Al drie jaar op rij komen er minder internationale bachelorstudenten naar de universiteiten. Vooral studenten uit Europa blijven weg. Vorig jaar waren het er negen procent minder en dit jaar bijna vijf procent. Maar ook het aantal Nederlandse studenten is dit jaar afgenomen: de instroom daalde met ongeveer 3,5 procent.

In totaal staan nu 332 duizend studenten (eerstejaars en ouderejaars) ingeschreven aan de Nederlandse universiteiten – ruim zesduizend minder dan vorig jaar. Volgens prognoses van het ministerie van OCW zal dit getal de komende jaren alleen maar verder teruglopen.

Stabiele bekostiging

Caspar van den Berg, voorzitter van universiteitenkoepel UNL, maakt zich zorgen om de dalende instroom: “Het is urgent dat een nieuw kabinet een duidelijke strategie maakt over hoe we talent kunnen blijven aantrekken, opleiden en vasthouden.” Dat talent kan niet alleen uit Nederland komen, zegt hij: “Daar hebben we simpelweg te weinig jongeren voor.”

Het dalende aantal studenten zet, in combinatie met de bezuinigingen van het demissionaire kabinet, universiteiten verder onder druk. UNL verwacht dat hierdoor meer opleidingen verdwijnen en onderzoek wordt stopgezet. Volgens Van den Berg is daarom “een stabielere bekostiging van universiteiten” noodzakelijk, zodat instellingen minder afhankelijk worden van het aantal studenten dat ze weten te trekken.

TU/e blijft groeien

Waar landelijk het aantal studenten daalt, is het totale aantal studenten aan de TU/e ten opzichte van vorig collegejaar licht gestegen, van 13.453 naar 13.854. Zowel het aantal bachelorstudenten als masterstudenten nam toe.

Die groei komt volledig door internationale studenten: het aantal studenten uit zowel de Europese Economische Ruimte als van buiten Europa neemt sterk toe, terwijl het aantal Nederlandse studenten licht daalt. Daarmee wijkt de TU/e af van de landelijke trend, waar vooral de instroom van Europese studenten afneemt.