De Radboud Universiteit Nijmegen heeft het voornemen om de Honours Academy per 1 januari 2027 af te schaffen, al moet de medezeggenschap er zich nog over uitspreken. Ook de Universiteit Leiden gaat snijden in haar honorsprogramma: de begroting wordt in vier jaar tijd gehalveerd. 

Dagblad Trouw heeft zulke voorbeelden verzameld. Het speelt ook in het hbo. De Hogeschool van Amsterdam biedt sinds januari helemaal geen honorsprogramma meer aan, zowel vanwege de kosten als de dalende belangstelling onder studenten.

Het honorsprogramma van de TU/e blijft daarentegen bestaan. "Er zijn op dit moment geen aanwijzingen dat het honorsonderwijs op de TU/e zal worden stopgezet", aldus woordvoerder Frans Raaijmakers. "De TU/e vindt het belangrijk om een programma aan te bieden dat voorziet in de behoefte van gemotiveerde studenten die op zoek zijn naar een extra uitdaging. De meer dan 250 aanmeldingen voor ons bachelorprogramma, waarvoor de selectie momenteel loopt, onderstrepen dat er binnen de TU/e duidelijk belangstelling voor is."

Lat hoger

De honorsprogramma’s zijn er gekomen om de lat hoger te leggen: de beste studenten moesten meer uitdaging krijgen. Zo’n tien jaar geleden was de ambitie nog dat één op de tien studenten aan een honorsprogramma zou meedoen. 

Vorig jaar vroeg de VVD het kabinet in een motie om honorsprogramma’s toegankelijk te houden voor studenten. De partij wil vandaag nog niet reageren, laat een woordvoerder weten.

Maar het verdwijnen van de honorsprogramma’s is een gevolg van bezuinigingen die de VVD steunt, reageert Tweede Kamerlid Luc Stultiens van oppositiepartij GroenLinks-PvdA. “Ik vind het helemaal onbegrijpelijk. De VVD was jarenlang kritisch op een vermeende zesjescultuur in het onderwijs en nu gaan ze zelf het honorsonderwijs wegbezuinigen.” 

Universiteitenvereniging UNL vindt het ook vervelend, maar is niet verrast. “De gevolgen van bezuinigingen zijn merkbaar. Dat zal helaas alleen nog maar meer worden”, zegt woordvoerder Ruben Puylaert. “Universiteiten moeten nu vervelende keuzes maken in wat zij wel en niet kunnen aanbieden.”