“Medewerkers krijgen sneller hulp met de nieuwe arbodienst”

Er verandert veel met MasterArbo, het bedrijf dat sinds 1 oktober de arbodienst heeft overgenomen. Zo neemt de arbodienst al na vier dagen contact op met een ziekgemelde medewerker, kan het bedrijf zelf diagnoses stellen en zijn er meer opties voor medewerkers met mentale klachten.

door
foto iStock / Charday Penn

Wie langere tijd ziek is, krijgt sinds deze maand te maken met een nieuwe bedrijfsarts. Door een nieuwe aanbesteding mag nu MasterArbo zich gaan bekommeren over het fysieke en mentale welzijn van medewerkers aan de TU/e. Over het algemeen kent de universiteit met 2,9 procent een laag ziekteverzuim, vertelt Erna de Vries Willems van Human Resource Management (HRM). 

“Landelijk ligt het gemiddelde rond de 5,5 procent. Dus in absolute zin valt er niet zo gek veel meer te verbeteren. Maar wat we wel kunnen doen is de mensen die hulp nodig hebben zo goed en snel mogelijk helpen.” Ze denkt daarvoor in MasterArbo een goede partner gevonden te hebben. 

Met sneller helpen bedoelt ze overigens niet dat medewerkers opgejaagd worden om sneller beter te worden, maar dat ze niet onnodig lang op hulp hoeven te wachten. Waar eerst ziekgemelde medewerkers na zes weken een uitnodiging kregen van de bedrijfsarts, neemt nu al na vier dagen een taakgedelegeerde van de arbodienst contact op. Dat is iemand met een paramedische achtergrond, die medisch mag uitvragen. 

Als dat nodig blijkt, krijgt de medewerker een uitnodiging voor het spreekuur van de bedrijfsarts en kan daar binnen twee à drie weken terecht. Roel van der Poort, hoofd van de HRM-adviseurs, is er enthousiast over. “Je wil geen tijd verspillen en mensen zo snel mogelijk hulp bieden waar dat nodig is.”

Diagnose

De manier waarop die hulp wordt geboden, verandert eveneens. De inzet van taakgedelegeerden verandert de rol van de bedrijfsarts deels. De bedrijfsarts bewaakt op de achtergrond het overzicht. Ook heeft het bedrijf specialisten in dienst die diagnoses kunnen stellen, met name op het gebied van mentale problematiek, vertelt De Vries-Willems. “Van de 2,9 procent verzuim is er 1,2 mentaal. Het is dus een belangrijk dat we dat goed ingericht hebben.” 

Via de arbodienst kan een medewerker bijvoorbeeld door een psycholoog een diagnose krijgen en, indien nodig, direct worden doorverwezen voor een interventie, zoals naar een coach, psychologische behandelaar of zelfs de GGZ.

Juist voor medewerkers met mentale problemen betekent de overstap naar een nieuwe partij een grote verandering. De HRM-medewerkers zeggen hun best te hebben gedaan om de overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen. De Vries-Willems: “De verzuimbegeleiding is al overgegaan naar de nieuwe arbodienst, maar psychologische begeleiding of bedrijfsmaatschappelijk werk dat al loopt blijft bij Human Capital Care tot het traject van de betreffende medewerker is afgelopen.” 

Alle medewerkers die momenteel ziek zijn, hebben een brief ontvangen over de nieuwe arbodienst. Aan mensen die al langer dan zes maanden ziek zijn is gevraagd om toestemming te geven om medische gegevens aan de nieuwe partij over te dragen. “De meeste mensen waren daarmee akkoord”, aldus De Vries-Willems. 

Zo’n wisseling van de wacht roept de vraag op wat zo’n aanbesteding doet met de continuïteit van de arbodienst. Universiteitsraadslid Ellen Konijnenberg stelde die vraag al in 2021, toen het vorige bedrijf, Human Capital Care, uit een aanbesteding naar voren kwam. Zou het voor continuïteit, vertrouwen en draagvlak niet beter zijn als mensen van de arbodienst direct voor de universiteit zouden werken, vroeg zij zich af. In een brief aan de universiteitsraad schrijft ze dat ook bij dit aanbestedingstraject de projectgroep niet eerst heeft gekeken naar of de huidige constructie wel de beste was.

Onafhankelijk

Hoewel de universiteit ervoor zou kunnen kiezen om zelf een arbodienst op te zetten, is dat volgens De Vries-Willems niet wenselijk, omdat met een externe partij de onafhankelijkheid van de arbodienst beter gewaarborgd is. “Het is gewoon belangrijk dat de bedrijfsarts onafhankelijk blijft, zodat die het beste advies kan geven over de medewerker. Dat is ons grootste kapitaal, en daar moeten we zuinig op zijn.” 

Binnen de dienst HRM loopt inmiddels wel een pilot om een verzuimspecialist in dienst te nemen. Die kan ondersteuning bieden bij complexe verzuimdossiers, aldus De Vries-Willems. “In januari gaan we kijken of die specialisatie van toegevoegde waarde is voor HR-adviseurs binnen de TU/e.” 

Aanbesteding

Bij externe contracten als deze is een aanbesteding verplicht, voegt Van der Poort toe. “Het gaat natuurlijk om een contract van enig financieel volume. Het goede nieuws is dat het traject heel transparant is.” Een aanbesteding als deze kost volgens hem veel tijd. “Het is een heel circus, zo’n nieuwe partij vinden. Dus ik hoop wel dat dit een lang en gelukkig huwelijk gaat worden.” 

Dat huwelijk zal echter onherroepelijk over zeven jaar sneuvelen, want het initiële driejarige contract met deze partij kan nog maximaal vier jaar verlengd worden. MasterArbo mag bij een volgende aanbesteding opnieuw meedingen en maakt dan evenveel kans als andere partijen.

Actieve rol

Voor nu zijn beide HRM-medewerkers in ieder geval vast blij met de nieuwe arbodienst en bij de presentatie ervan aan managers en leidinggevenden ontvangen ze ook positieve reacties. Van der Poort heeft de indruk dat MasterArbo een actieve rol zal innemen bij het begeleiden van (zieke) werknemers, “door bijvoorbeeld actief contact op te nemen met een leidinggevende en de dialoog te zoeken over wat een medewerker nodig heeft.” Ook preventie hoort daarbij, zegt De Vries-Willems: “Vanochtend was het eerste spreekuur een preventief spreekuur. Ik vind dat een positieve ontwikkeling.” 

Er ging veel werk aan vooraf, en het zal even wennen zijn aan nieuwe mensen en werkwijzen, maar Van der Poort hoopt dat de nieuwe dienst nog beter aansluit bij wat de TU/e nodig heeft. “En dat het dan toch loont om zo’n grote stap te zetten.”

Deel dit artikel