De TU/e kent vier medezeggenschapsorganen waar studenten aan deel kunnen nemen. De Universiteitsraad (UR), per faculteit een Faculteitsraad (FR), per opleiding een Opleidingscommissie (OC) en als vierde de Gemeenschappelijke Opleidingscommissie (GOC). 

Volgens Gabriël Nusselder, UR-lid vanuit studentenfractie Groep-één, is de stijging in gang gezet om twee redenen. “Enerzijds zag je overal in Nederland dat de vergoedingen die wij kregen niet representatief waren voor de waarde die ons werk oplevert voor de instelling”, vertelt hij. “En anderzijds ook om meer studenten te motiveren iets met medezeggenschap te doen. Het wordt namelijk ieder jaar moeilijker om genoeg studenten te vinden voor deze functies.”

Voor specifiek studentleden van de UR en de FR is de kogel nu door de kerk: hun vergoeding gaat omhoog. Studenten in de UR kregen voorheen 362,53 euro per maand en dat wordt nu 750. Studenten in de FR kregen voorheen 146,69 per maand en hun vergoeding wordt nu 250. 

Kader Goede Vergoedingen

Deze bedragen zijn gebaseerd op het ‘Kader Goede Vergoedingen Medezeggenschappers’. Dit financiële kader werd in juni 2024 opgesteld door Universiteiten van Nederland (UNL), Vereniging Hogescholen (VH), de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) en het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO). 

Het kader stelt dat studenten in centrale medezeggenschapsorganen (zoals de UR) tussen de 500 en 1200 euro per maand moeten krijgen en studenten in decentrale medezeggenschapsorganen (zoals de FR) tussen de 250 en 525 euro per maand. Op basis daarvan keek iedere onderwijsinstelling welk bedrag - binnen deze bandbreedte - passend is binnen hun eigen organisatie. “Er zijn ook universiteiten zoals Delft waarbij UR-leden bijvoorbeeld fulltime werken. Hier in Eindhoven werken we parttime”, aldus Nusselder. 

De vernieuwde vergoedingen aan de TU/e zijn gebaseerd op het aantal uren dat een functie kost. Dat staat hier nu op twaalf uur voor de UR en vier voor een FR. Volgens Nusselder komt het in de praktijk regelmatig voor dat ze hier overheen schieten, maar overuren worden niet extra uitbetaald. “Het blijft bij de vastgestelde vergoeding. Dit werkt bij gemeenteraden ook zo”, aldus woordvoerder Ivo Jongsma. Wel worden de vergoedingen ieder jaar geïndexeerd en kan het benodigde aantal uur (en de daaraan verbonden vergoeding) aangepast worden na een periode van drie jaar. 

Een jaar overleg

De onderhandelingen over de precieze vergoedingen verliepen tussen leden van studentfracties en Eric van der Geer-Rutten-Rijswijk, secretaris van het College van Bestuur (CvB). Dit proces heeft in totaal een jaar geduurd. “Processen met de medezeggenschap duren soms lang, met goede reden. Dit komt vooral door de grote zorg die eraan wordt besteed om alles in goede overeenstemming en tot in details goed geregeld te krijgen”, zegt Jongsma hierover.

De vergoedingen zijn nog niet officieel ingevoerd, maar zodra dit gebeurt krijgen studenten die in de periode van 1 september 2024 tot en met nu in de UR of een FR hebben gezeten, met terugwerkende kracht het verschil alsnog uitbetaald.

Vergoedingen OC en GOC blijven gelijk

In tegenstelling tot de UR en de FR’s, krijgen leden van de OC’s en en de GOC geen verhoging. “De OC’s komen qua tijdsbesteding en de daaruit voortvloeiende vergoeding uit onder het wettelijke minimum. Daarom is de vergoeding niet verhoogd maar onveranderd gelaten”, legt Jongsma uit. Met studentleden van de GOC staat een andere afspraak. Niet op basis van maandelijkse uren, maar een vaste vergoeding voor het bijwonen van vijf vergaderingen per jaar. Deze blijft ook onveranderd. 

Meer animo

Nusselder hoopt dat de hogere vergoedingen meer animo gaat creëren onder studenten om de stap te maken naar medezeggenschap. Zelf is hij altijd al actief geweest binnen de TU/e. Eerst als bestuur bij Thor, de studievereniging van Electrical Engineering (EE). “Tijdens mijn bestuursjaar ben ik toen ook bij de faculteitsraad van EE gegaan, en daarna bij de universiteitraad.” 

Normaal gesproken draaien studenten een jaar mee in de UR, maar bij gebrek aan nieuwe leden is Nusselder langer blijven hangen. “Ik vind het werk natuurlijk ook heel leuk, maar als we niet met een ledentekort zaten dan was ik na een jaar ook gestopt. Nu ben ik echt gebleven om te helpen.” Dit probleem speelt volgens hem niet alleen bij medezeggenschap, maar ook bij besturen van studie- en studentenverenigingen. 

Nusselder hoopt dat de nieuwe vergoedingen dit probleem gaan verlichten. “Voorheen waren er misschien studenten die wel wilden, maar niet konden vanwege financiële druk. Omdat ze naast hun studie ook nog een bijbaan hadden en daardoor geen tijd voor medezeggenschap”, legt hij uit. “Met de nieuwe vergoedingen hebben sommige studenten die bijbaan niet meer nodig en wordt het ineens wel mogelijk.”