‘Eindje Bouwen’ ziet kansen in lege panden

Leegstaande panden in Eindhoven en omgeving tijdelijk transformeren in studentenhuisvesting om zo het alsmaar groeiende tekort te verlichten. Dat is wat studenteninitiatief ‘Eindje Bouwen’ probeert te bereiken. De stichting is in september 2024 al opgericht, maar donderdag is het officiële lanceringsevenement.

door
foto iStock / sturti

Voor een student in Eindhoven is het steeds moeilijker om goede huisvesting te vinden. En met de verwachte toename van het aantal TU/e-studenten als gevolg van project Beethoven, gaat dit er de komende jaren waarschijnlijk niet makkelijker op worden. Het doel van Beethoven is om in 2030 2.000 extra studenten op te leiden voor de semiconindustrie in de regio. Deze studenten komen nog bovenop het al bestaande huisvestingstekort.

Nu is het niet zo dat er niks bijgebouwd wordt. Kijk bijvoorbeeld naar Haven op de campus. Dit studentenhuisvestingscomplex werd afgelopen augustus opgeleverd en huisvest bijna achthonderd studenten. Maar ondanks dit soort projecten blijft het schrijnende tekort aan woningen nog altijd een feit.

Om die reden zijn Eindhovense studenten nu zelf in actie gekomen met hun initiatief Eindje Bouwen. Hiermee focussen ze zich niet op nieuwbouw, maar op bestaande gebouwen die leegstaan. “Panden staan regelmatig meerdere jaren leeg, bijvoorbeeld omdat een bedrijf het nu niet gebruikt, maar in de toekomst weer wel. Zulke panden zijn perfect om tijdelijk te transformeren tot studentenhuisvesting, zodat die ruimte goed gebruikt kan worden in de jaren dat het pand toch leegstaat”, aldus Marijse Butter, student Vastgoedkunde en bestuurslid bij Eindje Bouwen.

Studenteninitiatief

Eindje Bouwen is niet het eerste studenteninitiatief dat het tekort aan studentenhuisvesting op deze manier aanpakt. “Studentenfractie DAS werd geïnspireerd door het Delftse voorbeeld SHS Delft die hiermee is begonnen. Toen dachten ze ‘dat kunnen wij hier ook’, en zo is Eindje Bouwen ontstaan”, aldus Stan van Rijn, student Built Environment (BE) en ook bestuurslid bij Eindje Bouwen. Om het studenteninitiatief op weg te helpen gaven gemeente Eindhoven, TU/e, Fontys en de Design Academy een eenmalige financiële injectie. Dit geld is bedoeld voor de stichting en gaat dus niet naar de transformatieprojecten, daar moeten de studenten zelf investeerders voor zoeken.

Het bestuur van de stichting bestaat uit vijf studenten. Drie studeren BE aan de TU/e en twee Vastgoedkunde aan Fontys. “Het is een voordeel dat wij al bekend zijn met hoe de markt in elkaar zit en dat we van A tot Z weten hoe zo’n herontwikkeling in zijn werk gaat. We hebben natuurlijk allemaal interesse in dit vakgebied, anders zouden we het niet studeren”, vertelt Butter.

Volgens haar heeft het ook veel voordelen om dit als studenteninitiatief op te pakken. “Wij zijn een non-profitorganisatie en doen het voor het maatschappelijke doel, niet om daar winst uit te halen. We merken dat er daardoor veel goodwill is en we vaak snel terecht kunnen bij de gemeente of pandeigenaren.”

Modulair transformeren

Zo is de stichting bijvoorbeeld in gesprek met een zorginstelling. “Die heeft in Nederland zo’n 95.000 bruto verhuurbaar vloeroppervlak in bezit, maar op dit moment niet in gebruik. Zoiets zou zich goed lenen om tijdelijk te transformeren tot studentenwoningen”, vertelt Butter.

Omdat Eindje Bouwen geen eigenaar wordt van het pand, maar het huurt voor tijdelijk gebruik, moet zo’n transformatie modulair zijn. “Dus wij transformeren een pand zodat er studenten in kunnen wonen. Als ons huurcontract na een paar jaar stopt, moeten we deze aanpassingen ook weer makkelijk kunnen terugdraaien. Zo kan de eigenaar - bijvoorbeeld een zorginstelling - het pand weer in gebruik nemen zonder te hoeven klussen”, legt Van Rijn uit. “Het modulaire aspect maakt zo’n transformatie een stuk complexer, maar ook duurzamer.”

Wanneer het team zoekt naar panden, zijn er veel dingen waar het op moet letten. Bedrijfspanden zijn over het algemeen anders ingedeeld dan panden voor huisvesting. “De grootste uitdaging is dat bij veel bedrijfspanden de ramen niet open kunnen en ze te weinig wateraansluitingen hebben. Die zijn heel belangrijk in een woning, voor bijvoorbeeld sanitair, maar ook in de keuken of voor een wasmachine”, legt bestuurslid en student BE Lola van Kessel uit.

En daarnaast blijkt de indeling van het pand ook een belangrijk punt, vertelt Van Rijn. “Als je een kantoorpand vindt wat uit één grote hal bestaat, dan wordt het heel moeilijk om dat te transformeren naar woningen. In één grote ruimte, zijn er te weinig punten waaraan je bijvoorbeeld nieuwe tussenmuren kunt bevestigen.”

Netwerken

Op dit moment heeft het vijftal nog geen transformatieproject lopen. “Wat mij opvalt, is dat je in de bouwwereld heel veel moet netwerken. Veel meer dan ik had verwacht op basis van mijn studie. Je kan een mooi concept hebben en veel kennis in huis hebben, maar als je geen netwerk hebt dan lukt het niet”, zegt Van Rijn. Volgens hem is dat ook precies waar ze de afgelopen maanden heel druk mee zijn geweest.

Nu dat netwerk er langzaam maar zeker komt, begint volgens hem en zijn bestuursgenoten de bal te rollen. “Er is nog niks definitief, maar we zijn wel in gesprek met een partij wiens pand mogelijk ons eerste transformatieproject kan worden”, vertelt Butter. “Het zou geweldig zijn als we hiermee kunnen beginnen nog voor we in september het stokje overdragen aan een nieuw bestuur, maar ik weet niet of dat realistisch is. Want als je eenmaal toezegging hebt voor een pand, dan moet je nog het transformatieplan maken en een investeerder zoeken.”

Na de opstart in de eerste maanden is het tijd voor een officiële lancering van Eindje Bouwen. Vandaag komt het team samen om de voortgang te vieren. “We hebben studenten, docenten, de gemeente, woningcorporaties, SHS Delft, en eigenlijk iedereen die op een manier betrokken is uitgenodigd”, aldus Van Rijn. “Ik had een aanmeldlinkje doorgestuurd naar bekenden, maar die is volgens mij doorgestuurd want ik zag allerlei onbekende namen. Dat is alleen maar leuker, dan hebben we nog meer kans om te netwerken.”

Deel dit artikel