-gerelateerd onderzoek is. En over de vraag of Defensie in de toekomst iets te zeggen krijgt over de partners met wie de universiteit wel of niet zou mogen samenwerken. Het antwoord is nee.
Op de vraag wat de aanwezigen zouden vinden van een mogelijke minor binnen de universiteit op het gebied van Defensie komen er enkele twijfels naar boven: worden studenten, die toch vaak al ver van huis wonen en kwetsbaar zijn, niet nog kwetsbaarder als ze een mogelijk doelwit worden? En zou een minor niet uit moeten gaan van de leerdoelen van de universiteit en niet de wensen van een externe partij? Op die laatste vraag antwoordt Van Houtum dat het aan de universiteit zelf zou zijn om theoretische invulling te geven aan de vakken van een mogelijke minor.
Defensief of offensief
Op die enkele bedenkingen na lijken de aanwezigen echter wel open te staan voor het leveren van een bijdrage aan de Nederlandse weerbaarheid. Enkelen van hen brengen ter sprake dat er meerdere universiteiten in Europa zijn die zich hiermee bezighouden en vragen of samen optrekken misschien een optie is. Ook bij twee hypothesen die het publiek voorgelegd krijgt, geven meerdere mensen aan dat zij het, gezien de geopolitieke spanningen en lopende oorlogen, nodig vinden dat de universiteit verantwoordelijkheid neemt.
Bij de hypothesen laat de gespreksleider mensen opstaan om naar de een of andere kant van de zaal te lopen, om aan te geven of ze het wel of niet eens zijn met de stelling. De eerste gaat over defensief en offensief gebruik: moet de universiteit alleen voor onderzoek gaan dat puur defensief is, of mag offensief ook? De meningen lijken verdeeld; aan beide kanten zitten ongeveer evenveel mensen, maar ook enkele deelnemers blijven staan. “Als ik puur naar ethische overwegingen kijk dan zeg ik alleen defensief, maar praktisch gezien kan offensief misschien ook”, legt een van hen uit. Universiteiten zouden er volgens hem moeten zijn om het leven van mensen en de maatschappij te verbeteren, en offensieve systemen dragen daar niet aan bij, vindt hij.
Onderzoek voor een defensieve toepassing die ook offensief ingezet kan worden, vinden veel mensen acceptabel. Al is de consensus ook dat het erg moeilijk is om onderscheid te maken in wat nou precies offensief of defensief is. “Maar technologie die echt bedoeld is voor offensief gebruik, om te moorden en te verwoesten, dat niet.” Daar is Hommerson het mee eens. Al zegt ze dat als het onze mannen zijn die naar het front moeten, ze wel graag wil dat zij goed uitgerust zijn om zichzelf te beschermen. Welke keuze het ook wordt, het moet duidelijk zijn welk type technologie de universiteit ondersteunt, stelt iemand anders.
Open science
Opvallend is dat bij de volgende hypothese, die gaat over of Resilience & Security belangrijker is dan open science, op een enkeling na bijna iedereen naar dezelfde kant van de zaal loopt. Open science is voor hen absoluut belangrijker. Een van de deelnemers die eigenlijk ook aan die kant stond, loopt naar de andere zijde. Maar dat lijkt meer bedoeld om een statement te maken. Als hij het woord krijgt, legt hij uit: “Als ik naar deze informatiesessie kijk en zie wat mensen zeggen, dan lijkt de realiteit dat weerbaarheid en veiligheid belangrijker zijn.” Maar als open science echt zo belangrijk is voor iedereen, zou de universiteit dit soort onderzoek volgens hem niet moeten doen.
Het een hoeft het ander volgens sommigen niet uit te sluiten. Open science kan bij bepaald onderzoek voor Defensie gehandhaafd blijven, bijvoorbeeld bij fundamenteler onderzoek. En dan is er nog de mogelijkheid om alleen niet volledig open te zijn over bepaalde specificaties. Toch heeft open science voor velen een hoge prioriteit. Niet alleen omdat het een basiswaarde is van de academische wereld, maar ook omdat het vertrouwen geeft aan de buitenwereld. “Dat vertrouwen staat op het spel als je geen open science hanteert.”

Discussie