Al meteen bij binnenkomst hangt er op de camping een bord met ‘kan ik je verleiden met een glaasje water’. Elk jaar hangen er zulke borden bij buitentoernooi Hajraa, maar omdat het dit jaar zo warm zou worden heeft de organisatie er nog wat bij gemaakt. “We hebben niet alleen borden gemaakt om aan te geven waar waterpunten zijn, maar ook om uit te leggen waar je ze kan vinden”, vertelt vicevoorzitter Dagmar Mackenbach. Samen met het Rode Kruis heeft de organisatie bekeken hoe om te gaan met de hitte.

Er zijn extra waterpunten op het terrein en met doeken en partytenten is er op het wedstrijdterrein meer schaduw gecreëerd. De voorraad van de bar is ook aangevuld met extra water, aldus Mackenbach. “We konden nog net op tijd meer water regelen bij de leverancier.” Op het wedstrijdterrein staan badjes voor een speciale wateractiviteit en er zijn waterbakken met sponzen. Er is goed over nagedacht, wil ze maar zeggen. Dat kon ook, want de weersvoorspellingen lieten al ruim van tevoren zien dat de temperaturen zouden stijgen.

Tussen de bomen op het campingterrein zetten mensen hun tentjes op, sommigen hebben koelboxen meegenomen. In de volle zon staan wat jongens uit Tilburg met ontbloot bovenlijf te volleyballen. “We hebben ons goed ingesmeerd hoor, met factor vijftig”, stellen ze gerust. Even later komt een vriend van ze aanlopen met witte punten zonnebrandcrème op zijn armen: of ze hem even willen insmeren. Naast zonnebrand hebben ze ook extra water meegenomen, en petten. Twee jaar geleden was het ook zo warm tijdens Hajraa, herinneren ze zich. “Toen kreeg maar één iemand van ons team een zonnesteek.”

Omdat de NS staken, zijn ze met een kleine Toyota Aygo naar de campus gekomen. “Drie gasten plus alle zooi. Tetris is er niks bij.” Een riem was volgens een van hen overbodig, omdat hij al klem genoeg zat tussen alle spullen. Dat er dit jaar geen treinen reden, kwam voor de organisatie wel even rauw op het dak vallen, vertelt Mackenbach. “We zijn toen supersnel gaan schakelen met de TU/e.” Dat ging dankzij het goede contact met de universiteit soepel. Op het campusterrein, maar ook daarbuiten heeft de organisatie extra parkeerplekken weten te regelen. Hoeveel extra auto’s komen, weet Mackenbach niet. “Ik hoorde dat sommige teams zelfs bussen hebben geregeld om hier naartoe te komen, echt heel leuk dat mensen zo graag deze kant op willen komen.”